Doelstelling van dit wetsvoorstel is het bieden van meer mogelijkheden aan de rechtspraak om de eigen organisatie zodanig vorm te geven dat zo goed mogelijk wordt voldaan aan de eisen die vanuit de samenleving aan goede rechtspraak worden gesteld.
Deze mogelijkheden hebben met name betrekking op de samenwerking tussen gerechten en het nevenlocatiebeleid. Dit laatste betekent onder meer dat dit wetsvoorstel, binnen bepaalde randvoorwaarden, aan de Raad voor de rechtspraak de bevoegdheid toekent om te bepalen in welke plaatsen nevenlocaties van een rechtbank of een gerechtshof zijn gevestigd. Daarnaast strekt dit wetsvoorstel ertoe de regeling van het klachtrecht inzake gedragingen van rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast weer uitdrukkelijk op te nemen in de Wet op de rechterlijke organisatie. Tenslotte bevat dit wetsvoorstel voorzieningen die - met het oog op de vergroting van de toegankelijkheid van de rechtspraak - een ruimere toepassing van de eenvoudige kantonprocedure beogen.
Het wetsvoorstel bevat de wettelijke maatregelen inzake de evaluatie van de modernisering van de rechterlijke organisatie, uitgevoerd door de commissie-Deetman.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.021, A) is op 20 mei 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, PVV en het lid Verdonk stemden voor.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 10 mei 2011. Het voorstel is op 17 mei 2011 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.
De plenaire behandeling vond gezamenlijk plaats met de Wijziging Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie in verband met vreemdelingenzaken (32.562) op 10 mei 2011.
ingediend
18 juli 2009titel
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet op de rechterlijke indeling, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de modernisering van de rechterlijke organisatie en in verband met de regeling van het klachtrecht inzake gedragingen van rechterlijke ambtenaren (Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Òp een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
30
-
-
-
-
2 december 2011
brief van de minister van Veiligheid en Justitie over (vermeende) lijdelijkheid van de rechter EK, H
voor kennisgeving aangenomen op 13 december 2011 -
-
13 juli 2011
brief van de minister van Veiligheid en Justitie over kostenbesparing bij de verhoging van de competentiegrens van de kantonrechter EK, G Bevat bijlage -
-
-
-
-
16 mei 2011
brief van de minister van Veiligheid en Justitie over de inwerkingtreding van de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie EK, F
voor kennisgeving aangenomen op 17 mei 2011 -
-
-
-
3 maart 2011
brief van de minister van Veiligheid en Justitie met de lijst van wetsvoorstellen waarvan afhandeling voor het zomerreces wenselijk is EK 32.500 VI, G
voor kennisgeving aangenomen op 15 maart 2011 -
-
-
-
-
-
-
-
26 oktober 2010
Verslag van een schriftelijk overleg inzake Besluit nevenlocaties gerechten EK, B herdruk Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
20 mei 2010
stemming (aangenomen, voor: PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, PVV en het lid Verdonk) Handelingen TK 2009/2010, nr. 86, blz: 7286