Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2675(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B6-0513/2007

Ingediende teksten :

B6-0513/2007

Debatten :

PV 10/12/2007 - 21
CRE 10/12/2007 - 21

Stemmingen :

PV 12/12/2007 - 6.3

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0615

Aangenomen teksten
DOC 38k
Woensdag 12 december 2007 - Straatsburg Definitieve uitgave
Europees verbintenissenrecht
P6_TA(2007)0615B6-0513/2007

Resolutie van het Europees Parlement van 12 december 2007 over het Europees verbintenissenrecht

Het Europees Parlement ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 7 september 2006 over Europees verbintenissenrecht(1) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 maart 2006 over het Europees verbintenissenrecht en de herziening van het acquis: verdere maatregelen(2) ,

–   onder verwijzing naar zijn resoluties van 26 mei 1989(3) , 6 mei 1994(4) , 15 november 2001(5) en 2 september 2003(6) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 september 2007 over institutionele en juridische gevolgen van het gebruik van "soft law"-instrumenten(7) ,

–   gezien zijn resolutie van 4 september 2007 over betere regelgeving in de Europese Unie(8) ,

–   gezien het verslag van de Commissie van 25 juli 2007: "Tweede voortgangsverslag over het gemeenschappelijke referentiekader (Common Frame of Reference) (COM(2007)0447)",

–   gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het thans niet de bedoeling is dat het gemeenschappelijke referentiekader (CFR), waarvan de Commissie een "gereedschapskist" of een handboek voor de Europese wetgever wil maken bij het herzien van bestaande of het opstellen van nieuwe wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht, een bindende juridische werking heeft en dat het derhalve een "soft law"-instrument blijft,

B.   overwegende dat het CFR, dat de Commissie in de vorm van een witboek wil voorleggen, indirecte juridische en praktische gevolgen zal hebben en in sterke mate bepalend zal zijn voor toekomstige wetgevingsmaatregelen op het gebied van het verbintenissenrecht;

C.   overwegende dat het besluit over de vraag welke onderdelen van het ontwerp-CFR in het uiteindelijke CFR moeten worden opgenomen en het besluit over de werkingssfeer van het CFR van zeer politieke aard zijn,

D.   overwegende dat het van essentieel belang is ervoor te zorgen dat de onderdelen van het ontwerp die voor het CFR worden geselecteerd onderling coherent zijn en samenhang vertonen met de follow-up van het Groenboek van de Commissie over de herziening van het consumentenacquis (COM(2006)0744) en met andere communautaire wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht,

E.   overwegende dat het de bedoeling is dat het CFR een instrument van betere regelgeving wordt om te zorgen voor de samenhang en goede kwaliteit van de communautaire wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht; overwegende echter dat betere regelgeving niet tot doel heeft de speelruimte van de Europese medewetgevers te beperken;

F.   overwegende dat er een punt moet komen waarop de Commissie besluit of zij al dan niet haar initiatiefrecht zal gebruiken en, indien ja, op welke met het verbintenissenrecht verband houdende gebieden en op basis van welke rechtsgrondslag,

1.   is verheugd over de afronding van het ontwerp-CFR;

2.   doet een beroep op de Commissie om een duidelijk plan in te dienen - dat van start moet gaan na de indiening van het ontwerp-CFR - voor het proces van het kiezen van de onderdelen van het wetenschappelijke CFR die deel moeten uitmaken van het definitieve CFR van de Commissie;

3.   verzoekt de Commissie nadrukkelijk om het Parlement bij dit proces te betrekken alvorens procedurestappen te ondernemen;

4.   verzoekt de Commissie voort te bouwen op de werkzaamheden van de wetenschappers, alsmede op het resultaat van de reeds gehouden CFR-werkgroepen en de nieuwe CFR-werkgroepen die nog door de directoraten-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid en Interne markt en diensten van de Commissie moeten worden georganiseerd;

5.   verzoekt de Commissie de werkzaamheden inzake het CFR binnen de diverse betrokken directoraten-generaal te coördineren volgens een transparante en geformaliseerde procedure om te zorgen voor samenhang tussen de verschillende met het verbintenissenrecht verband houdende gebieden;

6.   dringt er bij de Commissie op aan pas een besluit te nemen over de werkingssfeer van het definitieve CFR na een proces van brede discussie met alle betrokken groepen, wetenschappers en belanghebbenden en tevens met medewerking van het Parlement; doet een beroep op de Commissie om bij het besluit over de werkingsfeer van het CFR rekening te houden met het standpunt van het Parlement dat reeds in diverse resoluties tot uitdrukking is gekomen;

7.   wijst andermaal op zijn nadrukkelijke steun voor een benadering op basis van een ruimer CFR inzake algemene kwesties van het verbintenissenrecht, die verder gaat dan de consumentenbescherming;

8.   onderstreept zijn overtuiging dat een benadering van het CFR op basis van betere regelgeving inhoudt dat het CFR niet beperkt mag blijven tot kwesties die louter en alleen verband houden met consumentenovereenkomsten en aandacht aan algemene kwesties van het verbintenissenrecht moet besteden, waarbij voor een samenhangende aanpak van de herziening van het consumentenacquis en met name een eventueel horizontaal instrument op dit gebied moet worden gezorgd;

9.   verzoekt de Commissie andermaal om alle mogelijke opties voor het doel en de rechtsvorm van een toekomstig CFR-instrument, met inbegrip van een optioneel instrument, open te houden;

10.   herhaalt andermaal zijn beroep op de Commissie om het Parlement bij de werkzaamheden over het CFR te betrekken;

11.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en de Raad.

(1) PB C 305 E van 14.12.2006, blz. 247.
(2) PB C 292 E van 1.12.2006, blz. 109.
(3) PB C 158 van 26.6.1989, blz. 400.
(4) PB C 205 van 25.7.1994, blz. 518.
(5) PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 538.
(6) PB C 76 E van 25.3.2004, blz. 95.
(7) Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0366.
(8) Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0363,

Laatst bijgewerkt op: 11 september 2008Juridische mededeling