Met dit wetsvoorstel wordt de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing verklaard op de zelfstandige bestuursorganen de stichtingen het Vervangingsfonds en bedrijfsgezondheidszorg voor het onderwijs en het Participatiefonds voor het onderwijs. Hiertoe worden de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra gewijzigd.
In 2007 is door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het voornemen geuit het Vervangingsfonds en het Participatiefonds onder de werking van de Kaderwet te brengen.
De gevolgen van de voorgestelde wijzigingen zijn voor het Participatiefonds en het Vervangingsfonds beperkt. Op grond van de Kaderwet zal goedkeuring door de minister nodig zijn van de door de fondsen vast te stellen tarieven, dienen de fondsen hun taken tijdig en zorgvuldig voor te bereiden en uit te voeren, verstrekken defondsen de minister de benodigde inlichtingen, dienen de fondsen een jaarverslag en ontwerp-begroting op te stellen en over te leggen en zijn er tenslotte verplichtingen tot het vormen van een egalisatiereserve en het beveiligen van gegevens.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.540, A) is op 5 april 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 mei 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 oktober 2010titel
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra teneinde het Vervangingsfonds en het Participatiefonds onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen te brengenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip