Rappelabele toezeggingen Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Vooruitblik januari 2014 (juli 2013))



Dit is het rappel vanaf 03-07-13 tot 03-01-14.

 




Toezegging Verdringing op de arbeidsmarkt (31.767) (T01000)

De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik, toe het risico van verdringing op de arbeidsmarkt mee te nemen in de aan de Tweede Kamer toegezegde evaluatie over de toepassing van de wet, die echter niet voor 2012 zal verschijnen in verband de huidige economische situatie.


Kerngegevens

Nummer T01000
Status voldaan
Datum toezegging 23 juni 2009
Deadline 1 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
drs. G.H. Terpstra (CDA)
dr. M. Westerveld (PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen arbeidsmarkt
langdurig werklozen
Kamerstukken Het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen (31.767)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 36 – blz.1654-1657 en 1671 - 1677

Blz. 1657

(...)

Mw. Strik (GroenLinks):

De regering schat het risico op verdringing op de arbeidsmarkt klein in, en baseert dat op het verwachte gedrag van werkgevers. Dat is een nogal dunne basis, omdat de overheid hier zelf niets in te sturen heeft. De zorgen van onze fractie dat mensen met een grote

afstand tot de arbeidsmarkt die zijn aangewezen op laaggeschoolde arbeid, van het verruimde begrip passende arbeid het slachtoffer worden, zijn met de beantwoording door de regering niet weggenomen.

Blz. 1675

(...)

Mw. Strik (GroenLinks):

Wat betreft de mogelijke effecten van het wetsvoorstel heeft de minister aangegeven dat de verwachting dat werkgevers niet snel hoger gekwalificeerde mensen in dienst zullen nemen, niet op onderzoek is gebaseerd maar zelfs alleen op een vooronderstelling. Dat was dus nog dunner dan ik vermoedde. Voor onze fractie blijft het wel de vraag of de minister daarmee niet toch een bepaald risico neemt

Blz. 1677

(...)

Minister Donner:

Die is gebaseerd op een zekere praktijkervaring, ook bij het UWV, waaruit blijkt dat het veeleer zo is dat de terughoudendheid bij werkgevers erin bestaat dat men werknemers die overgekwalificeerd zijn niet aanneemt uit vrees dat ze heel snel weer vertrekken nadat ze ingewerkt zijn en weer de regelmaat van arbeid hebben. Daarom heb ik minder zorgen over het punt van de verdringing, maar, zoals toegezegd, er zal een evaluatie plaatsvinden. Er zal ook op dit punt gelet moeten worden


Brondocumenten


Historie







Toezegging Kinderopvangtoeslag doelgroepouders (33.212) (T01549)

De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Sent , toe de effecten van de koppeling van het recht op kinderopvangtoeslag voor doelgroepouders aan de duur van het traject naar werk, te monitoren.


Kerngegevens

Nummer T01549
Status voldaan
Datum toezegging 10 juli 2012
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen doelgroepouders
kinderopvangtoeslag
reïntegratie
Kamerstukken Grondslagen nieuwe bezuinigingen kinderopvangtoeslag (33.212)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 37-5- blz.42

Mevrouw Sent (PvdA): Het kabinet is voornemens om de kinderopvangtoeslag te koppelen aan de lengte en de omvang van een traject naar werk. Mijn fractie maakt zich zorgen over het risico dat doelgroepouders vanwege onzekerheid over welke uren ze op kunnen nemen, af zullen zien van het opnemen van kinderopvangtoeslag en daardoor minder gebruik zullen maken van de mogelijkheid een traject naar werk te volgen. Graag vraag ik de minister of hij bereid is om het aantal uren dat doelgroepouders gebruikmaken van kinderopvang te monitoren, de Kamer daarover te informeren en het te betrekken bij het opstellen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in 2014. 

Handelingen I 2011-2012, nr. 37-16- blz. 150-151

Mevrouw Sent (PvdA): Er was een vraag over het monitoren van het aantal uren dat doelgroepouders specifiek gebruikmaken van kinderopvang. Het antwoord op die vraag heb ik niet gehoord. De VNG uitte zorgen over de uitvoerbaarheid. Daar heeft de minister het over gehad, maar niet over de zorgen van de VNG over potentiële schuldenproblemen en de effecten die dit zou hebben op de doelgroepouders.

Mevrouw Sent (PvdA): Waar de VNG aandacht voor vraagt, is de urenfluctuatie bij de doelgroepouders en de problemen die dit oplevert met het afnemen van kinderopvang, het registreren van het aantal uren en de vergoeding die ze daarvoor krijgen. Deelt de minister deze zorg? Het gaat er niet om hoeveel geld er beschikbaar is voor doelgroepouders. Het gaat er meer om dat er vanwege de onzekerheid grotere risico's aan kleven voor doelgroepouders dan voor anderen.

Minister Kamp: Natuurlijk ben ik van plan om samen met de Belastingdienst, die ook over de gegevens beschikt, te bezien hoe dit in de praktijk uitpakt voor doelgroepouders. Het is de bedoeling dat doelgroepouders behoorlijk kunnen studeren, dat ze kunnen inburgeren en dat ze het re-integratietraject kunnen volgen. Wat er in dat verband redelijkerwijs moet worden gedaan met de kinderopvangtoeslag, willen wij graag doen. Het meerdere moet eraf, maar als wij dit terugbrengen tot wat volgens ons redelijk is, zullen we ook bezien of dit de effecten heeft die wij veronderstellen dat het zal hebben. Die ontwikkeling zullen wij volgen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Vereenvoudiging indicatiestelling (33.327) (T01644)

De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Sent, toe in overleg met collega's in het kabinet na te gaan in hoeverre vereenvoudiging van indicaties voor combinaties van zorg en sociale zekerheid mogelijk is. 


Kerngegevens

Nummer T01644
Status voldaan
Datum toezegging 11 december 2012
Deadline 1 januari 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen AWBZ
indicatiestelling
sociale zekerheid
vereenvoudigingen
Kamerstukken Wet vereenvoudiging regelingen Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) (33.327)


Opmerking

In overleg met VWS wordt bezien of er mogelijkheden zijn voor vereenvoudiging van indicaties voor combinaties van zorg en sociale zekerheid, rekening houdend met actuele beleidsontwikkelingen. Planning: 1 januari 2014

Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 11 - blz. 26

Mevrouw Sent (PvdA):

Het derde en tevens laatste punt betreft dwarsverbanden van het voorliggende wetsvoorstel met de indicatiestelling in de zorg, bijvoorbeeld ingewikkelde indicaties voor de AWBZ voor mensen die ook al via het UWV voorbijkomen. Mijn fractie vraagt zich af of dat niet te combineren is, zodat indicaties voor combi's van AWBZ en sociale zekerheid vereenvoudigd kunnen worden en integraal via het UWV lopen. Dat maakt de verbinding mogelijk tussen werk en zorg en dat er geschoven wordt met wat nodig is voor mensen. Uiteraard dient de zorgvraag daarbij leidend te zijn.

Handelingen I 2012-2013, nr. 11 - blz. 30

Minister Asscher:

Ik zeg mevrouw Sent dank voor haar additionele suggestie met betrekking tot de indicatiestelling. Ik zeg haar toe dat ik daarnaar ga kijken, ook in overleg met de collega's die overigens met het fenomeen indicatiestelling te maken hebben. Ik ben er enerzijds enthousiast over, anderzijds iets terughoudend, omdat het moment van het verlenen van de indicatie natuurlijk niet altijd gelijk loopt. We weten dat je veel ellende kunt voorkomen voor mensen die zich dienen te laten indiceren door dat een keer te doen. Als in de uitvoering inderdaad zo'n simpele route mogelijk is, ben ik er enthousiast over. Ik wil dat echter goed bezien. Ik neem de suggestie graag mee.

Handelingen I 2012-2013, nr. 11 - blz. 32

Mevrouw Sent (PvdA):

Wij zijn ook blij met de toezegging van de minister om met zijn collega's in het kabinet te overleggen over de vereenvoudiging van indicaties voor combinaties van AWBZ en sociale zekerheid. Wij zijn zeer benieuwd naar de uitkomst van dat overleg.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Schriftelijke beantwoording vragen inzake pensioenfondsen (33.182) (T01689)

De staatssecretaris van SZW zegt de Kamer een schriftelijk reactie toe op vragen van het lid Backer over onder meer de bestuurscultuur, de dagelijkse leiding van de fondsen, de positie van de raad van toezicht en de rol van de Nederlandsche Bank.


Kerngegevens

Nummer T01689
Status voldaan
Datum toezegging 9 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Jhr.mr. J.P. Backer (D66)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bestuur
pensioenfondsen
toezicht
Kamerstukken Wet versterking bestuur pensioenfondsen (33.182)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, 35-16-p. 76-77

De heer Backer (D66):

Ik heb een aantal vragen gesteld aan de staatssecretaris die ik even snel zal doorlopen. Ik zal ook meteen de conclusie erbij zeggen. Ik zou graag wensen voor de wetgevende arbeid van deze Kamer dat de staatssecretaris die schriftelijk beantwoordt, want ik denk niet dat het vanavond nog veel toevoegt. Ik heb een vraag gesteld over de toekomstbestendigheid, de checks-and-balances en over de bestuurscultuur waarin het een rol speelt dat andere groepen aan tafel komen. Ik heb gesproken over de rol van de president van de Nederlandsche Bank op grond van artikel 104, lid 5. Ik heb gevraagd naar de positie van de raad van toezicht in het kader van artikel 9, ook wat betreft de taakvervulling en aansprakelijkheid. Ik heb ook een vraag gesteld over het fenomeen van de dagelijkse leiding van de fondsen, dus de titulaire directeuren. Ik heb ook een aantal vragen gesteld over de uitbesteding van het APG en het ABP. Ik denk dat dit zo'n beetje de punten waren. Dan begrijpt men ook waarom ik de behandeling met enige droefenis heb gadegeslagen. Met alle respect voor alle inzet, ik kan op basis van deze antwoorden en deze behandeling mijn fractie niet positief adviseren.

Handelingen I 2012-2013, 35-16-p. 79

Staatssecretaris Klijnsma:

Last but not least kom ik bij de heer Backer. Hij bouwde zijn betoog mooi op, maar ik had het natuurlijk liever andersom gezien. Ik dank de heer Backer voor het feit dat hij zijn bewondering uitsprak. Hij heeft echter ook zijn droefenis uitgesproken en een aantal zaken gevraagd in de context van de schriftelijke beantwoording. Waar ik kan, zal ik het zeker doen. Dat ben ik de heer Backer zeker verplicht. Ik heb opgeschreven waar het dan over gaat.


Brondocumenten


Historie