30.186

Wet marktordening gezondheidszorg



Dit wetsvoorstel voorziet in spelregels en het bijbehorend toezicht om de overstap naar meer marktwerking in de gezondheidszorg veilig te kunnen maken. Het is één van de wetten, naast bijvoorbeeld de Zorgverzekeringswet en de Wet toelating zorginstellingen, die vormgeven aan het nieuwe sturingsconcept van gereguleerde marktwerking en vormt daar in wezen het sluitstuk van.

Dit wetsvoorstel regelt de oprichting van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waarin het College tarieven gezondheidszorg (CTG) en het College van toezicht op de zorgverzekeringen (CTZ) opgaan. Met dit voorstel worden tevens verschillende wetten gewijzigd en wordt de Wet tarieven gezondheidszorg ingetrokken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 21 maart 2006 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

Het voorstel is op 4 juli 2006 zonder stemming door de Eerste Kamer aangenomen. Tijdens de behandeling is de motie-Putters (PvdA) c.s. inzake het krijgen van inzicht in de samenwerkingsprotocollen tussen de Zorgautoriteit en de andere toezichthouders (EK 30.186, H) ingediend en later, na een toezegging van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, weer ingetrokken.


Kerngegevens

ingediend

16 juli 2005

titel

Regels inzake marktordening, doelmatigheid en beheerste kostenontwikkeling op het gebied van de gezondheidszorg (Wet marktordening gezondheidszorg)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

De wet bevordert dat:

  • waar dat kan marktwerking op gang wordt gebracht en gehouden;
  • waar dat moet, de overheid tarieven en prestaties kan reguleren;
  • zorgaanbieders en zorgverzekeraars patiënten en verzekerden goede informatie geven zodat zij kunnen kiezen bij welke zorgaanbieder zij het beste terecht kunnen, met welke verzekeraar zij in zee willen gaan en welke polis voor hen het meest geschikt is;
  • er samenhang is in de regulering van en het toezicht op de zorgmarkten.

De wet regelt:

  • de oprichting van de Nederlandse Zorgautoriteit;
  • de taken, bevoegdheden en instrumenten van de zorgautoriteit, en
  • de verhouding van de zorgautoriteit tot de minister en tot andere regulators en toezichthouders.


Documenten

30