E080115 - Groenboek over territoriale cohesie: Van territoriale diversiteit een troef maken
Onderhavig groenboek is een uitvloeisel van de Territoriale Agenda, die in 2007 in Leipzig werd aangenomen. Territoriale cohesie is inmiddels, samen met sociale en economische cohesie, in het Verdrag van Lissabon opgenomen als één van de doelstellingen van de EU.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
Nationaal
De commissie VROM/WWI heeft in haar vergadering van 9 februari 2010 een voortgangsrapport van de Europese Commissie besproken en besloten dat indien er een concreet voorstel van de Europese
Commissie of standpunt van de regering op het Europese dossier over territoriale cohesie verschijnt, dit aan de commissie gerapporteerd kan worden.
document Europese Commissie
COM(2008)616, d.d. 6 oktober 2008
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Onderhavig groenboek is door de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets geselecteerd voor parlementaire toetsing door de vakcommissies van beide kamers. Op 21 oktober 2008 heeft de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) onderhavig groenboek besproken en besloten dat dit doorverwezen dient te worden naar de commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie (VROM/WWI. Daarnaast zal het groenboek ter kennisname worden aangeboden aan de delegatie naar de interparlementaire Beneluxraad gelet op de samenhang met diens werkzaamheden.
De commissie VROM/WWI heeft onderhavig groenboek op 28 oktober 2008 besproken en besloten dat zij na ontvangst van het bijbehorende werkdocument van de Europese Commissie zal bezien of het Groenboek in behandeling wordt genomen.
De commissie VROM/WWI besloot op 11 november 2008 dat zij in eerste instantie wil bezien hoe de behandeling in de Tweede Kamer verloopt.
Op 3 maart 2009 heeft de commissie VROM/WWI gesproken over de concept-reactie op groenboek territoriale cohesie (welke alleen aan de Tweede Kamer was aangeboden). Dit gaf de commissie aanleiding tot het schrijven van een brief aan de minister van VROM waarin kenbaar wordt gemaakt dat deze commissie nog nader tot een standpunt zal komen. De commissie gaf te kennen graag het verslag te ontvangen van de hoorzitting van 12 februari 2009 van overleg in de Tweede Kamer met de minister over dit groenboek, alsmede de reacties van IPO en VNG.
Op 31 maart 2009 nam de commissie kennis van de kabinetsreactie inzake het Groenboek en achtte deze adequaat. Wel meent zij dat onvoldoende duidelijk is wat de centrale probleemstelling binnen dit dossier is en wat de eventuele oplossingen zijn voor deze probleemstelling. De commissie besluit daarom dit dossier als aandachtspunt te blijven volgen en wordt graag in kennis gesteld van de reactie van de Europese Commissie op de in kabinetsreactie opgeworpen vragen.
Op 29 april 2009 heeft de minister VROM gereageerd op de brief van de commissie VROM/WWI d.d. 4 maart 2009.
Naar aanleiding van de resultaten van de consultatie sprak de commissie VROM/WWI op 9 februari 2010 over een voorstel voor verdere behandeling van dit dossier. Het voortgangsrapport werd voor kennisgeving aangenomen.
Op 20 oktober 2008 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een stafnotitie opgesteld over onderhavig groenboek.
De rapporteur in het Europees Parlement voor onderhavig groenboek zal op 12 februari 2009 een gesprek voeren met leden van de Tweede Kamer. Voor dit gesprek zijn ook leden van de Eerste Kamer uitgenodigd.
Op 19 februari 2009 hebben de commissies Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Europese Zaken overleg gevoerd met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over onder andere de kabinetsreactie op onderhavig groenboek.
De minister van VROM stuurde op 26 februari 2009 een brief aan de Tweede Kamer over de vraag of een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) aanleiding gaf tot aanpassing van de kabinetsreactie op het Groenboek. De uitkomsten bleken de kabinetsreactie te ondersteunen en dus bleken verdere aanpassingen niet nodig.
De Tweede Kamer ontving op 31 maart 2009 een brief van de minister VROM inzake de informele ministerële bijeenkomst over regionale ontwikkeling die gepland stond voor 23 en 24 april 2009.
De minister stuurde op 29 oktober 2009 een brief aan de Tweede Kamer waarin een nadere toelichting op de visie ten aanzien van het concept territoriale cohesie verwerkt is.
-
-
-
brief minister met toelichting Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu - 21.501-08, nr. 306
3 april 2009 -
brief Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu - 22.112, 819
26 februari 2009 -
De minister voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu stuurde op 5 februari 2009 een conceptreactie van het Kabinet.
-
kabinetsreactie Territoriale cohesie Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu - Reactie Kabinet
5 februari 2009
Alle bijdrage aan de openbare consultatie over het groenboek territoriale cohesie vindt u op de speciale pagina van de Europese Commissie.
Onderhavig groenboek is een uitvloeisel van de Territoriale Agenda, die in 2007 in Leipzig werd aangenomen. Territoriale cohesie is inmiddels, samen met sociale en economische cohesie, in het Verdrag van Lissabon opgenomen als één van de doelstellingen van de EU.
In het Groenboek geeft de Europese Commissie de aanzet tot een debat over territoriale cohesie. Zij wil zo beter inzicht krijgen in dit concept en de gevolgen ervan voor beleid en samenwerking. Met territoriale cohesie wordt beoogd bruggen te bouwen tussen economische doeltreffendheid, sociale cohesie en ecologisch evenwicht, waarbij duurzame ontwikkeling de kern vormt van het beleid.
De Europese Commissie benadrukt in haar Groenboek dat het geenszins de bedoeling is, de nationale en regionale bevoegdheid op het gebied van grondgebruik en ruimtelijke planning en ontwikkeling ter discussie te stellen. Deze vraagstukken vallen niet onder de reikwijdte van het debat dat de Europese Commissie wil opstarten met dit Groenboek.
De Europese Commissie meent dat op de volgende drie terreinen beleidsmaatregelen getroffen zouden kunnen worden:
-
-Verschillen in concentratie: verschillen in concentratie van economische activiteit en bevolkingsconcentratie aanpakken, zodat steden en hun omgeving beter op elkaar aansluiten.
-
-Verschillen in afstand: regio's met elkaar verbinden door afstand te overbruggen dmv geïntegreerde vervoersverbindingen, betrouwbare energievoorziening, goede toegang tot bijvoorbeeld gezondheidszorg en onderwijs, en snelle internettoegang.
-
-Samenwerking: nauwe samenwerking op verschillende niveaus is nodig om de verschillen in afstand en concentratie te overbruggen. Dit geldt ook voor de aanpak van grensoverschrijdende gevolgen van klimaatverandering. Soms zal samenwerking tussen plaatselijke autoriteiten uit aangrenzende regio's nodig zijn, in andere gevallen tussen lidstaten onderling of tussen de EU en haar buurlanden. Bovendien is er nog geen samenhangend beleid voor infrastructuur en economische samenwerking tussen de grensregio's in de nieuwe lidstaten.
Verder noemt de Europese Commissie een aantal regio's met specifieke geografische kenmerken die met betrekking tot territoriale cohesie specifieke maatregelen behoeven. Het gaat hier om bergachtige regio's, insulaire regio's en een reeks dunbevolkte regio's.
Tot slot gaat de Europese Commissie in op het belang van goede coördinatie tussen sectoraal en territoriaal beleid. De Europese Commissie onderstreept het belang van het voeren van een debat over territoriale cohesie in relatie tot onder meer het vervoersbeleid, energiebeleid, het GLB, werkgelegenheidsstrategie, milieubeleid, en mededingingsbeleid.
De Europese Commissie legt in het Groenboek vragen voor over:
-
-De definitie van territoriale cohesie
-
-De schaal en de reikwijdte van territoriale actie (mede tegen de achtergrond van het subsidiariteitsbeginsel)
-
-Verbetering van bestaande samenwerking en noodzaak van nieuwe vormen van samenwerking
-
-Verbetering van coördinatie tussen sectoraal en territoriaal beleid en betere samenhang tussen territoriale maatregelen
-
-Nieuwe territoriale partnerschappen (dienen nieuwe actoren zoals NGO's en plaatselijke belanghebbenden te worden betrokken bij het streven naar territoriale cohesie)
-
-Verbeteren van inzicht in territoriale cohesie (welke kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren moeten op EU-niveau worden ontwikkeld om kenmerken en trends op het gebied van territoriale cohesie te versterken)
De consultatie loopt tot 28 februari 2009. In het voorjaar van 2009 zal de Commissie een samenvatting maken van het gevoerde debat.
Onder het Franse voorzitterschap vindt op 30-31 oktober 2008 een conferentie over territoriale cohesie en de toekomst van het cohesiebeleid plaats en op 25-26 november een informele bijeenkomst van ministers verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling.
-
Zesde voortgangsverslag over de economische en sociale cohesie commissievoorstel Europese Commissie - COM(2009)925
25 juni 2009 -
-
-
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
De belangrijkste punten uit het verslag van de commissie voor regionale ontwikkeling zijn:
-
-Noodzaak van één flexibel, uniform Gemeenschapsbeleid om gemeenschappelijke problemen zoals globalisering, klimaatverandering, demografische veranderingen, migratie en energie-efficiëntie aan te pakken. Dit cohesiebeleid moet alle regio's bestrijken, iedereen een toegevoegd waarde bieden en zich aanpassen aan het geschiktste interventieniveau.
-
-Territoriale cohesie - met de sleutelconcepten concentratie, verbinding en samenwerking - is essentieel voor de versterking van economische en sociale cohesie. Het verslag is kritisch voor het Groenboek, dat niet duidelijk is over de doelstelling van territoriale cohesie en hoe ze in het bestaand en toekomstig cohesiebeleid kan worden ingebed. Europarlementsleden vragen de Commissie dringend uit te leggen hoe de sleutelconcepten geïntegreerd zullen worden in het wetgevingskader van na 2013. Het verslag verzoekt om prioriteit te geven aan maatregelen die een " polycentrische" ontwikkeling bevorderen, om negatieve effecten van concentratie op steden (zoals congestie, verontreiniging, maatschappelijke uitsluiting en armoede) tegen te gaan.
-
-Coördinatie van alle sectorale communautaire beleidsmaatregelen met een "groot territoriaal effect" is volgens het verslag van centraal belang. Europarlementsleden betreuren het daarom dat het Groenboek de communautaire beleidsterreinen alleen opsomt, zonder voorstellen te doen voor verbetering van onderlinge synergieën.
Aanbevelingen voor de toekomst van territoriale cohesie:
-
-Europarlementsleden verwachten dat uit de openbare raadpleging, eind februari afgerond, een duidelijke en flexibele definitie van territoriale cohesie voortkomt. Daarin moeten ook goed bestuur en het partnerschap tussen overheid, particulieren en het maatschappelijk middenveld voorkomen.
-
-Parlementsleden dringen er bij de Commissie op aan om een Witboek te publiceren, dat het begrip territoriale cohesie duidt en concrete oplossingen voorstelt voor problemen waar de regio's mee geconfronteerd worden.
-
-De Commissie moet een meer omvattend systeem invoeren voor geleidelijke overgangssteun aan zgn. "Overgangsregio's" - regio's die de grens van 75% van het BBP naderen - om ze een duidelijke status en meer zekerheid bij hun ontwikkeling te bieden.
-
-De grensoverschrijdende samenwerking moet versterkt worden, niet in het minst omdat regionale en lokale instanties rechtstreeks bij de planning en uitvoering van programma's betrokken zijn.
-
-Omwille van een geregelde informatiestroom en de snelle ontwikkeling van het territoriale cohesiebeleid, zouden de informele structuren die dat beleid en de ruimtelijke ordening in de Raad bepalen, vervangen moeten worden door formele ministerraden voor ministers voor regionaal beleid.
Als aanvulling op het persverslag van het Europees Parlement heeft de staf van de permanente vertegenwoordiger van de Staten-Generaal een verslag van het gevoerde debat opgesteld.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
The conference of peripheral maritime regions of Europe liet op 7 oktober 2008 in een persbericht weten verheugd te zijn met de publicatie van onderhavig groenboek en zal naar verwachting op 23 januari 2009 haar bijdrage aan de discussie leveren.
Op 8 oktober 2008 liet de Council of European Municipalities and Regions (CEMR) in een verklaring onder andere weten weten dat zij teleurgesteld is dat de Europese Commissie in het onderhavige groenboek geen definitie van het concept territoriale cohesie geeft.
Op 3 maart 2009 lieten de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg weten dat zij tevreden zijn met het onderhavig groenboek en zij hebben dit via een brief laten weten aan de Europese Commissie. Beide instellingen zien territoriale cohesie als een belangrijke pijler voor het Europese regionale beleid (structuurfondsen) na 2013. Door een integrale, gebiedsgerichte aanpak met de betrokken overheden en private en maatschappelijke partners, kunnen regio's en gemeenten hun eigen kansen benutten. Zo willen zij blijven bijdragen aan de Europese doelstellingen op het gebied van duurzame economische ontwikkeling en werkgelegenheid.
-
Groenboek Territoriale Cohesie Interprovinciaal Overleg (IPO);Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) - Position Paper
28 februari 2009 -
[en] persbericht conference of peripheral maritime regions of Europe - Persbericht conference of peripheral maritime regions of Europe
7 oktober 2008