In het debat dinsdag 6 februari in de Eerste Kamer over een nieuwe Geneesmiddelenwet zal CDA-senator Van de Beeten namens de hele Senaat de regering aan de tand voelen over een aantasting van de bevoegdheden van de Staten-Generaal bij omzetting van toekomstige Europese regelgeving in de nieuwe wet. Van de Beeten zal verwijzen naar de motie-Jurgens die in maart vorig jaar met algemene stemmen in de Eerste Kamer is aangenomen. De motie laakt de pogingen van de regering buiten de Kamers om af te wijken van bestaande Nederlandse wetten en zo te komen tot versnelde implementatie van Europese regels. De motie noemt dit een constitutioneel niet toelaatbare vorm van delegatie en verzoekt de regering om hiermee te stoppen.
Implementatie ministeriële regelingen
Ook in de nieuwe Geneesmiddelenwet wil de regering bij het implementeren van Europese regels in ons land soms van bestaande wetsbepalingen afwijken zonder dat Tweede en Eerste Kamer daar aan te pas komen. Volgens Van de Beeten strookt dit niet met de grondwet. De regering zegt, dat het bij implementatie via ministeriele regelingen gaat om zaken die niet controversieel zijn en overwegend technisch van aard. Het gaat uitsluitend om aanpassen aan de stand der techniek en wetenschap, aldus minister Hoogervorst van Volksgezondheid. Verder kondigde de minister in het laatste schriftelijke antwoord aan, dat hij nieuwe regels die vanwege de gewenste snelheid van handelen alvast zijn ingevoerd later alsnog door formele wetswijziging via de Kamers wil laten vastleggen.
Principieel aanvaardbaar?
Van de Beeten vraagt zich af of technische zaken wel in de wet zelf thuis horen en hamert op de vraag of het principieel wel aanvaardbaar is dat aanpassing van de wet in formele zin gebeurt bij ministeriele regeling. Hij heeft er bij de regering op aangedrongen om ook de minister van Justitie zijn licht over deze kwestie te laten schijnen.
Deel dit item: