Toezegging Toezending conceptversie richtlijn (22.112 / 31.544, CK) (T01237)
De staatssecretaris voor Europese Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een verzoek van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin, toe dat, wanneer het richtlijnvoorstel in de besluitvormende fase komt, het kabinet voorafgaande aan de desbetreffende Raad de definitieve (concept)versie van de richtlijn aan de Eerste Kamer opstuurt.
Nummer | T01237 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 17 april 2010 |
Deadline | 1 januari 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Soort activiteit | Schriftelijk overleg |
Categorie | overig |
Onderwerpen | discriminatie gelijke behandeling richtlijnen |
Kamerstukken | Europees voorstel voor richtlijn gelijke behandeling (31.544) Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie (22.112) |
Kamerstukken I 2008/09, 22 112 / 31 544, CK, p. 2:
De commissie verzoekt de regering de definitieve versie van de richtlijn waarover in de Raad besluitvorming moet plaatsvinden ruimschoots voorafgaand aan de desbetreffende Raad aan de Kamer te doen toekomen opdat nog de mogelijkheid van een (nader) overleg bestaat.
Kamerstukken I 2008/09, 22 112 / 31 544, CK, p. 3:
Wanneer het richtlijnvoorstel in de besluitvormende fase komt, zal het kabinet – zodra de betreffende stukken beschikbaar zijn – voorafgaande aan de desbetreffende Raad de definitieve (concept)versie van bovengenoemde richtlijn aan u doen toekomen.
Zie voor meer informatie ook Edossier E080071
Brondocumenten
-
28 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 14 mei 2024 door de commissie voor IWO voor kennisgeving aangenomen.
EK 36.410 VII / 36.410 IV, I
-
-
5 december 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
EK 36.410 VII / 36.410 IV, C
-
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
20 december 2022
nieuwe deadline: 1 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 december 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
EK 36.200 VII / 36.200 IV, B
-
-
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
22 september 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 september 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 29 september 2020
EK 35.300 VII / 35.300 IV, F
-
-
10 maart 2020
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 maart 2020
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 maart 2020
verantwoordelijkheid verlopen: Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken -
3 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
Op 10 maart 2020 voor kennisgeving aangenomen door de commissie BiZa/AZ, voor zover betrekking hebbend op de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237).
EK, C
-
-
24 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Toezegging T02655 afgedaan door de cie. BDO op 24 september 2019.
Op 24 september 2019 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie voor BiZa/AZ voor zover het de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) betreft.
EK, G
-
-
23 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BuZa en de minister voor BHenO inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Op 23 april 2019 door de Commissie BiZa/AZ voor kennisgeving aangenomen wat betreft de toezegging Toezending conceptversie richtlijn (T01237)).
De deadline van toezegging Rechtsbescherming als basisvoorwaarde voor het al dan niet instemmen met TTIP (T02124 ) is op 14 mei 2019 door de commissie BDO verlengt tot 1 juli 2021.
EK, C
-
-
2 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de stand van zaken van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan
- op 2 oktober 2018 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ met betrekking tot de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237)
EK 34.775 V / 34.775 XVII, D
-
-
22 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
op 22 mei 2018 door de Commissie BiZa/AZ voor kennisgeving aangenomen voor zover het verslag ziet op de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237))
EK, C
-
-
12 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 augustus 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen die aan de Eerste Kamer zijn gedaan
op 12 september 2017 door de Commissie BiZa/AZ voor kennisgeving aangenomen voor zover het verslag ziet op de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237))
EK, D
-
-
21 februari 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 februari 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 21 februari 2017 door de commissie BiZa/AZ voor zover betrekking hebbend op de toezegging Toezending conceptversie richtlijn (T01237)
EK, C
-
-
13 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
31 augustus 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
- voor kennisgeving aangenomen op 13 september 2016
- op 13 september 2016 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ voor zover betrekking hebbend op de toezegging Toezending conceptversie richtlijn (T01237)
EK, F
-
-
17 mei 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 april 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 17 mei 2016 voor zover het verslag op de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) ziet
EK, E
-
-
29 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ voor zover het de 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) betreft
EK, A
-
-
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
24 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
op 24 maart 2015 voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor BZK/AZ
EK, D
-
-
23 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014 voor zover het de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) betreft.
De commissie EUZA besloot als volgt: de toezeggingen met nummer T01943, T01936 en T01942 worden als voldaan beschouwd. De status van de toezeggingen met nummer T01191 (deels voldaan), T01712 (openstaand), T01937 (openstaand), T01941 (openstaand) blijft ongewijzigd. De toezegging met nummer T01944 wordt afgevoerd als toezegging.
EK, A
-
-
13 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Buitenlandse Zaken inzake het halfjaarlijks rappel toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 13 mei 2014 (voor zover het de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237) betreft)
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BDO op 13 mei 2014: toezegging T01862 (op 27 mei status: voldaan) en toezegging T01863 (status: voldaan)
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BDO op 20 mei 2014:toezegging T01347 (status: voldaan)
EK, G
-
-
3 oktober 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
op 8 oktober 2013 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) wat betreft de stand van zaken ten aanzien van de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237)
EK, A
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
9 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin (BZK/AZ) op 9 april 2013
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) op 2 juli 2013
EK, G
-
-
14 september 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 25 september 2012 voor zover van toepassing op toezegging T01237
EK, AH
-
-
3 april 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
Wat betreft toezegging T01237 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 3 april 2012
EK, R
-
-
25 januari 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
Wat betreft toezegging T01237 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 31 januari 2012
Voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties op 7 februari 2012
EK, G
-
-
19 april 2011
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de halfjaarlijkse stand van zaken ten aanzien van de toezeggingen die door de minister aan de Eerste Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 17 mei 2011 door de commissie voor Justitie voor toezegging T01128
EK, S
-
-
17 april 2010
toezegging gedaan
Toezegging Aanpassing artikel 13 Grondwet (31.570) (T01442)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Swagerman (VVD), toe diens suggesties inzake horizontale werking en notificatieplicht te betrekken bij het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 13 Grondwet.
Nummer | T01442 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 7 februari 2012 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Mr. B.J. Swagerman (VVD) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | artikel 13 Grondwet briefgeheim notificatieplicht |
Kamerstukken | Herziening Grondwet (31.570) |
Handelingen I 2011-2012, nr. 18-3 - blz. 28
De heer Swagerman (VVD): In het voorstel van de eerder genoemde commissie-Franken was verder een notificatieplicht opgenomen. Deze notificatieplicht hield in dat eenieder van wie dit recht wordt beperkt van die beperking zo spoedig mogelijk in kennis wordt gesteld. Dit bevordert de transparantie van overheidsoptreden en volgt bovendien uit de eis van artikel 13 van het EVRM dat iedereen daadwerkelijk moet kunnen opkomen tegen een schending van zijn rechten. Kan de regering aangeven of zij voornemens is de notificatieplicht in het nog te introduceren nieuwe artikel 13 op te nemen en, zo nee, wil zij dat alsnog doen?
(...)
Tijdens het debat over het nationale mensenrechteninstituut dat we nog niet zo lang geleden voerden, kwamen de horizontale en verticale werking van grondrechten aan de orde. Kamer en minister werden het niet eens over welke grondrechten wanneer horizontale werking toekomt. Dat is niet zo gek, want ook onder rechtsgeleerden is daar lang niet altijd overeenstemming over. Het zou volgens mijn fractie wenselijk zijn dat ook het recht op vertrouwelijke communicatie horizontale werking toekomt. Het recht op vertrouwelijke communicatie als zodanig dient immers ook te kunnen worden ingeroepen tegen anderen dan de overheid, waarbij de VVD-fractie uitdrukkelijk opmerkt dat de horizontale werking niet alleen betrekking dient te hebben op de vertrouwelijkheid van communicatie, maar ook op vertrouwelijke communicatie zelf. Kan de regering toezeggen dat deze noties bij de voorbereiding van het wetsvoorstel worden mee genomen en verwerkt?
(...)
Mijn fractie deelt het standpunt van het kabinet dat er geen dringende politieke en maatschappelijke ontwikkelingen zijn die nopen tot aanpassing van de Grondwet, anders dan de aanpassing van enkele grondrechten aan de moderne tijd. Ik heb ze genoemd. Mijn fractie is er positief over gestemd dat in ieder geval artikel 13 wordt aangepast, zeker als de door mijn fractie aangegeven noties in het daartoe te formuleren wetsvoorstel worden verwerkt. Zij verzoekt de regering te bevestigen dat die noties daarin inderdaad worden opgenomen.
(...)
Handelingen I 2011-2012, nr. 18-5 - blz. 38
Minister Spies: Het kabinet wil artikel 13 techniekonafhankelijk vormgeven, zodat er niet langer onduidelijkheid bestaat over wat precies wordt beschermd. De gesloten formulering en de normatieve onduidelijkheid maken voor ons het verschil in urgentie tussen enerzijds artikel 7 en anderzijds artikel 13. Ten aanzien van artikel 13 heeft de heer Swagerman opnieuw een aantal suggesties gedaan die al dan niet betrokken kunnen worden bij het verder uitwerken van het voorstel tot herziening van artikel 13. De suggesties die hij meegeeft, zullen wij vanzelfsprekend betrekken bij de verdere vormgeving van dat artikel. Ik zou mij kunnen voorstellen dat wij het recht borgen in de Grondwet, maar ook de wetgeving in formele zin erbij nodig hebben om tot een nadere uitwerking te komen. Ik sluit dus niet uit, zonder nu al allerlei verwachtingen te willen wekken over de precieze redactie straks van artikel 13, dat er een zekere gelaagdheid in zal ontstaan: het borgen van het recht in de Grondwet en een nadere precisering bij een wet in formele zin.
De heer Swagerman (VVD): Ik ben blij met dit antwoord van de minister. Mag ik het als een toezegging opvatten dat zij het inderdaad op die manier nog bespreekt en dat zij beziet welke weg dan moet worden gevolgd? Daar ging het mij ook om.
Minister Spies: Jazeker. Hetzelfde geldt voor de notificatieplicht, waarover de heer Swagerman vragen heeft gesteld. Ook daarop zullen wij beargumenteerd terugkomen bij de verdere discussie over de wijziging van artikel 13.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2011/2012, nr. 18, item 5, blz. 31- 47
-
behandeling Handelingen EK 2011/2012, nr. 18, item 3, blz. 3- 29
-
-
23 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
24 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Het wetsvoorstel is sinds half juni 2013 aanhangig bij de Raad van State voor advies. Het wachten is op het advies van de Raad.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) op 24 september 2013
EK, E
-
-
3 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Uit de voortgangsinformatie blijkt niet of de suggesties van het lid Swagerman zijn betrokken bij het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 13 Grondwet. Het wetsvoorstel zelf moet nog aan de Raad van State worden voorgelegd en is dus nog niet openbaar.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor BZK/AZ en voor Koninkrijksrelaties op 16 april 2013
EK, C
-
-
7 september 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor BZK/AZ op 11 september 2012
EK, I
-
-
7 februari 2012
toezegging gedaan
Toezegging Rechtstreeks werkende verdragsbepalingen (31.570) (T01443)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening.
Nummer | T01443 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 7 februari 2012 |
Deadline | 1 januari 2027 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | artikel 93 Grondwet artikel 94 Grondwet rechtstreeks werkende verdragsbepalingen |
Kamerstukken | Herziening Grondwet (31.570) |
Handelingen I 2011-2012, nr. 18-3 - blz. 27
Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Het derde punt is slechts van redactionele aard, maar betreft ook echt een verbetering. De woorden "eenieder (…) verbinden" en "eenieder verbindende" in de artikelen 93 en 94 van de Grondwet zouden volgens mijn fractie inderdaad beter vervangen kunnen worden door "rechtstreeks (…) werken" respectievelijk "rechtstreeks werkende". De facto worden de formuleringen weliswaar al zo geïnterpreteerd, maar taalkundig is de nieuwe door de staatscommissie voorgestelde wijziging beslist een verbetering. "Onzuiverheid van taal verraadt onzuiverheid van denken", zei mijn leermeester. Ik wil niet zover gaan, maar als dit in één moeite door verbeterd kan worden, zijn wij daarvoor.
(...)
Handelingen I 2011-2012, nr. 18-5 - blz. 40
Minister Spies: Mevrouw Lokin doet een, zoals zij het zelf formuleerde, bijna redactioneel voorstel ten aanzien van de artikelen 93 en 94. Dat zal op enig moment zonder meer betrokken kunnen worden in een grondwetsherziening. Ik hecht er wel aan dat het een meer integrale grondwetsherziening kan zijn dan het kabinet nu voornemens is voor te bereiden.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2011/2012, nr. 18, item 5, blz. 31- 47
-
behandeling Handelingen EK 2011/2012, nr. 18, item 3, blz. 3- 29
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 januari 2027
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
22 september 2020
nieuwe deadline: 1 januari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 september 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 29 september 2020
EK 35.300 VII / 35.300 IV, F
-
-
10 maart 2020
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 10 maart 2020 door de commissies BiZa/AZ en KOREL voor kennisgeving aangenomen.
EK 35.300 VII / 35.300 IV, E
-
-
10 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 10 september 2019
EK 35.000 VII / 35.000 IV, D
-
-
12 september 2017
nieuwe deadline: 1 januari 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 augustus 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
17 maart 2015
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
23 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Deze toezegging heeft betrekking op een algehele herziening van de Grondwet. De uitvoering van deze toezegging wordt op langere termijn meegenomen. -
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
24 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Deze toezegging heeft betrekking op een algehele herziening van de Grondwet. De uitvoering van deze toezegging wordt op langere termijn meegenomen. -
13 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) op 24 september 2013
EK, E
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
3 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De minister kwalificeert deze toezegging als een 'voorwaardelijke toezegging', waarvan de uitvoering pas op de langere termijn aan de orde is.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor BZK/AZ en voor Koninkrijksrelaties op 16 april 2013
EK, C
-
-
7 september 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor BZK/AZ op 11 september 2012
EK, I
-
-
7 februari 2012
toezegging gedaan
Toezegging Spreken met werknemersorganisaties (32.600) (T01604)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de werknemersorganisaties te betrekken bij de uitvoering van de onderdelen van het regeerakkoord over maximering van salarissen.
Nummer | T01604 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 november 2012 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Prof.dr. R.A. Koole (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | normering regeerakkoorden topinkomens werknemersorganisaties |
Kamerstukken | Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (32.600) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 5 - blz. 7
De heer Koole (PvdA): Alvorens daarop in te gaan, heb ik nog een enkele opmerking en vraag over het zojuist gesloten regeerakkoord. Zoals al eerder is gememoreerd, wordt daarin gesproken over een verlaging van het maximum van de topinkomens van 130% van een ministersalaris naar 100%. Mijn fractie vindt het salaris van een minister een heel mooie bezoldiging voor dergelijke zware en verantwoordelijke functies. Ik neem aan dat de nieuwe minister het daarmee eens is. Het idee om de salarissen in de publieke en semipublieke sector niet hoger te laten zijn dan een ministersalaris, komt mijn fractie daarom sympathiek over. Die maximering van de salarissen is in het nieuwe regeerakkoord overigens niet beperkt tot de topfunctionarissen; zij geldt voor alle medewerkers. Kennelijk geldt volgens de nieuwe regering niet de uitspraak van de vorige regering in de nota naar aanleiding van het verslag op pagina 5 dat "toepassing van het wetsvoorstel op alle werknemers een onaanvaardbare inbreuk zou zijn op het overleg tussen sociale partners". In het regeerakkoord worden aldus, in afwijking van het advies van de commissie-Dijkstal, veranderingen voorgesteld die zowel de hoogte als de reikwijdte van de bezoldigingsmaximering betreffen.
In de Tweede Kamer is een SP-amendement om dat maximum terug te brengen tot 100% van het brutosalaris verworpen, mede door de fracties van de partijen die het regeerakkoord nu hebben omarmd. Het voorstel in het regeerakkoord kan dus moeilijk worden geïnterpreteerd als de uitkomst van een proces van "elkaar iets gunnen" van beide coalitiepartners. Kan de minister uitleggen waarom men in het regeerakkoord nu toch met dat voorstel is gekomen? En in het verlengde hiervan, hoe ziet de minister het traject van de omzetting van dit voornemen uit het regeerakkoord in een nieuw wetsvoorstel? Aan welke termijn denkt hij daarbij? Op welke wijze gaat hij de sector bij de voorbereiding van een eventueel nieuw wetsvoorstel betrekken?
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 28
Minister Plasterk: Ik ben blij met de uitgesproken steun voor hetgeen in het regeerakkoord staat. Er is gevraagd wat ik daarvan vind. Ik heb het regeerakkoord onderschreven, ik ben dus ook zeker van plan het ter hand te nemen. Zoals dit dikke pak papier echter slechts een samenvatting is van wat er zit tussen de eenvoudige gedachte van een balkenendenorm en de uitvoering daarvan, zo zal er tussen wat in die ene zin in het regeerakkoord staat en de uitvoering daarvan heus nog wel het een en ander aan advies, sonderen, nadenken en raadplegen moeten plaatsvinden. Ik zeg tegen de heer Koole dat de werknemersorganisaties natuurlijk daarbij betrokken zullen worden.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 32
Minister Plasterk: Een aantal vragen van de heer Koole heb ik al beantwoord. Naarmate ik verder op de sprekerslijst kom, kom ik meer vragen tegen die ik al eerder heb gezien. Ik heb toegezegd om met werknemersorganisaties te spreken over hetgeen wij in het kader van het regeerakkoord gaan uitvoeren.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 6, item 7, blz. 28-41
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 6, item 5, blz. 6-16
-
17 mei 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
28 april 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 17 mei 2016
EK, E
-
-
25 april 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over het raadplegen van werknemersorganisaties in het kader van de uitbreiding van de personele reikwijdte van de WNT
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 17 mei 2016
EK 32.600, P
-
-
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
23 september 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: Het nog niet voldane deel heeft betrekking op een wetsvoorstel waarmee de WNT wordt uitgebreid naar alle werknemers. Dit tweede wetsvoorstel is nog niet in procedure en heeft een beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2017. -
11 september 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
3 juni 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
22 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over de uitvoering van de toezegging 'Spreken met werknemersorganisaties' (T01604)
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BZK/AZ op 3 juni 2014
EK 32.600, K
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
10 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 juli 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de uitvoering van de toezeggingen T01604 en T01605
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BZK/AZ op 10 september 2013
EK, J
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
3 april 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Reeds eerder heeft de minister verzocht de deadline op te schuiven naar 1 januari 2014. De commissie heeft in dit verzoek bewilligd.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor BZK/AZ en voor Koninkrijksrelaties op 16 april 2013
EK, C
-
-
5 maart 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 februari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK inzake toezegging T01604 over het betrekken van werknemersorganisaties bij de uitvoering van onderdelen van het regeerakkoord ter zake van topinkomens in de publieke en semipublieke sector
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin (BZK/AZ) op 5 maart 2013
EK, I
-
-
6 november 2012
toezegging gedaan
Toezegging Overleg over wethoudersnorm (32.600) (T01605)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Koole (PvdA) en Huijbregts-Schiedon (VVD), toe om in overleg te treden met de VNG over eigen maximumsalarissen van lokale overheden en de uitkomst van dat overleg per brief aan de Eerste Kamer mede te delen.
Nummer | T01605 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 6 november 2012 |
Deadline | 31 mei 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | W.H. Huijbregts-Schiedon (VVD) Prof.dr. R.A. Koole (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | normering topinkomens wethoudersnorm |
Kamerstukken | Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (32.600) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 5 - blz. 8-9
De heer Koole (PvdA): Tot slot heb ik nog enkele vragen ter verduidelijking van de doorwerking van de wet op het subnationale niveau. Lokale overheden geven immers soms ook subsidies aan instellingen die volgens deze wet als semipubliek zouden worden aangemerkt. Als er een dergelijke subsidierelatie aanwezig is, kan de betrokken lagere overheid dan nadere voorwaarden stellen over de maximumsalariëring bij de betreffende instelling of is het zo dat hier het in de wet gestelde maximum of het volgens deze wet door de minister vastgestelde sectorale maximum geldt en dat hiervan niet door de lagere overheden kan worden afgeweken? Een vergelijkbare vraag geldt voor het idee van een zogenaamde "wethoudersnorm" waarvoor in sommige plaatsen wordt gepleit. Kan een gemeente bepalen dat voor gemeentelijke ambtenaren die vallen onder de definitie van "topfunctionaris" in de wet, een maximumsalariëring geldt ter hoogte van het salaris van een wethouder in die gemeente? Het achterliggende idee bij deze vragen is of er hier sprake is van gemeentelijke autonomie en, zo ja, of de minister een ontwikkeling naar lokaal ingrijpen en lokale variatie wenselijk acht?
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 29-30
Minister Plasterk: Het andere algemene punt waarover verschillende leden hebben gesproken, betreft de "wethoudernorm" of de "Brabantnorm". De vraag was in hoeverre het lokale overheden is toegestaan om eigen normen te stellen. Ik stel voorop dat als die eigen normen ruimer zijn dan die in de WNT, overheden tegen de grens van de WNT oplopen. Dan geldt vanzelfsprekend de Wet normering topinkomens. Ik aarzel eigenlijk om mij uit te spreken over de bevoegdheden van lokale overheden om verdere grenzen te stellen. Zij zullen zich moeten houden aan de wet en aan de geldende collectieve arbeidsovereenkomsten. De vrijheid van onderhandelen geldt natuurlijk ook voor die kant van de spiegel. Als zij zich in de rol van werkgever voornemen om niet meer dan een bepaald salaris te betalen, dan kan ik niet vanuit mijn positie overzien of zij die ruimte krijgen. Of dat rechtmatige subsidievoorwaarden zouden zijn, valt in elk geval buiten de reikwijdte van deze wet. Ik kom dus eigenlijk niet toe aan het geven van een specifiek antwoord op de vraag naar de wenselijkheid van zo'n lokale norm.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 37
De heer Koole (PvdA): Mijn volgende opmerking betreft de wethoudersnorm, de Brabantnorm. Hebben lagere overheden die bijvoorbeeld een subsidierelatie hebben met een instelling, de vrijheid om een eigen norm te stellen? Geldt dit ook ten aanzien van de eigen ambtenaren die onder de definitie van deze wet vallen? De eigen norm zal nooit hoger zijn dan het maximum dat in de wet is vastgesteld, maar kan hij wel lager zijn? Kiest de minister voor de autonomie van de gemeenten? Dat kan, dat is een heel principiële keuze. Het effect daarvan kan echter zijn dat het in de ene gemeente zus en in de andere gemeente zo is geregeld en dat ambtenaren die van de gemeente naar het Rijk gaan, met verschillende regimes te maken krijgen. Of wil de minister dit niet en streeft hij ernaar dat de vrijheid van gemeenten in het stellen van een norm voor de maximumsalariëring van ambtenaren beperkt wordt? Daarover zou ik graag duidelijkheid krijgen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 38
Mevrouw Huijbregts-Schiedon (VVD): Ik kom nog even terug op de decentrale overheden. Dit lijkt wel afgesproken met de heer Koole, maar het is puur toeval in dit geval. De minister is niet heel erg duidelijk over de eigen normen van de decentrale overheden. Ik begrijp dit best. Natuurlijk gaat men niet over de norm heen. Wat zijn echter de effecten als het de gemeenten of provincies – Brabant is daar een voorbeeld van – vrijstaat om onder de normen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector te gaan zitten? Ik had het daarnet even gekscherend over het wethoudersalaris. Als je het wethouderssalaris als norm neemt, kom je in Amsterdam natuurlijk op een totaal andere norm uit dan in Oosterhout. Ik vraag hier graag aandacht voor. Als de minister toch gaat praten met de VNG en waarschijnlijk ook nog weleens met het IPO over de grens van 500.000 voor gesubsidieerde instellingen, kan hij dit dan ook aan de orde stellen? Laat de Kamer even weten wat de uitkomst daarvan is. Kunnen daar verdere afspraken over gemaakt worden?
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 6, item 7 - blz. 40
Minister Plasterk: Ik dank de heer Koole voor de toelichting over het punt waarover wij daarnet een discussie hebben gehad. Dan de wethoudersnorm. Wil ik de vrijheid beperken van lokale overheden om een eigen norm in te stellen of kies ik voor de autonomie van de gemeenten? Ik wil in deze Kamer toch een enigszins constitutioneel antwoord op geven en precies zijn over wat aan mij is om bij de bespreking van dit wetsvoorstel te antwoorden. Nee, ik wil niet de vrijheid van het lokaal bestuur beperken om eigen keuzes te maken. Dat zou ik ook helemaal niet mogen doen, maar daarmee is niet gezegd dat elke keuze mag. Ik kan werkelijk niet overzien of het in rechte houdbaar is wanneer men bij een gesubsidieerde instelling besluit om een bepaald maximumsalaris als voorwaarde op te leggen. Daarover zou ik advies moeten vragen. Dat kan ik niet overzien en ik weet ook niet of dat wenselijk is. Ik weet wel dat het lokaal bestuur zich voor het eigen personeel, dat volledig valt onder categorie 1, dus met maximumbetaling, er wel aan zal moeten houden. Nogmaals, ik heb niet het voornemen om dat vanaf hier te beperken, maar het kan een zekere beperking hebben. Of het wijs is om het te doen is aan het direct gekozen lokaal bestuur, dus ik wil daar niet in treden. Ik kan wel toezeggen om in overleg te treden met de VNG en te vragen hoe zij hiermee denkt om te gaan. Ik zeg toe dat ik de uitkomst van dat overleg per brief aan deze Kamer zal meedelen. Ik zie dit als een acceptabele manier om met dit onderwerp om te gaan.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 6, item 7, blz. 28-41
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 6, item 5, blz. 6-16
-
12 juli 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
7 juli 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over eigen maximumsalarissen van lokale overheden
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 12 juli 2016
EK 32.600, Q
-
-Antwoorden op kamervragen van de Tweede Kamerleden Koolmees en Kerstens over de uitspraak van de Raad van State dat Haagse subsidieregels die topsalarissen verbieden in strijd zijn met de wet
-
-
17 mei 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
28 april 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 17 mei 2016
EK, E
-
-
22 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
14 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BiZa/AZ op 22 september 2015
EK 34.000 VII / 34.000 IV, F
-
-
8 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
8 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over de voortgang van de normering van topinkomens in de (semi)publieke sector
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK 32.600, N
-
-
16 juni 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
29 mei 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief inzake uitstelbericht modelaanpak decentrale normstelling
voor kennisgeving aangenomen op 16 juni 2015
EK 32.600 / 33.978, M
-
-
17 maart 2015
nieuwe deadline: 31 mei 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 18 december 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: In de Memorie van antwoord van april 2014 is dit onderwerp wel behandeld, maar is de toezegging nog niet afgedaan. Inmiddels is de stand van zaken dat definitieve conclusies op dit vlak naar verwachting in het najaar aan de Eerste Kamer gezonden kunnen worden.
De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 18 december 2014.
-
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
10 september 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 juli 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de uitvoering van de toezeggingen T01604 en T01605
voor kennisgeving aangenomen door de commissie BZK/AZ op 10 september 2013
EK, J
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
3 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor BZK/AZ en voor Koninkrijksrelaties op 16 april 2013
EK, C
-
-
6 november 2012
toezegging gedaan
Toezegging Instrument voor ondersteuning lokale politieke partijen (32.752) (T01688)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de mogelijkheid van een instrumentondersteuning voor lokale politieke partijen ten behoeve van financiële rapportage te betrekken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel dat de financiering van deze partijen regelt.
Nummer | T01688 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 26 februari 2013 |
Deadline | 1 april 2020 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Prof.dr. R.A. Koole (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | financiering lokale partijen politieke partijen |
Kamerstukken | Wet financiering politieke partijen (32.752) |
Handelingen I 2012/2013, nr. 18, item 2, p. 8
De heer Koole (PvdA): Zou de minister, tegelijk met de voorbereiding van dit nieuwe wetsvoorstel, niet ook moeten werken aan een instrument, bijvoorbeeld een computerprogramma, dat door het ministerie aan de partijen wordt aangeboden om hun financiën op degelijke en overzichtelijke wijze te administreren en te rapporteren? Ik stel dat voor om de verzwaring van administratieve lasten voor politieke partijen tegen te gaan. Ik stel die vraag nu al, en niet pas wanneer dat wetsvoorstel onze Kamer bereikt, omdat dit de nodige voorbereiding kost en er zo geen tijd verloren gaat. Is de minister bereid de mogelijkheden van zo 'n instrument op korte termijn te onderzoeken?
(...)
Handelingen I 2012/2013, nr. 18, item 5, p. 28
Minister Plasterk: De heer Koole heb ik geantwoord inzake de gelijkheid van kansen als uitgangspunt en inzake uitbreiding naar lokaal en de termijnen daarvoor. Ik zal de mogelijkheid van een instrumentondersteuning voor die lokale partijen daarbij betrekken. Bij de behandeling van dit wetsvoorstel kan dit punt terugkomen.
(...)
Handelingen I 2012/2013, nr. 18, item 5, p. 34
De heer Koole (PvdA): Ik ben blij dat de minister zegt ook bij de nieuwe wet die eraan komt op het lokale niveau de ontwikkeling mee te nemen van een instrument, misschien een computerprogramma of wat dan ook, waardoor de administratieve last voor partijen kleiner kan worden en bovendien de rapportage van financiën van de lokale partijen naar een centraal niveau wordt vereenvoudigd. Dat scheelt de partijen administratieve lasten en bovendien heeft de minister dan de beschikking over uniforme en degelijke rapportages.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 18, item 5, blz. 22-42
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 18, item 2, blz. 2-19
-
10 maart 2020
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
3 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 10 maart 2020 door de commissies BiZa/AZ en KOREL voor kennisgeving aangenomen.
EK 35.300 VII / 35.300 IV, E
-
-
29 oktober 2019
nieuwe deadline: 1 april 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 oktober 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van BZK over de motivering bij verzoeken om deadlines bij een aantal toezeggingen te verschuiven en over het voorgenomen wetgevingstraject naar aanleiding van toezeggingen over de financiering van politieke partijen
Op 29 oktober 2019 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ.
EK, A
-
-
10 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 10 september 2019
EK 35.000 VII / 35.000 IV, D
-
-
2 oktober 2018
nieuwe deadline: 31 oktober 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 11 september 2018
- voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 2 oktober 2018
EK 34.775 VII / 34.775 IV, G
-
-
6 februari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
1 februari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK ter aanbieding van het eindrapport van de Evaluatie- en adviescommissie Wet financiering politieke partijen
op 6 februari 2018 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ
EK, O
-
-
12 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 augustus 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
16 mei 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 mei 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief inzake Instelling Evaluatie- en adviescommissie Wet financiering politieke partijen
voor kennisgeving aangenomen op 16 mei 2017
EK, N
-
-
21 maart 2017
nieuwe deadline: 1 augustus 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 21 maart 2017
EK, C
-
-
13 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 augustus 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
op 13 september 2016 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ
EK, G
-
-
16 juni 2015
nieuwe deadline: 1 januari 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
2 juni 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake toezegging T01688
voor kennisgeving aangenomen op 16 juni 2015
EK, M
-
-
28 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 1 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
14 januari 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 december 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over de (internet)consultatie met betrekking tot het wetsontwerp tot Wijziging van de Wet financiering politieke partijen voor transparantie bij lokale partijen (naar aanleiding van de toezeggingen T01684, T01685 en T01688)
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) op 14 januari 2014
EK, J
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
26 februari 2013
toezegging gedaan
Toezegging Hoofdstuk 7 Grondwet (CII) (T01721)
De Minister van Binnenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Engels (D66), toe dat hij in zijn aan de Kamer te sturen beschouwing over een aantal elementen uit de visienota ook aandacht zal besteden aan heel Hoofdstuk 7 van de Grondwet, met name aan de in de motie-Engels c.s. genoemde elementen.
Nummer | T01721 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 juni 2013 |
Deadline | 1 april 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | prof. mr. J.W.M. Engels (D66) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Grondwet hoofdstuk 7 notitie |
Kamerstukken | Nota ‘Bestuur in samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland.’ (CII) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 31, item 11 - blz. 87
De heer Engels (D66): Dan kom ik op mijn tweede punt: de Grondwet en hoofdstuk 7. Helaas heeft de minister daar niet op gereageerd. We hebben ook even die pauze moeten nemen. Daar had ik overigens alle begrip voor; ik had zelf ook wel even behoefte aan een pauze. Misschien dat de minister er straks toch nog iets over zegt, maar dat noodzaakt me toch om nu een motie in te dienen, want anders is het moment voorbij. Met die motie vragen we de minister met dezelfde indringendheid om als minister van BZK zijn verantwoordelijkheid ook voor een levende en geactualiseerde Grondwet te nemen. We vragen hem niet alleen te kijken naar de voorgenomen deconstitutionalisering van de aanstelling van de burgemeester en de commissaris van de Koning, alsmede de PBO, maar ook om hoofdstuk 7 nog eens tegen het licht te houden gelet op de ontwikkelingen. Kunnen we dit niet zo opschrijven dat de Grondwet een echte norm wordt voor de kwaliteit van het openbaar bestuur?
Motie
De voorzitter: Door de leden Engels, Koffeman, Thom de Graaf, Nagel en Holdijk wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
gelezen de in de nota Bestuur in Samenhang opgenomen voorstellen voor wijziging van de Grondwet inzake de deconstitutionalisering van de aanstellingswijze van de burgemeester en de Commissaris van de Koning, alsmede inzake de hervorming van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie;
constaterende dat in dat verband blijkbaar niet wordt gedacht aan een algehele herziening van hoofdstuk 7 van de Grondwet;
van mening dat de wetgever zich rekenschap dient te geven van zijn verantwoordelijkheid de Grondwet aangesloten te houden bij de constitutionele ontwikkelingen, waaronder begrepen de aangepaste wetgeving inzake de inrichting en de werking van het decentraal bestuur;
verzoekt de regering, een voorstel te ontwerpen voor een geactualiseerde en meer richtinggevende invulling van hoofdstuk 7 van de Grondwet en daarbij, naast de al voorgenomen aanpassingen, in ieder geval de volgende elementen te betrekken: a. een plaatsbepaling van de bestuurlijke hoofdstructuur waaruit het primaat ten opzichte van andere bestuursvormen blijkt; b. een herijking van de in de artikelen 124 en 125 opgenomen formuleringen die nog verwijzen naar het monistische bestuursmodel; c. de constitutionalisering van het beginsel van de lokale en provinciale autonomie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter D (CII).
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 31, item 11 - blz. 91
Minister Plasterk: De heer Engels heeft twee moties ingediend. In de eerste motie wordt gevraagd om een voorstel over een geactualiseerde invulling van hoofdstuk 7 van de Grondwet. Ik vraag de heer Engels of hij de motie in die zin aanpast dat daarin wordt gevraagd om een beschouwing over de geactualiseerde invulling van hoofdstuk 7 en niet per se om een voorstel. In de nota heb ik gezegd dat ik voornemens ben om nog dit jaar een beschouwing te schrijven over wat wij voorhebben met hoofdstuk 7. Of dit leidt tot een ingrijpende wijziging, kan een onderdeel van de beschouwing zijn.
De heer Engels (D66): De minister zal in zijn beschouwing dus aandacht besteden aan hoofdstuk 7 en de door mijn genoemde elementen. Dat lijkt mij een heel goede aanzet. Dan wordt het toch nog een mooie avond.
Minister Plasterk: Ja. Als de motie in die zin wordt bijgesteld, laat ik het oordeel over de motie graag aan de Kamer.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 33, item 4 - blz. 18
De heer Engels (D66): Voorzitter. De minister heeft op dit punt in het debat de toezegging gedaan dat hij in de voorbereiding van de beschouwing die hij zal uitbrengen over een aantal constitutionele aspecten uit de visienota, ook nadrukkelijk aandacht zal besteden aan de door mij geadresseerde problematiek van de actualiteit van Hoofdstuk 7. Mijn fractie vindt dat voorshands voldoende om de minister die ruimte te laten. Ik wil daarom graag de motie aanhouden.
Brondocumenten
-
stemming over moties ingediend tijdens het debat over de inrichting van het openbaar bestuur Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 4, blz. 17-18
-
voortzetting debat over de inrichting van het openbaar bestuur Handelingen EK 2012/2013, nr. 31, item 11, blz. 68-92
-
-
19 mei 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
28 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief met de beschouwing inzake Hoofdstuk 7 van de Grondwet
voor kennisgeving aangenomen op 19 mei 2015
EK CII, J
-
-
17 maart 2015
nieuwe deadline: 1 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
13 januari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
19 december 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over uitstel van het gestand doen van toezeggingen met betrekking tot Hoofdstuk 7 van de Grondwet
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 13 januari 2015
EK, I
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 1 januari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Reactie op toezegging hangt samen met de aan de Tweede Kamer toegezegde notitie over tussentijdse raadsontbinding. Beide Kamers zullen eind 2014 worden geïnformeerd.
De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 januari 2015.
-
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
18 juni 2013
toezegging gedaan
Toezegging Ontwikkelagenda Caribisch Nederland (33.400 IV) (T01752)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Linthorst, toe om de ontwikkelingsplannen per eiland inclusief het beoogde voorzieningenniveau, nadat zij afgestemd zijn met de andere departementen, aan de Kamer te doen toekomen.
Nummer | T01752 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 4 juni 2013 |
Deadline | 2 juli 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | drs. M.Y. Linthorst (PvdA) |
Commissie | commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Ontwikkelagenda |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33.400 IV) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 29, item 6, blz. 57
Mevrouw Linthorst (PvdA):
Wij hebben gevraagd naar een ontwikkelagenda. De minister zegt dat die er is. Als die er is, zou ik die heel graag zien. En als die er niet is, zou ik willen weten wanneer die dan komt. In een rapport van de Algemene Rekenkamer van november 2012 zag ik dat de Rekenkamer vaststelt dat het wenselijk is – de minister onderschreef dat in het rapport – dat voor de evaluatie per departement wordt gekeken wat het gewenste voorzieningenniveau is en dat dit nog niet door alle departementen gerealiseerd is. De Algemene Rekenkamer wijst erop dat het ministerie van OCW dat als een van de weinige al wel helemaal heeft gedaan.
Handelingen I 2012-2013, nr. 29, item 6, blz. 60
Minister Plasterk:
Aan het adres van mevrouw Linthorst kan ik melden dat de ontwikkelingsplannen er per eiland komen. Die worden met andere departementen afgestemd en dan zal ik er vanzelfsprekend voor zorgen dat zij naar de Kamer worden gezonden.
Mevrouw Linthorst (PvdA):
Ik begrijp nu waarom wij daar misschien verschillende beelden bij hebben. Ik bedoelde met een ontwikkelagenda dat er vanuit de departementen, vanuit Nederland, ook nagedacht wordt over de vraag wat naar Nederlandse maatstaven een acceptabel voorzieningenniveau is, zoals de heer Van Kappen het zo mooi noemde. Dat zijn twee verschillende dingen. De plannen van de eilanden is één, maar de ideeën waar het heen moet met het voorzieningenniveau op de eilanden per departement is twee en natuurlijk in eerste instantie een verantwoordelijkheid van het departement zelf. Daarvan heeft de Algemene Rekenkamer in november gezegd dat dit nog niet op ieder departement volledig op orde was en dat dit wel klaar zou moeten zijn voor de evaluatie. Komen er ook ontwikkelagenda's vanuit de departementen en, zo ja, wanneer komen die dan?
Minister Plasterk:
Mijn voornemen is om ervoor te zorgen dat die ontwikkelplannen van de eilanden, die in samenspraak met de departementen worden gemaakt, één plan worden waaraan de departementen en dus ook het Nederlandse kabinet zich committeren. Zo krijgen we niet weer twee verschillende series plannen. Dan is het namelijk ook de vraag of dat wat de eilanden willen wel aansluit op wat de Nederlandse regering op die terreinen te bieden heeft en zijn we nog niet veel opgeschoten. We schrijven mee aan die eilandenplannen vanuit de departementen. Alleen al daarom is men gecommitteerd aan die plannen. Ik zou dat dus het liefst inderdaad in samenhang doen.
Brondocumenten
-
voortzetting debat over de toekomst van het Koninkrijk in brede zin Handelingen EK 2012/2013, nr. 29, item 6, blz. 38-61
-
12 april 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
5 april 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief inzake afschrift van de brief aan de Tweede Kamer inzake Caribisch Nederland
voor kennisgeving aangenomen op 12 april 2016
EK, I
-
-
23 juni 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 juni 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
31 maart 2015
nieuwe deadline: 2 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
30 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
4 juni 2013
toezegging gedaan
Toezegging Planning, opzet en opdracht evaluatie staatkundige structuur (33.400 IV) (T01753)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf en Van Bijsterveld, toe om de opzet en opdracht voor de evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur binnen het Koninkrijk in november/december 2013 aan de Kamer te doen toekomen. Bij het maken van de planning van de evaluatie zal de minister goed afwegen of een extern aanbesteed onderzoek ten aanzien van de evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur nodig is. De minister zal bij het formuleren van de opzet en opdracht ook ingaan op de vraag of het Statuut aan de orde wordt gesteld, nadat hij dit besproken heeft met de andere landen in het Koninkrijk. Voorts zal de minister bij de evaluatie de functie, naamgeving en bevoegdheden van de Rijksvertegenwoordiger meenemen.
Nummer | T01753 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 4 juni 2013 |
Deadline | 31 december 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | prof. dr. S.C. van Bijsterveld (CDA) Mr. Th.C. de Graaf (D66) |
Commissie | commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | evaluaties staatkundige structuur |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33.400 IV) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 29, item 6, blz. 39
Minister Plasterk:
Als het allemaal goed loopt, krijg ik deze zomer de voorlichting van de Raad van State. Dan bereiken we een akkoord over de opzet van het onderzoek. In november 2013 informeer ik de MR over de opdracht voor een evaluatie. Dat gaat per brief naar de Eerste en Tweede Kamer, die het van belang vinden te weten wat de precieze opdracht voor die evaluatie wordt. Dan volgen er debatten. Vervolgens gaat er een definitieve versie van de terms of reference uit, waarna er een EU-aanbesteding en de gunning van het onderzoek volgen. Inmiddels zitten we dan in 2014, in welk jaar er een rapportage komt, die voortdurend moet worden besproken met de andere partners. In deze planning gaat alles in december 2015 naar Eerste en Tweede Kamer, met de bedoeling dat we in 2016 een besluit kunnen nemen. Dat is de planning als alles ideaal verloopt. Ik wil met alle plezier in commissie- of ander verband eens bespreken of die planning wel realistisch is. Ik denk van wel. Ik denk zelfs dat ze optimistisch is. Niemand wil dat het stemrecht voor de Eerste Kamer nog zo lang wegblijft voor de bewoners van de BES-eilanden. Tegelijkertijd zie ik het bezwaar van het veranderen van de Grondwet terwijl de evaluatie nog niet klaar is.
De heer Thom de Graaf (D66):
Ik denk dat deze Kamer zich daar terdege van bewust is. Het gaat nota bene om stemrecht ten behoeve van deze Kamer. Het is niet zo dat deze Kamer willoos laat gebeuren dat de eerste lezing niet meer wordt afgehandeld voor de eerstvolgende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Daar zijn we zelf bij. Dat is een belangrijke constatering, want het betekent dat wijzelf in de gaten kunnen houden wat de planning van de minister is en of onze planning daarop kan aansluiten. Ik ben het met de minister eens dat we over die tabel nog eens in kleiner verband moeten komen te spreken. Maar de minister heeft het over een onderzoek dat leidt tot een Europese aanbesteding, wat wel een specifieke invulling van het begrip "evaluatie" is. Het was mij niet duidelijk dat dat uit de wetgeving voortvloeit. De minister zou ook kunnen kiezen voor een gezaghebbende commissie die misschien wat onderzoek laat doen, zonder dat daaraan direct Europese aanbestedingen met termijnen te pas komen. Die termijnen zouden het inderdaad krap maken. Is dat geen politieke keuze van de minister, die zodanig interpretabel is dat je ook iets anders zou kunnen doen?
Minister Plasterk:
Ik heb hierover advies gevraagd van de Raad van State, wat gevolgen kan hebben voor de tijdstabel. Daar staat wel tegenover dat de Kamerbehandeling redelijk krap is ingepland. Dit zijn zaken waarvan ik me kan voorstellen dat het langer duurt dan gepland. Nogmaals, ik weet niet hoeveel tijd de andere koninkrijkspartners nodig hebben voor het vormen van hun mening. In die zin weet ik niet of dat netto gezien korter is dan wat ik net aangaf. Ik stel voor dat we daar nog eens in detail naar kijken, aan de ene kant om te zorgen dat mensen het stemrecht zo snel als praktisch mogelijk is krijgen, terwijl aan de andere kant de Grondwet niet nodeloos wordt veranderd.
De heer Thom de Graaf (D66):
Ik vind dat prima. Ik vraag alleen aan de minister om bij die gelegenheid goed af te wegen of zo'n extern aanbesteed onderzoek nodig is, of dat het veel beter in de vorm van een commissie kan worden gedaan. Ik denk aan een commissie van gezaghebbende mensen uit verschillende landen. Dat zou misschien helpen.
Minister Plasterk:
Ik zeg toe dat ik dat zal overwegen.
Handelingen I 2012-2013, nr. 29, item 6, blz. 41
Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):
Ik wil er nog één vraag aan vastkoppelen. De minister zegt dat het niet zo handig is om na tweeënhalf jaar de naam te veranderen. Wij krijgen echter nog een evaluatie. Ik neem aan dat in het kader van de evaluatie die functie wordt meegenomen. Het ligt dan voor de hand om dit soort zaken te bekijken, inclusief de naamgeving en de bevoegdheden. Is de minister bereid om dit punt in de evaluatie mee te nemen?
Minister Plasterk:
Ik ben daartoe bereid. Ik gaf slechts een eerste reactie op de vraag, maar dat is natuurlijk mogelijk.
Handelingen I 2012-2013, nr. 29, item 6, blz. 49
Minister Plasterk:
Dan kom ik op de vragen van de heer De Graaf. Hij herinnerde mij er terecht aan, zoals ik al in mijn inleiding zei, dat die evaluatie binnen zes jaar moet plaatsvinden. Dat is een wettelijke verplichting. We gaan doen wat we kunnen. Kan daarbij ook gekeken worden naar het Statuut? Als daar aanleiding voor is, kan dat een reden zijn om het Statuut opnieuw aan de orde te stellen. Dat moet dan wel met instemming van vier landen veranderd worden. Ik sluit dat echter niet op voorhand uit. Ik ben het met de heer De Graaf eens dat het Statuut al heel lang meegaat en daardoor wellicht zijn actualiteitswaarde verliest.
De heer Thom de Graaf (D66):
Op zichzelf pleit het juist voor het Statuut dat het al bijna 60 jaar meegaat. Net als ik heeft ook de heer Van Kappen de minister eraan herinnerd dat het Statuut op onderdelen in zekere zin obsoleet is geworden. Het is dus verstandig om dat toch eens te doen. Overigens is dit een voornemen dat al lang in de pen lag, want ook voor de tijd die ik beschreef, werd er al gedacht aan de instelling van een staatscommissie. Is de evaluatie van de nieuwe staatkundige verhoudingen niet een goed moment om dat mee te nemen? Ik zou het zeer plezierig vinden als de minister zou toezeggen dat dit in zijn denken wordt meegenomen en dat hij de Kamer daarover zal rapporteren als hij komt te spreken over het tijdpad en de inhoud van de evaluatie.
Minister Plasterk:
We gaan sowieso de opdracht voor die evaluatie in de Kamers bespreken. Laten we in die context bekijken of dit ook op de agenda wordt gezet. Dat zou mij ook de gelegenheid geven om te bekijken hoe de andere landen hier tegenover staan. Zij moeten het er ook mee eens zijn, want zonder hun instemming kunnen we het überhaupt niet veranderen. Als we het zo zouden mogen doen, kunnen we het netjes in de procedure passen.
Brondocumenten
-
voortzetting debat over de toekomst van het Koninkrijk in brede zin Handelingen EK 2012/2013, nr. 29, item 6, blz. 38-61
-
24 mei 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 mei 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten: -
22 september 2015
nieuwe deadline: 31 december 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
14 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BiZa/AZ op 22 september 2015
EK 34.000 VII / 34.000 IV, F
-
-
31 maart 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
18 november 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
12 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief inzake Evaluatie justitiële rijkswetten, met de Evaluatieopdracht justitiële consensusrijkswetten ten aanzien van Gemeenschappelijk Hof van Justitie, openbaar ministerie, politie en Raad voor de Rechtshandhaving
Voor kennisgeving aangenomen op 18 november 2014
EK, F
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
26 november 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 november 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 november 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 juni 2013
toezegging gedaan
Toezegging Proefschrift betrekken bij formulering grondwetsartikel (31.570) (T01776)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe het proefschrift van de heer Leeuw te betrekken bij de formulering van een grondwetsartikel over het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter.
Nummer | T01776 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 10 september 2013 |
Deadline | 1 april 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | eerlijk proces Grondwet |
Kamerstukken | Herziening Grondwet (31.570) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 36, item 4 - blz. 5-6
Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Zoals wij gezien hebben, pleitte ook de Staatscommissie Grondwet in haar rapport van november 2010 unaniem voor opneming van een algemeen recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter in de Grondwet. Alleen over de formulering van dat recht was de commissie niet unaniem. De minister zal ongetwijfeld kennis hebben genomen van de publicatie van de heer Leeuw, die op 13 juni jongstleden aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam is gepromoveerd op het onderwerp "Grondwet en eerlijk proces, een onderzoek naar de meerwaarde van het opnemen van het recht op een eerlijk proces in de Nederlandse Grondwet". Zijn conclusie wil ik u niet onthouden. "Alles overziend, kan aan het eind van het onderzoek de conclusie getrokken worden dat de vraag of een recht op een eerlijk proces in de Grondwet dient te worden opgenomen, positief kan worden beantwoord. De mogelijke meerwaarde kan groot zijn en zich op diverse terreinen en ten opzichte van diverse aspecten verwezenlijken. Daarnaast zijn bezwaren tegen opname van een dergelijk recht eigenlijk niet of nauwelijks aanwezig of steekhoudend. (...) Op grond van het voorgaande mag duidelijk zijn dat het (het) meest voor de hand ligt om in ieder geval over te gaan tot het invoegen van het recht op een eerlijk proces, en wel bij voorkeur in Hoofdstuk 1 van de Grondwet. Als het gaat om de inhoud van de bepaling staat vast dat in ieder geval de open norm van het recht op een eerlijk proces in de bepaling zou moeten worden opgenomen. Dit om als basis te (kunnen) dienen voor de rechter om een model van rechtsvorming op te zetten. Indien er gekozen zou worden om te volstaan met de opname van een verzameling van deelrechten van het recht op een eerlijk proces, is er geen legitimerende basis voor een dergelijk model."
In genoemd proefschrift krijgt de minister als het ware panklaar een aantal keuzes opgediend, waaruit hij een keuze kan maken om dit grondrecht handen en voeten te geven. Wij hopen, vertrouwen en gaan ervan uit dat de minister bereid is om de aanbevelingen van dit proefschrift te betrekken bij de vormgeving van de concrete grondwetsherzieningsbepaling. Wij willen wel graag uit de mond van de minister horen dat hij dit ook zal doen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 36, item 4 - blz. 10
Minister Plasterk: Dank voor deze toelichting. U vroeg om de toezegging dat het proefschrift van de heer Leeuw hierbij kan worden betrokken. Dat zal gebeuren.
Brondocumenten
-
17 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
11 september 2014
nieuwe deadline: 1 april 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: De Eerste Kamer is op 17 maart 2014 (EK 2013–2014, 31 570, J) over de nadere tijdsplanning geïnformeerd. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. -
6 mei 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
25 september 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de beoogde procedure met betrekking tot de uitvoering van de motie-Engels c.s. en de motie-Lokin-Sassen c.s.
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) op 8 oktober 2013
EK, H
-
-
10 september 2013
toezegging gedaan
Toezegging Rol van de Eerste Kamer in het formatieproces (33.750) (T01804)
De minister-president, minister van Algemene Zaken, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kuiper (ChristenUnie), toe dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in zijn aan de Tweede Kamer toegezegde notitie over de Eerste Kamer ook aandacht besteedt aan de rol van deze Kamer in het formatieproces.
Nummer | T01804 |
---|---|
Status | afgevoerd |
Datum toezegging | 29 oktober 2013 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Eerste Kamer kabinetsformatie |
Kamerstukken | Miljoenennota 2014 (33.750) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 5, item 4 - blz. 38
De heer Kuiper (ChristenUnie): Een zorgvuldige omgang met instituties heeft ook rechtstreekse politieke betekenis. Laat ik maar dicht bij huis blijven. We hebben een jaar achter ons waarin aanvankelijk werd opgemerkt hoe verfrissend het is dat een kabinet om steun moet werven in de Eerste Kamer. Later waren er waarschuwingen te horen dat een Eerste Kamer die wetten tegenhoudt, moet worden opgeheven. De politieke les van het Herfstakkoord lijkt me ondubbelzinnig: een kabinet kan niet effectief zijn zonder toereikende steun in de Eerste Kamer. Dat is wat mijn fractie betreft een herbevestiging van een oude regel. Vorig jaar heb ik de minister-president hier gevraagd of bij een volgende formatie teruggekeerd kan worden naar de praktijk zoals die gold toen de Koning de formatieopdracht gaf en vroeg om een "vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal". De minister-president zei toen dat hij er niet over ging. Misschien gaat hij er inmiddels wel over, aangezien hij in de Tweede Kamer een opdracht heeft aanvaard om een studie te doen naar de Eerste Kamer. Daarmee geeft hij aan dat het kabinet bevoegd is om iets te zeggen over de Eerste Kamer. Ik juich het toe als er een vergelijkende studie komt naar de verdiensten van een bicameraal stelsel. Prachtig! Maar nu de minister-president er dan toch over blijkt te gaan, wil ik hem vragen om in die studie ook aandacht te besteden aan de rol van de Eerste Kamer in het formatieproces, in die vruchtbare samenwerking tussen de regering en de Staten-Generaal die wordt gezocht.
(...)
Handelingen I 2013-2014, nr. 5, item 4 - blz. 63
Minister Rutte: Dan kom ik bij de positie van de Eerste Kamer. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een notitie toegezegd. Die zal een inventarisatie bevatten van de verschillende opties voor de verhouding tussen de Tweede Kamer en de Eerste Kamer en ook de zaken behandelen die tot nu toe daarover naar voren zijn gekomen in de discussie. Wij zullen ervoor zorgen dat de heer Kox daarbij volledig aan zijn trekken komt, omdat zijn voorkeursoptie was neergelegd in de Grondwet van 1814, maar na de discussie in de tweede grondwetscommissie-Van Hogendorp in 1815 is verworpen ten gunste van het huidige tweekamerstelsel.
Het verzoek van de heer Kuiper in dat verband is interessant. Het betreft de plaats van de Eerste Kamer bij de formule "vruchtbare samenwerking tussen regering en Staten-Generaal" die in vele, maar niet alle formatieopdrachten is terug te vinden. Het lijkt mij de moeite waard dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook dit punt betrekt bij zijn onderzoek.
Brondocumenten
-
voortzetting Algemene politieke beschouwingen Handelingen EK 2013/2014, nr. 5, item 4, blz. 29-79
-
10 maart 2020
nieuwe status: afgevoerd
Voortgang: -
3 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 10 maart 2020 door de commissies BiZa/AZ en KOREL voor kennisgeving aangenomen.
EK 35.300 VII / 35.300 IV, E
-
-
10 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 10 september 2019
EK 35.000 VII / 35.000 IV, D
-
-
9 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 9 april 2019 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ.
EK 35.000 VII / 35.000 IV, C
-
-
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
28 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief inzake toezegging T01804 over de rol van de Eerste Kamer in het formatieproces
voor kennisgeving aangenomen op 28 april 2015
EK, E
-
-
24 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
19 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
op 24 maart 2015 voor kennisgeving aangenomen
EK, D
-
-
26 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister-president naar aanleiding van het halfjaarlijkse rappel met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
op 15 april 2014 voor kennisgeving aangenomen door de commissie BZK/AZ
EK, V
-
-
29 oktober 2013
toezegging gedaan
Toezegging Evaluatie Adviespunt Klokkenluiders (33.258) (T01949)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vos (GroenLinks), toe de evaluaties van het Adviespunt Klokkenluiders en de Onderzoeksraad Integriteit Overheid beschikbaar te stellen voor eenieder, waaronder de Eerste Kamer.
Nummer | T01949 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 20 mei 2014 |
Deadline | 1 juli 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Ir. M.B. Vos (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | Adviespunt Klokkenluiders evaluaties Huis voor klokkenluiders |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Voortman, Segers, Thieme en Klein Wet Huis voor klokkenluiders (33.258) |
Handelingen I 2013-2014, nr. 30, item 3 - blz. 11
Mevrouw Vos (GroenLinks): Ik sluit af met een vraag aan de minister. Hij vindt de timing van dit initiatief ongelukkig en wil dat de evaluatie wordt afgewacht. Mijn fractie vindt dat het nooit te vroeg is om de rechtspositie van klokkenluiders te versterken. Wat ons betreft, hadden wij dit al eerder moeten regelen. Vandaar ook dat wij dit initiatief van zo'n groot belang vinden. Als de minister een wezenlijke bijdrage wil leveren — en zo kennen wij hem ook — aan het goede verloop van dit wetgevingsproces, wil hij dan niet al eerder, wellicht nu, de belangrijkste bevindingen aan de Kamer meedelen van de evaluaties van het Adviespunt Klokkenluiders en de Onderzoeksraad Integriteit Overheid die op 1 juli a.s. worden gepresenteerd. Is de minister op enigerlei wijze in staat om ons al eerder hiervan in de kennis stellen, zodat wij dit kunnen betrekken bij de eindbeoordeling van dit initiatiefwetsvoorstel?
(...)
Handelingen I 2013-2014, nr. 30, item 10 - blz. 4
Minister Plasterk: Mevrouw Vos stelde een vraag over de evaluatie van het Adviespunt Klokkenluiders en over de onderzoeksraad. Waardering voor het feit dat het Adviespunt Klokkenluiders heeft besloten eerder te evalueren. Het streven is dat die evaluatie per 1 juli beschikbaar is. Het korte antwoord op de vraag is: ja, natuurlijk is het goed om die erbij te betrekken. Zodra die evaluatie er is, zal ik ervoor zorgen dat die beschikbaar is voor eenieder.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 30, item 10
-
behandeling Handelingen EK 2013/2014, nr. 30, item 3
-
23 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
11 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie BZK/AZ op 23 september 2014
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor KOREL op 30 september 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, F
-
-
9 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
24 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK ter aanbieding van het rapport 'Veilig misstanden melden op het werk'
voor kennisgeving aangenomen op 9 september 2014
EK, G
-
-Evaluatie Onderzoeksraad Integriteit Overheid en Adviespunt Klokkenluiders
-
-
20 mei 2014
toezegging gedaan