E080126 - Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en Richtlijn 2005/56/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft
Met dit voorstel beoogt de Commissie bij te dragen aan het versterken van het concurrentievermogen van EU-ondernemingen door waar mogelijk de uit de Europese vennootschapsrechtrichtlijnen voortvloeiende administratieve lasten te verlichten, zonder dat dat negatieve gevolgen heeft voor andere belanghebbenden.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
Nationaal
Richtlijn 2009/109 EG dient voor 30 juni 2011 geïmplementeerd te zijn.
Europees
Richtlijn 2009/109/EG werd op 16 september 2009 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L259 d.d. 2 oktober 2009.
document Europese Commissie
COM(2008)576, d.d. 24 september 2008
rechtsgrondslag
EG Verdrag artikel 44 lid 2
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Richtlijn 2009/109 EG dient voor 30 juni 2011 geïmplementeerd te zijn. Implementatie vindt plaats middels een wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 tot wijziging van de richtlijnen nr. 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en richtlijn nr. 2005/56/EG wat verslaggeving- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft (zie kamerstukken in de reeks 32458).
Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 1 april 2011.
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) besloot op 11 november 2008 dat zij onderhavig voorstel onder de aandacht wil brengen van de commissie voor Justitie.
Op 18 november 2008 heeft de commissie Justitie onderhavig richtlijnvoorstel voor kennisgeving aangenomen.
De Nederlandse regering geeft in fiche drie een positief oordeel over de bevoegdheid, proportionaliteit en subsidiariteit van het richtlijnvoorstel, onder meer vanwege de beoogde administratieve lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Daarnaast wordt geconstateerd dat de beoogde aanpassing van eerder door Brussel gestelde regels alleen kan worden aangepast door middel van een nieuwe Europese regeling.
Het enige kritiekpunt van de Nederlandse regering is gericht op de door de Commissie berekende besparing van €172 miljoen per jaar. Deze zal namelijk sterk afhangen van de mate waarin gebruik zal worden gemaakt van de geboden mogelijkheden.
Met dit voorstel beoogt de Commissie bij te dragen aan het versterken van het concurrentievermogen van EU-ondernemingen door waar mogelijk de uit de Europese vennootschapsrechtrichtlijnen voortvloeiende administratieve lasten te verlichten, zonder dat dat negatieve gevolgen heeft voor andere belanghebbenden.
Het voorstel is toegespitst op Richtlijn 78/855/EEG van de Raad (de derde richtlijn) betreffende fusies van naamloze vennootschappen en Richtlijn 82/891/EEG van de Raad (de zesde richtlijn) betreffende splitsingen van naamloze vennootschappen.
De derde en de zesde Richtlijn bevatten een aantal gedetailleerde verslaggevings-verplichtingen die vennootschappen die aan een fusie of splitsing deelnemen, in acht moeten nemen en die kosten voor deze vennootschappen met zich meebrengen, te weten
-
1)de voor het management geldende verplichting om een schriftelijk verslag op te stellen waarin de fusie of splitsing uit juridisch en economisch oogpunt wordt toegelicht en verantwoord;
-
2)een verslag van een onafhankelijke deskundige waarin met name de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen wordt onderzocht;
-
3)de bekendmaking van tussentijdse cijfers indien de jaarrekening ouder is dan zes maanden op het tijdstip waarop het fusie- of splitsingsvoorstel wordt opgesteld.
De Commissie stelt m.b.t. twee van die verplichtingen (het managementverslag en de tussentijdse cijfers) voor om te voorzien in de mogelijkheid dat deze bescheiden niet behoeven te worden opgesteld wanneer de aandeelhouders daar unaniem mee instemmen. Tevens wordt de afschaffing voorgesteld van de verplichting om tussentijdse cijfers bekend te maken wanneer de vennootschap uit hoofde van de Transparantierichtlijn (E030101) een halfjaarlijks financieel verslag heeft opgesteld.
M.b.t. openbaarmakings- en documentatieverplichtingen stelt de Commissie voor dat de krachtens de derde en zesde Richtlijn en Richtlijn 2005/56/EG (betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen) verplichte deponering van het fusie- of splitsingsvoorstel bij het handelsregister kan vervallen en kan worden vervangen door vennootschappen toe te staan een internetsite te gebruiken om de te verstrekken informatie openbaar te maken.
Lidstaten kunnen besluiten de accountantsverklaringen uit hoofde van Richtlijn 77/91/EEG (de tweede richtlijn) over inbreng in natura onder bepaalde omstandigheden niet verplicht te stellen bij een splitsing. Die mogelijkheid bestaat nu bij fusies.
Lidstaten worden verplicht vennootschappen toe te staan een vereenvoudigde fusie- of splitsingprocedure toe te passen wanneer de fusie of splitsing plaatsvindt binnen een concern.
De voorschriften omtrent de bescherming van schuldeisers worden verduidelijkt overeenkomstig een recente wijziging van de tweede richtlijn (E050001). Indien schuldeisers waarborgen willen verkrijgen, moeten zij op geloofwaardige wijze kunnen aantonen dat de voldoening van hun vorderingen als gevolg van de voorgenomen fusie of splitsing in het gedrang is, en dat van de vennootschap geen adequate waarborgen zijn verkregen.
Impact assessment Commissie
Het voorstel is tevens opgenomen in het lopend programma van vereenvoudigingsmaatregelen die in 2008 door de Commissie moeten worden goedgekeurd (breder vereenvoudigingsprogramma, dat ook andere aspecten van regeldruk omvat, E080028). De Commissie geeft in het impact assessment aan dat de voorgestelde maatregelen een totale kostenbesparing van € 172 miljoen per jaar kunnen opleveren.
Richtlijn 2009/109/EG werd op 16 september 2009 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L259 d.d. 2 oktober 2009.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.