Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2722(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0397/2011

Debatten :

PV 07/07/2011 - 3
CRE 07/07/2011 - 3

Stemmingen :

PV 07/07/2011 - 7.7
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0338

Aangenomen teksten
PDF 119kWORD 41k
Donderdag 7 juli 2011 - Straatsburg
Regeling voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest behoeftigen in de Unie
P7_TA(2011)0338RC-B7-0397/2011

Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2011 over de regeling voor voedselverstrekking aan de meest behoeftigen in de Unie

Het Europees Parlement,

–  gezien artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale GMO”-verordening) (1) en Verordening (EG) nr. 983/2008 van de Commissie van 3 oktober 2008 tot vaststelling van een programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2009 toe te rekenen financiële middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap(2),

–  gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 1234/2007 ten aanzien van de voedselverstrekking aan de meest behoeftigen in de Unie (COM(2010)0486),

–  gezien het arrest van het Europees Hof van Justitie in zaak T-576/08,

–  gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 562/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot vaststelling van het programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2012 toe te rekenen financiële middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Europese Unie en tot afwijking van sommige bepalingen van Verordening (EU) nr. 807/2010(3),

–  gezien zijn standpunt van 26 maart 2009 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en Verordening (EG) nr. 1234/2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale GMO”-verordening) ten aanzien van de voedselverstrekking aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap (4),

–  gezien de verklaring van het Europees Parlement van 4 april 2006(5) inzake deze regeling, zijn resolutie van 22 mei 2008(6), zijn standpunt van 26 maart 2009 en het voorstel van de Commissie COM(2010)0486,

–  gezien Aanbeveling 92/441/EEG van de Raad inzake gemeenschappelijke criteria met betrekking tot toereikende inkomsten en prestaties in de stelsels van sociale bescherming,

–  gezien artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat volgens schattingen van de Commissie 43 miljoen mensen in de EU het slachtoffer dreigen te worden van voedselarmoede,

B.  overwegende dat door de economische en financiële crisis en de stijgende voedselprijzen steeds meer mensen het slachtoffer dreigen te worden van voedselarmoede,

C.  overwegende dat volgens schattingen van de Commissie 80 miljoen mensen in de EU de kans lopen tot armoede te vervallen en dat het aantal armen door de financiële en economische crisis verder kan toenemen, overwegende dat de vermindering van de armoede en de sociale uitsluiting in de Europese Unie één van de vijf prioriteiten is van de EU 2020-strategie,

D.  overwegende dat middels de in 1987 in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) opgezette regeling voor voedselverstrekking aan de meest behoeftigen in de Unie op dit moment voedsel wordt verstrekt aan 13 miljoen mensen die in armoede leven in 19 lidstaten en dat bij de distributieketens circa 240 voedselbanken en liefdadigheidsinstellingen zijn betrokken,

E.  overwegende dat de interventievoorraden van de EU aanzienlijk geslonken zijn,

F.  overwegende dat de regeling in toenemende mate afhankelijk is geworden van aankopen op de markt als gevolg van de herstructurering van het GLB, die geleid heeft tot een vermindering van de interventievoorraden, van oudsher de bron voor leveringen van voedsel in het kader van de regeling,

G.  overwegende dat het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat artikel 2 van Verordening (EG) nr. 983/2008 inzake de aanvullende aankoop op de markt van voedsel, nietig wordt verklaard,

H.  overwegende dat naar aanleiding van bovengenoemd arrest van het Hof van Justitie het voorstel van de Commissie voor 2012 voorziet in een plotselinge verlaging van de middelen van 500 miljoen euro in 2011 naar 113 miljoen euro in 2012,

I.  overwegende dat voor het GLB en de daarmee verbonden regelingen, evenals voor de structuurfondsen, met inbegrip van het Europees Sociaal Fonds (ESF), in 2014 een nieuwe financieringsperiode ingaat,

1.  benadrukt dat de stopzetting van een bestaande en functionerende hulpregeling zonder voorafgaande kennisgeving of voorbereiding ernstige gevolgen heeft voor de meest kwetsbare EU-burgers, en dat dit geen betrouwbare financieringspraktijk is;

2.  dringt er derhalve bij de Commissie en de Raad op aan een tijdelijke oplossing te zoeken voor de resterende jaren van de financieringsperiode (2012 en 2013) ten einde een onmiddellijke en abrupte inkrimping te vermijden van de voedselhulp ten gevolge van de vermindering van 500 miljoen naar 113 miljoen euro, en te waarborgen dat mensen die afhankelijk zijn van voedselhulp niet aan voedselarmoede ten prooi vallen;

3.  verzoekt de Commissie en de Raad derhalve een manier te vinden om het MBP-programma tijdens de resterende jaren van de financieringsperiode (2012 en 2013) en tijdens de nieuwe financieringsperiode 2014-2020 voort te zetten op een rechtsgrondslag die niet door het EUHvJ kan worden aangevochten, en het jaarlijkse financieringsplafond van EUR 500 mln te handhaven om ervoor te zorgen dat mensen die afhankelijk zijn van voedselhulp geen voedselgebrek krijgen;

4.  roept op lange termijn alle betrokken spelers op de geschiktheid van de voedselhulpregeling, met name als onderdeel van het GLB, zorgvuldig te beoordelen in de context van de nieuwe financieringsperiode vanaf 2014;

5.  neemt kennis van de aankondiging door commissaris Ciolos op 29 juni 2011 van het voorstel om de regeling voor voedselverstrekking niet langer via het GLB te laten lopen en constateert dat een toereikende financiering moet worden gewaarborgd;

6.  herinnert eraan dat bij de uitvoering van programma's voor hulpbehoevenden rekening moet worden gehouden met de zaak die bij het Gerecht van eerste aanleg aanhangig is gemaakt, zoals de Commissie terecht heeft opgemerkt in haar raming van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2012; wijst erop dat het Hof in zijn arrest in zaak T576/08 van 13 april 2011 heeft geoordeeld dat alleen de verstrekking van levensmiddelen uit de interventievoorraden onder dit programma valt, in tegenstelling tot uitgaven voor de aanschaf van levensmiddelen op de markt; is van oordeel dat uit het arrest moet worden afgeleid dat artikel 2 van Verordening (EG) nr. 983/2008 niet al rechtsgrond voor voedselverstrekking kan worden gebruikt;

7.  vraagt de Commissie een wijziging voor te stellen van de verordening voor het programma voor de meest behoeftigen om op het niveau van de Raad tot een oplossing voor de huidige impasse over deze kwestie te komen; is van oordeel dat voor de volgende financiële programmeringsperiode de meest geschikte rechtsgrond moet worden gevonden;

8.  benadrukt dat het recht op voedsel een elementair en fundamenteel mensenrecht is en dat er pas sprake van is wanneer alle mensen te allen tijde fysiek en economisch verantwoord toegang hebben tot behoorlijke, uit gezondheidsoogpunt veilige en voedzame levensmiddelen om in hun voedingsbehoeften te kunnen voorzien en voor een actief en gezond leven te kunnen kiezen; wijst erop dat een slechte voeding een negatieve invloed op de gezondheid heeft;

9.  onderstreept dat gezonde voeding van goede kwaliteit met name belangrijk is voor kinderen en mede voorziet in hun ontwikkelings- en onderwijsbehoeften;

10.  is verheugd over het initiatief van de Commissie en van de VN-bureaus om samen de strijd met voedselonzekerheid en ondervoeding in de wereld aan te gaan;

11.  benadrukt dat landbouwers verzekerd moeten zijn van een behoorlijk en rechtvaardig inkomen en een behoorlijke en rechtvaardige vergoeding voor hun werk; wijst erop dat landbouwers in tal van gebieden kampen met financiële problemen; dringt er bij de Commissie op aan het probleem van armoede op het platteland en het uiteenvallen van plattelandsgemeenschappen aan te pakken;

12.  is van mening dat het in het kader van de bevordering van voedselzekerheid en de totstandbrenging van duurzame productie- en voorzieningssystemen op de lange termijn cruciaal blijft om voedselverspilling tot een minimum te beperken;

13.  benadrukt dat het, met name in het licht van de huidige economische, financiële en sociale crisis, belangrijk is op Europees niveau hulp te verstrekken aan de meest kwetsbare en achtergestelde leden van de samenleving;

14.  herinnert eraan dat de vermindering van de armoede en de sociale uitsluiting in de Europese Unie één van de vijf doelstellingen is van de EU 2020-strategie; onderstreept dat de bestrijding van armoede een geïntegreerd beleid vergt waarbij een behoorlijk inkomen, behoorlijke werk- en levensomstandigheden en toegang tot grondrechten (politiek, economisch, sociaal en cultureel) aan elkaar worden gekoppeld; is van mening dat voedselhulpmaatregelen één element van een breder geïntegreerd beleid ter bestrijding van armoede kunnen zijn; erkent dat ondervoeding en voedselarmoede vaak neveneffecten van armoede zijn;

15.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 268 van 9.10.2008, blz. 3.
(3) PB L 152 van 11.6.2011, blz. 24.
(4) PB C 117 E van 6.5.2010, blz. 258.
(5) PB C 293 E van 2.12.2006, blz. 170.
(6) PB C 279 E van 19.11.2009, blz. 71.

Juridische mededeling - Privacybeleid