Rappelabele toezeggingen Financiën (Rappel vooruitblik juli 2014)



Dit is het rappel vanaf 02-07-14 tot 02-01-15.

 




Toezegging Evaluatie regeling ANBI’s en SBBI’s (31.930) (T01183)

De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Essers toe om de regeling ten aanzien van ANBI’s en SBBI’s na enkele jaren te zullen evalueren.


Kerngegevens

Nummer T01183
Status voldaan
Datum toezegging 15 december 2009
Deadline 1 mei 2018
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen ANBI’s
evaluaties
SBBI’s
Kamerstukken Wijziging Successiewet 1956 inzake vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur (31.930)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 456

Staatssecretaris De Jager: […] Ik kan een toezegging doen op het punt van de evaluatie. Ik zeg erbij dat een ANBI en een SBBI bij de belastinguitgaven onze financiënsystematiek volgen en daarmee automatisch periodiek worden geëvalueerd. Ik wil echter nog eens specifiek duidelijk toezeggen dat wij een en ander inderdaad zullen doen. Wij moeten natuurlijk wel iets kunnen evalueren, dus wij moeten een aantal jaren ervaring hebben met het nieuwe regime. Vervolgens kunnen wij tot evaluatie overgaan.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 431

De heer Essers (CDA): […] Wij vertrouwen erop dat de Belastingdienst zich constructief en redelijk zal opstellen bij het toetsen van deze criteria ten aanzien van de hier bedoelde verenigingen. Dat geldt uiteraard ook voor het beleid ten aanzien van de toekomstige SBBI’s. Graag worden wij door de staatssecretaris periodiek op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op dit terrein. Vanwege de grote betekenis van algemeen nut en het sociaal belang behartigende instellingen voor onze samenleving, of het nu ANBl’s of SBBI’s zijn, vinden wij het van groot belang dat deze regeling na verloop van een aantal jaren grondig wordt geëvalueerd. Een toezegging van de staatssecretaris hierover stellen wij zeer op prijs.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 477

De heer Essers (CDA): […] Veel fiscale discussies en wetsvoorstellen gaan over de vraag hoe ondernemingen kunnen worden gestimuleerd. Dat zal ook volgende week weer blijken als wij het belastingpakket gaan behandelen. Dat is ook terecht, want ondernemingen zijn immers de motoren van onze economie. Maar zonder de verenigingen waar wij het vandaag vooral over gehad hebben, de koren, de gildes, de schutterijen, de fanfares en harmonieën, zal onze samenleving kil en kleurloos zijn. Daarom is het goed dat tijdens dit debat zoveel zorg en aandacht aan het levende culturele erfgoed is besteed. Wij stellen ook de toezegging van de staatssecretaris op prijs, dat de uitvoering van de regeling periodiek zal worden geëvalueerd en dat er ook over zal worden gerapporteerd, en dat de Belastingdienst zoals gebruikelijk constructief en redelijk met de ANBI- en SBBI-regeling zal omgaan.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Evaluatie bonusverbod (33.058) (T01528)

De Minister van Financiën, de heer mr.drs. J.C. de Jager, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe om het bonusverbod binnen drie jaar omvattend en grondig te evalueren. De minister geeft aan daarbij ook de mogelijkheid boetes terug te laten vloeien naar de schatkist te willen betrekken.


Kerngegevens

Nummer T01528
Status voldaan
Datum toezegging 22 mei 2012
Deadline 1 januari 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen bonusverbod
evaluaties
Kamerstukken Wet aansprakelijkheidsbeperking De Nederlandsche Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM) en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen (33.058)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 4, blz. 8.

De heer Ester (ChristenUnie):

(...)

Ik rond af met een laatste punt. De ChristenUnie-fractie is de minister erkentelijk voor de toezegging die hij in de schriftelijke vragenronde aan de fractie heeft gedaan om de bonusregeling na drie jaar te evalueren. Wij gaan ervan uit dat dit op een grondige, omvattende en gezaghebbende wijze zal gebeuren. Gezien het heftige maatschappelijke debat rond bonussen in de financiële sector kan het belang van een brede en diepgaande evaluatie niet genoeg beklemtoond worden. Wij zien de resultaten van deze studie dan ook met grote interesse tegemoet. Ik vraag de minister om vanmiddag ook hier nog eens publiekelijk te bevestigen dat de bonusregeling stevig geëvalueerd zal worden. Daar zal een juiste maatschappelijke signaalwerking van uitgaan, waarvoor onze dank.

Handelingen I 2011-2012, nr. 6, blz. 29.

Minister de Jager:

(...)

"De heer Ester vraagt of ik kan bevestigen dat de toegezegde evaluatie stevig zal zijn. Dat kan ik toezeggen. Deze zal ik ook doen binnen drie jaar na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel."

Handelingen I 2011-2012, nr. 6, blz. 31.

De heer Ester (ChristenUnie):

(...)

"Wij zijn de minister zeer erkentelijk voor zijn toezegging aan mijn fractie om het bonusverbod binnen drie jaar omvattend en grondig te evalueren. Wij zien uit naar de resultaten daarvan. Dan blijkt of het gemis van zo'n sanctieregeling in het onderzoek naar voren komt en of er behoefte is aan een additionele, aangescherpte en directe sanctieregeling."

Handelingen I 2011-2012, nr. 6, blz. 32.

Minister De Jager:

(...)

"Ben ik bereid om boetes naar de schatkist te heroverwegen? Laten wij dat bij een volgende evaluatie, bijvoorbeeld de evaluatie die ik net heb bevestigd aan de ChristenUnie, nog eens meenemen. Dit is inderdaad geen principieel punt, zoals ik net ook heb gezegd tegen de heer Postema."


Brondocumenten


Historie







Toezegging Gedrags- of integriteitscode als onderdeel van Europees bankentoezicht (33.400) (T01651)

De minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Ester (ChristenUnie), toe om te bezien hoe kansrijk het is om een gedrags- en integriteitscode onderdeel te laten zijn van de financiële code van het Europees bankentoezicht, zonder dat het proces wordt vertraagd of gecompliceerd door er nu nieuwe elementen in te brengen.


Kerngegevens

Nummer T01651
Status voldaan
Datum toezegging 19 november 2012
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen bankenunie
Kamerstukken Miljoenennota 2013 (33.400)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, 33 400, nr. 8 – blz. 54

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat klinkt heel goed, maar het gaat wel om 6000 banken. Het is bijna een militair-financiële operatie van ongekende omvang. Mijn vraag is dus of het ECB dat überhaupt kan, gegeven het feit dat de bank daar geen aantoonbare expertise op heeft. Daaraan gekoppeld heb ik nog een heel kleine maar belangrijke vraag. Het gaat om financieel toezicht op de banken. We doen in Nederland al veel meer dan toezicht. Alleen, we hebben ook een integriteitscode. Daarbij gaat het om niet-financiële parameters. Wil de minister zich ook sterk maken om zo'n gedrags- en integriteitscode onderdeel te laten zijn van de financiële code?

Minister Dijsselbloem:

Ja, ik ben bereid om te bekijken hoe kansrijk dat is. Ik wil alleen niet dat het proces van het Europese bankentoezicht wordt vertraagd of gecompliceerd door er nu nieuwe elementen in te brengen. Als het dadelijk staat, is er echter alles voor te zeggen om de wijze waarop wij in Nederland proberen om te gaan met de Code Banken – zeg maar de bijna culturele kant van versterking van de bankenwereld – ook in Europees verband te agenderen.

Het eerste deel van uw vraag heb ik, denk ik, al beantwoord door te zeggen dat het gefaseerd moet gebeuren. De ECB zal die kennis en expertise moeten opbouwen, maar op 1 januari is het nog niet zover. Dat is ondenkbaar. Het is zelfs ondenkbaar dat op 1 januari 2014 alle banken in Europa onder de ECB vallen. Dat is gewoon niet realistisch. Dat besef begint ook wel door te dringen, maar nogmaals, er is ook een belang om er druk op te houden. Voordat je het weet, loopt dit soort processen weer tussen de vingers door. Daarom begrijp ik dat men in Brussel zeer hecht aan data, tijdfasering, volgende fases et cetera. Voor ons geldt dat we het zullen doen, maar we doen het wel goed.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Aanpassing zinsnede artikel 2b, lid 1, Wet verplicht schatkistbankieren, inzake negatieve rente (33.540) (T01868)

De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Reuten (SP), toe dat bij de eerstvolgende wijziging van de wet verplicht schatkistbankieren in artikel 2b, lid 1, de zinsnede "de rente kan niet negatief zijn" wordt vervangen door "de rente zal niet negatief zijn".


Kerngegevens

Nummer T01868
Status openstaand
Datum toezegging 26 november 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen schatkistbankieren
Kamerstukken Verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden (33.540)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 10, item 10 - blz. 30

De heer Reuten (SP): (...)  luidt artikel 2b, lid 1: "Openbare lichamen ontvangen rente over de liquide middelen die zij in 's Rijks schatkist aanhouden. De rente kan niet negatief zijn." Ik neem aan dat in het laatste zinnetje bedoeld is "de rente zal niet negatief zijn" want het kan uiteraard wel. Ik vraag de minister om dit bij de eerstvolgende gelegenheid te wijzigen.

Handelingen I 2013-2014, nr. 10, item 13 - blz. 73-74

Minister Dijsselbloem: De heer Reuten heeft een opmerking gemaakt over de zinsnede "De rente kan niet negatief zijn". Hij zei dat daar moet staan: "De rente zal niet negatief zijn." Hij heeft gelijk. Bij een volgende wijziging van het wetsvoorstel zal dat worden gecorrigeerd. Want het kan natuurlijk wel, maar het is een beleidsmatige keuze om de rente niet negatief te laten zijn.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Betrekken duurzaamheidsaspecten bij vormgeving leidingwaterbelasting en belasting op afval (33.750) (T01871)

De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD), toe bij de vormgeving in 2014 van de leidingwaterbelasting en de belasting op afval in 2015, tezamen met de minister van Infrastructuur en Milieu, rekening te houden met het duurzaamheidsaspect. 


Kerngegevens

Nummer T01871
Status voldaan
Datum toezegging 19 november 2013
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. N.K. Koffeman (PvdD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen duurzaamheid
Kamerstukken Miljoenennota 2014 (33.750)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, 33750, nr. 9 - blz. 98

De heer Koffeman (PvdD):

De minister heeft beloofd dat de staatssecretaris zou terugkomen op mijn motie uit 2010. Daarin werd door dit huis gevraagd om over de duurzaamheidseffecten van elke belastingmaatregel te rapporteren. Hoe staat het daarmee? Wij hebben al een tijdje geen rapportages meer gezien, maar er zijn toch een aantal fiscale maatregelen genomen. Graag krijg ik een reactie op die vraag.

Staatssecretaris Weekers:

Ik meen dat ik destijds al heb aangegeven dat het weinig zinvol is om van elke belastingmaatregel de duurzaamheidseffecten in beeld te brengen. Dat staat overigens los van het punt dat in een zeer laat stadium twee vergroeningsmaatregelen onderdeel zijn geworden van het begrotingsakkoord. Ik doel op de verhoging van de leidingwaterbelasting en de belasting op afval. Alleen al daarom is een duurzaamheidseffectrapportage niet mogelijk. Ik heb zojuist aangegeven dat de uiteindelijke vormgeving van de verhoging van de leidingwaterbelasting afgelopen vrijdag naar de Kamer is gestuurd. Ik zeg de heer Koffeman wel gaarne toe dat ik het komende jaar goed ga bekijken hoe de twee genoemde maatregelen voor 2015 en verder vormgegeven moeten worden. Ik zal daarbij samen met mijn collega van Infrastructuur en Milieu juist naar het duurzaamheidsaspect kijken. 


Brondocumenten


Historie







Toezegging In Miljoenennota ingaan op overschot lopende rekening (33.750) (T01873)

De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Grave (VVD), toe in de Miljoenennota aandacht te zullen besteden aan het overschot op de lopende rekening. 


Kerngegevens

Nummer T01873
Status voldaan
Datum toezegging 19 november 2013
Deadline 1 december 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Mr. F.H.G. de Grave (VVD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen lopende rekening
Kamerstukken Miljoenennota 2014 (33.750)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, 33750, nr. 9 - blz. 99-100

De heer De Grave (VVD):

[...]

Is de minister bereid om toe te zeggen dat hij bij de volgende Miljoenennota iets meer zal zeggen over het overschot op de lopende rekening? Waar slaat dit neer? Ik heb het idee dat het in belangrijke mate neerslaat bij het Nederlandse bedrijfsleven, vooral het grotere bedrijfsleven. Inmiddels staat dat er gelukkig goed voor, zoals de heer Knot ook al eens heeft opgemerkt. De vraag is wat men hiermee doet. Zouden er beleidsmatige mogelijkheden zijn om dit wat meer te laten leiden tot rechtstreekse investeringen in Nederland? Als zij zo veel kunnen exporteren, waarom zou er dan niet meer in Nederland worden geïnvesteerd? Ik vraag de minister om daar wat meer inzicht in te geven en hiervan ook wat meer beleidsmatige analyses te maken.

Handelingen I 2013-2014, 33750, nr. 9 - blz. 103

Minister Dijsselbloem:

[...]

De heer De Grave heeft ook gevraagd naar het overschot op de lopende rekening en vroeg waar dat neerslaat. Ik heb daarvan al een indicatie gegeven. Hij heeft gevraagd of daaraan in de Miljoenennota meer aandacht kan worden besteed. Ik zeg dat zonder meer toe. Wij zullen in het beschouwende deel van de Miljoenennota ingaan op dit thema. Hoe ziet het eruit voor Nederland? Waar komt het terecht? Wat doen wij er eigenlijk mee?


Brondocumenten


Historie







Toezegging Uitvoering regeling begunstiging lokaal duurzaam opgewekte energie (33.752 / 33.753 / 33.754 / 33.755) (T01955)

De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Ester (ChristenUnie) en Sent (PvdA), toe dat wanneer zich problemen voordoen rondom de regeling voor de begunstiging van lokaal duurzaam opgewekte energie (bijvoorbeeld rondom de definitie van de postcoderoos), de regering zal bezien of veranderingen mogelijk zijn zonder dat dit grote budgettaire gevolgen heeft.  


Kerngegevens

Nummer T01955
Status voldaan
Datum toezegging 17 december 2013
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen duurzaam opgewerkte energie
Lokaal
postcoderoos
Kamerstukken Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente (33.755)
Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit (33.754)
Overige fiscale maatregelen 2014 (33.753)
Belastingplan 2014 (33.752)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 14, blz. 10-11

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik heb een vraag over de postcoderoos. Uit de technische briefing van de ambtenaren had ik begrepen dat de belastinginspecteur wel degelijk ontheffing kan verlenen. Heb ik dat niet goed begrepen?

Staatssecretaris Weekers:

Ik denk dat dit niet goed is overgekomen. In de Tweede Kamer is een amendement ingediend dat beoogde om tot die situatie te komen. Het was een amendement van de ChristenUnie. Ik kijk nu even naar boven, maar als ik het goed heb, is dat amendement verworpen. Zo nodig kom ik er in tweede termijn nog op terug. Dat laat onverlet dat, wanneer er sprake is van onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard, daar altijd de hardheidsclausule op van toepassing is. Dat beoordeelt overigens niet de inspecteur, maar de staatssecretaris van Financiën. Het moet dan gaan om gevallen die nog niet eerder in de parlementaire geschiedenis aan de orde zijn gekomen. Dit is uitvoerig aan de orde gekomen.

De heer Ester (ChristenUnie):

De staatssecretaris verwijst terecht naar het debat in de Tweede Kamer, maar dat debat heeft geen mooie afronding gekregen. De staatssecretaris verwijst in zijn betoog ook naar het SER-energieakkoord en de postcoderoos die in het midden zou staan, maar dat staat helemaal niet in het SER-energieakkoord. Daarin wordt een veel rekkelijker definitie gehanteerd dan die welke de staatssecretaris nu gebruikt in dit debat. Ik verzoek hem toch iets flexibeler te zijn, want het gaat ook in dit geval om vergroening van de Nederlandse economie.

Staatssecretaris Weekers:

Het laatste onderschrijf ik, maar het eerste niet. Ik heb van collega Kamp begrepen dat hierover heel uitvoerig is gesproken in het kader van het SER-energieakkoord. Het kan zijn dat de definitie van de postcoderoos als zodanig niet in het akkoord staat – dat geef ik graag toe – maar er zijn met betrokken partijen wel duidelijke afspraken over gemaakt. De installatie moet in het midden staan, zodat de gehele omgeving er gebruik van kan maken. Daar hecht collega Kamp zeer aan. Als je daar uitzonderingen op toestaat, als het ook aan de rand mag, zul je daarvoor een heel aparte administratie moeten inrichten. De inspecteur moet het land dan weer op een andere manier intekenen. Daar komt bij dat je vervolgens de situatie kunt krijgen dat de installatie aan de rand staat, terwijl iemand net naast de installatie gebruik wil maken van een windmolen of een zonne-energiepark. Welk argument heb je dan om te zeggen dat dat niet mag? Als het dan toch mag, is de roos opnieuw verder uitgebreid. Dat leidt uiteindelijk tot budgettaire aspecten. Ik doe de suggestie om hier komend jaar op terug te komen, maar laten wij nu aan de slag gaan met de gemaakte afspraken. Laten wij afwachten welke initiatieven van de grond komen. Mochten zich problemen voordoen, bijvoorbeeld rondom de definitie van de postcoderoos – ik kijk de heer Van Boxtel aan – dan zal ik, pragmaticus als ik ben, bekijken of wij een en ander kunnen veranderen zonder dat dit grote budgettaire gevolgen heeft. Het systeem dat samen met EZ is bedacht, mag in ieder geval niet onderuit worden gehaald. Wij moeten daar gewoon praktisch mee omgaan.

Handelingen I 2013-2014, nr. 14, blz. 22

De heer Ester (ChristenUnie):

[...]

Ik dank de staatssecretaris ook voor zijn toezegging om volgend jaar te bekijken of de definitie van postcoderoos hanteerbaar is. Wij gaan ervan uit dat dit van zijn kant een serieuze momentopname gaat worden.


Brondocumenten


Historie