E090131
Laatste revisie: 30-07-2010

E090131 - Richtlijn gelijke behandeling ongeacht ras of etnische herkomst



Deze richtlijn werd vastgesteld in de Sociale Raad (en werd parallel een richtlijn behandeld over gelijke behandeling ongeacht de discriminatiegrond bij de arbeid). De richtlijn definieert directe en indirecte discriminatie en beschouwt tevens intimidatie als discriminatie. Ook opdracht tot discriminatie wordt ook beschouwd als discriminatie.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

Nationaal

De richtlijn is geïmplementeerd middels de Wet tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten zie kamerstukken in de serie 28770).

Europees

 Op 19 juli 2000 is richtlijn 2000/43/EGPDF-document gepubliceerd in Pb EG L 180.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(1999)566PDF-document, d.d. 25 november 1999

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

De richtlijn is geïmplementeerd middels de Wet tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten ter uitvoering van richtlijn 2000/43/EGPDF-document en richtlijn 2000/78/EG (zie kamerstukken in de serie 28770).

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 31 maart 2004.


Behandeling Tweede Kamer


Standpunt Nederlandse regering

Op verzoek van de Tweede kamer werd na het BNC-fiche een uitgebreid kabinetsstandpunt uitgebracht.

  • notitie Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 22.112, 155
    1 mei 2000
  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 145 fiche 9
    14 februari 2000

Samenvatting voorstel Europese Commissie


Behandeling Raad

Deze richtlijn werd vastgesteld in de Sociale Raad (en werd parallel een richtlijn behandeld over gelijke behandeling ongeacht de discriminatiegrond bij de arbeid). De richtlijn definieert directe en indirecte discriminatie en beschouwt tevens intimidatie als discriminatie. Ook opdracht tot discriminatie wordt ook beschouwd als discriminatie.

De richtlijn is van toepassing op arbeid (incl. aanstelling, promotie), toegang tot beroepopleidingen e.d., arbeidsvoorwaarden (bv beloning), lidmaatschap van (vakbonds-) organisaties, sociale bescherming (incl. gezondheidszorg), sociale voordelen, onderwijs, toegang tot publieke goederen en diensten (incl. huisvesting).

Slechts indien een (ras)kenmerk vanwege de aard van de beroepsactiviteiten een wezenlijk beroepsvereiste vormt en een legitiem doel dient (bijv. filmindustrie) zal een verschil in behandeling geen discriminatie vormen. Positieve actie is bovendien toegestaan.

Lidstaten mogen een hoger beschermingsniveau vaststellen of handhaven, maar mogen niet op basis van deze richtlijn hun beschermingsniveau verlagen. Ieder (ook belangenbehartigers namens klagers) moet toegang krijgen tot gerechtelijke of administratieve procedures, eventueel ook bemiddelingsprocedures.

Wanneer klagers feiten aanvoeren die (indirecte) discriminatie kunnen doen vermoeden, moet verweerder bewijzen dat het beginsel van gelijke behandeling niet werd geschonden. Gunstiger bewijsregels voor klager zijn ook toegestaan. Waar feitenonderzoek berust bij de rechter of bevoegde instanties hoeven lidstaten deze regels over bewijslast niet toe te passen.

Lidstaten moeten maatregelen treffen tegen repressailles (klager of getuigen). Lidstaten dienen deze richtlijn adequaat onder de aandacht te brengen van hun burgers. In lidstaten waar een sociale dialoog gebruikelijk is, nemen de lidstaten maatregelen om bij de sociale partners gelijke behandeling aan te moedigen (gedragscodes e.d.). Ook bevorderen de lidstaten de sociale dialoog met NGO's.

Er dient in elke lidstaat tenminste één orgaan te zijn voor de bevordering van gelijke behandeling die onafhankelijke bijstand kunnen verlenen aan slachtoffers van discriminatie, onafhankelijke onderzoeken naar discriminatie kunnen verrichten, onafhankelijke verslagen kunnen publiceren en aanbevelingen kunnen doen.

Lidstaten dragen er zorg voor dat alle discriminerende bepalingen uit hun wet- en regelgeving worden geschrapt, en dat CAO's e.d. die in strijd met deze richtlijn zijn nietig kunnen worden verklaard c.q. gewijzigd kunnen worden. Implementatie dient 19-7-2003 gerealiseerd te zijn. Vanaf 19-7-2005 steeds vijfjaarlijkse verslagen over de toepassing van de richtlijn.

Rekening houden met gendermainstreaminf, standpunten eur. Waarnemingscentrum voor racisme en xenofobie, NGO's, sociale partners.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

  • PDF-document standpunt EP Europees Parlement - aangenomen tekst
    18 mei 2000
  • PDF-document definitief verslag EP-commissie Europees Parlement - A5-0136/2000
    16 mei 2000

Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

  • PDF-document advies Economisch en Sociaal Comité - CES 596/2000
    25 mei 2000
  • PDF-document advies Comité van de Regio's - CDR 513/1999
    12 april 2000

Alle bronnen