Eerste Kamer stemt in met vingerscan verdachten



Vrijwel zonder debat heeft de Eerste Kamer maandag 6 juli ingestemd met het voorstel van de regering om de identiteit van verdachten, veroordeelden en getuigen op een eensluidende manier vast te stellen door middel van een scan van de vinger (31.436). Daar voor worden het Wet van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten aangepast. De regering  verwacht dat identiteitsfraude hiermee kan worden voorkomen. In een kort debat met minister Hirsch Ballin van Justitie schaarde senator Quik-Schuijt van de SP-fractie zich achter bezwaren van de GGZ Nederland, die erop heeft gewezen dat een beperkte categorie veroordeelden, namelijk de zelfmelders, min of meer de dupe van het eensluidende systeem met de vingerscan kunnen worden. Het gaat hierbij om patiënten die zichzelf melden bij een GGZ-instelling om daar vrijwillig in het kader van een voorwaardelijke straf of maatregel of voorwaardelijke invrijheidsstelling een behandeling te ondergaan. Het is volgens mevrouw Quik-Schuijt nauwelijks voor te stellen dat iemand anders dan de veroordeelde zich vrijwillig voor zo’n behandeling aanmeldt. Zou daarom voor deze categorie geen uitzondering gemaakt kunnen worden bij het invoeren van de verzwaarde identiteitsvaststelling?

Minister Hirsch Ballin zei dat hij dit niet wil, maar hij zegde wel toe dat hij met GGZ Nederland over eventuele uitvoeringsproblemen zou willen overleggen. De minister kon niet zeggen welke kosten de GGZ-instellingen moeten maken om de vingerscan van de vrijwillige zelfmelders te kunnen afnemen.


Deel dit item: