Dit wetsvoorstel treft maatregelen in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2004 op het gebied van arbeidsmarkt- en inkomensbeleid, kennis en scholing, eigenwoningbezit, mobiliteit en vermindering van administratieve lasten.

Met dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan fiscale voorstellen die rechtstreeks samenhangen met de fiscale uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord en het fiscale deel van het aanvullende ombuigingspakket waartoe het kabinet in augustus heeft besloten in verband met de verslechterende financieel-economische situatie.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 13 november 2003 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor. De plenaire behandeling vond plaats op 8 en 9 december 2003. Het voorstel is op 16 december 2003 zonder stemming aangenomen. GroenLinks en SP is daarbij aantekening verleend.

Tijdens de behandeling is de Motie-Schuyer (D66) c.s. inzake een toevoeging aan de nog te ontwerpen AMvB op het gebied van de monumentenzorg (EK 29.210, D) ingediend. Deze motie is op 16 december 2003 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.

Het wetsvoorstel werd plenair gezamenlijk behandeld met de voorstellen Overige fiscale maatregelen 2004 (29.035), Materiële implementatie initiatiefvoorstel Hillen (29.209), Technische Herstelwet 2003 (29.026), Richtlijn facturering (29.036) en de Begrotingsstaat BTW-compensatiefonds 2004 (29.200 G)

De wet is opgenomen in Staatsblad 526 van 29 december 2003.


Kerngegevens

ingediend

16 september 2003

titel

Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2004)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

1 Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke Referendumwet treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 2004, met dien verstande dat:

  • a. 
    artikel I, onderdelen D, L, U, V, W, Y, Z en CC, en artikel V, onderdelen Y, Z, AA en BB, toepassing vinden nadat artikel 10.1 Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2004 is toegepast;
  • b. 
    artikel XI, onderdelen A, derde lid, en Bc en artikel

    XXIV voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2004;

  • c. 
    artikel XI, onderdelen Bi, Bj, Ca en Cb, met betrekking tot de achterwaartse verrekening van verliezen voor het eerst toepassing vindt op het verlies van het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2004;
  • d. 
    artikel XI, onderdelen Bi, Bj, Ca en Cb, met betrekking tot de voorwaartse verrekening van verliezen voor het eerst toepassing vindt op de verrekening met de belastbare winst, onderscheidenlijk het Nederlandse inkomen, van het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2004;
  • e. 
    artikel I, onderdeel Rb en Rc, terugwerkt tot en met 1 januari 2003.

2 In afwijking in zoverre van het eerste lid treedt artikel XV, onderdeel C inwerking op 1 januari 2005.

3 In afwijking in zoverre van het eerste lid treedt artikel XVI, onderdeel A, in werking op 1 juli 2004.


Hoofdlijnen

  • Economische structuurversterking door bevordering van het arbeidsaanbod via een intensivering van de arbeidskorting en een gerichte intensivering van de combinatiekorting voor uitsluitend de minstverdienende partner.
    • Een aantal maatregelen voor prepensioen en VUT-regelingen wordt in het kader van een verhoging van de arbeidsparticipatie (van ouderen), loonkostenmatiging en een betaalbaar pensioensysteem in de toekomst afgeschaft.
    • De hypotheekrenteaftrek wordt gericht op wat daadwerkelijk in verband met de aanschaf van de eigen woning noodzakelijk is.
  • Versterking van de structuur van de samenleving.
    • Gerichte inkomensondersteuning voor ouderen, gezinnen met kinderen en gehandicapten en chronisch zieken.
    • Invoering van een subsidieregeling voor mensen, gehandicapten, chronisch zieken en mensen ouder dan 65 jaar, die een deel van hun buitengewone uitgaven voor ziekte niet kunnen benutten.
    • Introductie van de levensloopregeling. Met deze regeling wordt de mogelijkheid geboden om zelf een (aanvullende) inkomensvoorziening te treffen voor bepaalde situaties in het werkzame leven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om alle vormen van verlof (zoals het opvoeden van kinderen, zorg, studie of vrijwilligerswerk), maar ook om deeltijdpensioen of periodes van werkeloosheid.
  • Verder wordt een bijdrage geleverd aan de vermindering van administratieve lasten.
    • Vereenvoudiging van de fiscale regels voor het woon-werkverkeer. Dit pakket heeft tot doel te komen tot minder regels, minder administratieve lasten, betere naleving en begrijpelijkere regelgeving op het gebied van de fiscale behandeling van het woon-werkverkeer en de auto-van-de-zaak.
    • De Belastingdienst zal met ingang van 2006 de premieheffing en -inning van werknemerverzekeringen gaan uitvoeren. Ook zal een aan de Belastingdienst gelieerde instelling per 2006 het inkomensafhankelijke toeslagensysteem voor de zorg en andere inkomensafhankelijke regelingen gaan uitvoeren.
  • Overige maatregelen
    • De scholingsaftrek en afdrachtvermindering scholing komen te vervallen.
    • De tabaksaccijns wordt verhoogd.
    • De bijzondere tarieven voor groene stroom en groen gas komen gefaseerd te vervallen.
    • Het doen van aangifte inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting door ondernemers kan met ingang van 2005 (wat betreft de aangiften over het jaar 2004) uitsluitend nog elektronisch plaatsvinden. Verder is het de bedoeling de aangiften omzetbelasting na 1 januari 2005, nog uitsluitend elektronisch te laten plaatsvinden en per 1 januari 2006 voor de aangiften loonbelasting over te gaan tot verplichtstelling van de elektronische aangifte.


Documenten

15