De Eerste Kamer heeft op dinsdag 18 mei bij aanvang van haar plenaire vergadering de slachtoffers herdacht van de vliegramp op 12 mei in Libië, waarbij rond de zeventig Nederlanders omkwamen. Kamervoorzitter P.R.H.M. (René) Van der Linden hield een korte toespraak waarin hij stilstond bij het immense leed dat de ramp heeft teweeggebracht bij nabestaanden, vrienden en bekenden. ‘Deze ramp vervult onze gehele samenleving met schrik en afschuw. Dagelijks stappen miljoenen mensen in een vliegtuig. Afgelopen week hebben we ervaren dat wat zo vanzelfsprekend wordt gevonden, plotseling in een nachtmerrie kan eindigen en het afscheid bij het vertrek opeens een definitief afscheid blijkt. Wij kunnen hier slechts uiting geven aan onze piëteit voor zo vele medeburgers, en aan onze gevoelens van medeleven met de nabestaanden’, aldus Van der Linden.
Na de Kamervoorzitter sprak minister-president Balkenende namens de regering een woord van herdenking voor diegenen die bij de vliegramp zijn omgekomen. Hij refereerde aan een ontmoeting met vele nabestaanden van de slachtoffers tijdens een recente bijeenkomst in Hoofddorp. ‘Voor dit verdriet zijn geen woorden. Hoe vertel je een kind dat het zijn ouders heeft verloren? Hoe vertel je ouders dat zij voorgoed hun kind moeten missen? Dit is niet te bevatten. Wij kunnen slechts luisteren, en onze steun bieden waar mogelijk.’
De minister-president benadrukte in zijn toespraak de toezegging die het kabinet eerder heeft gedaan aan nabestaanden dat de regering hen naar vermogen zal bijstaan bij het oplossen van de praktische gevolgen van de vliegramp. Balkenende sprak ook zijn waardering uit voor de Libische autoriteiten vanwege de medewerking die zij hebben verleend bij de nasleep van het ongeval.
Deel dit item: