26.294

Toezeggingen aan getuigen in strafzaken



Dit voorstel treft een wettelijke regeling, volgens welke een afspraak kan worden gemaakt tussen de officier van justitie en een verdachte van een strafbaar feit met het oog op het verkrijgen van een getuigenverklaring in een strafzaak tegen een andere verdachte. De verdachte krijgt dan in ruil voor de getuigenverklaring een lagere straf dan gebruikelijk.

De noodzaak van een wettelijke regeling is naar voren gekomen in het omvangrijke onderzoek van de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden (PEC) naar de praktijk van de opsporing.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 5 juli 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD en CDA stemden voor. De Eerste Kamercommissie voor Justitie heeft op 11 september 2001 de schriftelijke voorbereiding aangehouden in afwachting van een novelle. De novelle Strafbaarstelling van het niet afleggen van toegezegde getuigenverklaringen (28.017) is op 24 september 2001 ingediend bij de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft op 12 oktober 2004 de behandeling hervat. De plenaire behandeling op 8 maart 2005 is geschorst in afwachting van een brief van de minister. De voortzetting van de plenaire behandeling vond plaats op 10 mei 2005. Het voorstel is op die datum zonder stemming aangenomen. PvdA, GroenLinks en SP is daarbij aantekening verleend.

Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met de novelle Strafbaarstelling van het niet afleggen van toegezegde getuigenverklaringen (28.017).


Kerngegevens

ingediend

17 november 1998

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

  • Voorwaarde voor het maken van betreffende afspraak is dat deze vooraf door de rechter-commissaris wordt getoetst op rechtmatigheid, in het kader van het gerechtelijk vooronderzoek (GVO). Hierbij worden de volgende criteria gehanteerd:
    • het moet gaan om zeer ernstige misdrijven waarop straffen van acht jaar of meer zijn gesteld, of misdrijven die gepleegd zijn in georganiseerd verband en die gezien hun aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren;
    • de afspraak kan slechts betrekking hebben op de vermindering van de toepassing en tenuitvoerlegging van hoofdstraffen, d.w.z. gevangenisstraf, geldboete, onbetaalde arbeid ten algemene nutte en hechtenis. Over bijkomende straffen en maatregelen worden geen toezeggingen gedaan.
  • Met dit voorstel wordt voldaan aan twee wensen die in de Tweede Kamer zijn geuit naar aanleiding van de bevindingen van de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden:
    • toetsing van de rechtmatigheid van de afspraak door de rechter voordat de afspraak tot stand komt;
    • niet mogelijk is het toezeggen van strafrechtelijke immuniteit aan de criminele getuige.

Documenten