E090043
Laatste revisie: 30-01-2012

E090043 - Richtlijn betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen



De Commissie stelt een nieuwe richtlijn voor wederzijdse bijstand bij invordering voor, aangezien de eisen van de interne markt zijn veranderd. In de afgelopen 30 jaar zijn personen en kapitaal steeds mobieler geworden, waardoor er een toenemende behoefte is aan invorderingsbijstand. Lidstaten kunnen alleen belasting invorderen op hun eigen grondgebied, waardoor invorderingsbijstand van een andere lidstaat nodig is als de belastingschuldige zich in een andere lidstaat bevindt.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2008)28PDF-document, d.d. 2 februari 2009

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

Richtlijn 2010/24/EGPDF-document diende voor 31 december 2011 te zijn geïmplementeerd.

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-Richtlijnen, stand per 1 oktober 2011


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) heeft op 31 maart 2009 besloten dat zij onderhavig voorstel onder de aandacht wil brengen van de commissie Financiën.

Onderhavig richtlijnvoorstel werd op 7 april 2009 door de commissie Financiën voor kennisgeving aangenomen.


Standpunt Nederlandse regering

Het voorstel voldoet volgens de regering aan het subsidiariteitsbeginsel, omdat een effectieve en efficiënte regeling voor invorderingsbijstand evenals de bestrijding van belastingfraude het beste op Europees niveau geregeld kunnen worden. De proportionaliteit wordt deels positief en deels negatief beoordeeld. De proportionaliteit is positief, voor zover de nieuwe richtlijn als effectief middel tegemoet komt aan de gestegen behoefte aan invorderingsbijstand.

De proportionaliteit wordt vooralsnog echter negatief beoordeeld ten aanzien van een viertal elementen die nog verder uitgewerkt moeten worden. Het gaat hierbij om de volgende punten:

  • verdergaande bepalingen op het gebied van bijstand bij invordering in bi- en multilaterale overeenkomsten met andere EU lidstaten mogen niet worden beknot door deze richtlijn.
  • er mag geen sprake zijn van een ongeclausuleerde mogelijkheid dat de door een lidstaat ontvangen gegevens voor andere doeleinden (zoals strafzaken) kunnen worden gebruikt.
  • de hoogte van het in te vorderen bedrag moet in verhouding staan met de gemaakte kosten en tijd die gepaard gaan met die desbetreffende invordering.
  • De uitbreiding van de werkingssfeer en de verplichting om gegevens over de teruggaaf van belastingen boven € 10.000 spontaan uit te wisselen moeten niet leiden tot een disproportionele verzwaring van de uitvoeringslasten.

Nederland is voorstander van een nieuwe richtlijn op het gebied van de wederzijdse bijstand bij invordering, aangezien de bestaande richtlijn onvoldoende werkt. Een goed werkend systeem van invorderingsbijstand is belangrijk ter bestrijding van fraude. Het Richtlijnvoorstel strekt zich tevens uit tot de verplichte socialezekerheidsbijdragen. De Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en het voorstel voor een toepassingsverordening over de uitvoering bevatten ook bepalingen inzake de wederzijdse bijstand bij de inning en van socialezekerheidspremies of bijdragen en de terugvordering van prestaties. De gegevensuitwisseling onder Verordening (EG) nr. 883/2004 geschiedt langs de elektronische weg. Nederland constateert dat er sprake is van een overlap tussen de twee elektronische netwerken voor berichtenverkeer op het terrein van de verplichte socialezekerheidsbijdragen. Nederland vindt het belangrijk dat beide systemen goed op elkaar zijn afgestemd om zo mogelijke miscommunicatie te voorkomen.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 829
    17 maart 2009

Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Commissie stelt een nieuwe richtlijn voor wederzijdse bijstand bij invordering voor, aangezien de eisen van de interne markt zijn veranderd. In de afgelopen 30 jaar zijn personen en kapitaal steeds mobieler geworden, waardoor er een toenemende behoefte is aan invorderingsbijstand. Lidstaten kunnen alleen belasting invorderen op hun eigen grondgebied, waardoor invorderingsbijstand van een andere lidstaat nodig is als de belastingschuldige zich in een andere lidstaat bevindt.

Er bestaat reeds een richtlijn voor wederzijdse bijstand bij invordering (richtlijn 76/308/EG, gecodificeerd in richtlijn 2008/55/EG), maar deze werkt onvoldoende. Slechts een zeer beperkt deel (ongeveer 5 %) van het totale bedrag waarvoor in Europa om invorderingsbijstand wordt gevraagd wordt ook daadwerkelijk ingevorderd.

In verband met de toenemende vraag en de beperkte werking van de bestaande richtlijn, stelt de EC een hervorming voor van de regeling voor invorderingsbijstand. Hierdoor moet de invorderingsbijstand efficiënter en effectiever worden en in de praktijk makkelijker verlopen. Een hervorming van de invorderingsbijstand is ook nodig in de strijd tegen (BTW)-fraude.

De belangrijkste veranderingen in de nieuwe richtlijn ten opzichte van de bestaande richtlijn zijn:

  • 1. 
    uitbreiding van het toepassingsgebied. De werkingssfeer wordt uitgebreid tot schuldvorderingen voortvloeiend uit alle belastingen en rechten. Hierdoor is de richtlijn ook van toepassing op schuldvorderingen voortvloeiend uit belastingen en rechten die niet onder de bestaande richtlijn vielen. Daarnaast wordt de werkingssfeer uitgebreid met schuldvorderingen voortvloeiend uit belastingen en rechten geheven door lagere overheden en met verplichte sociale zekerheidsbijdragen.
  • 2. 
    lidstaten worden verplicht informatie over de teruggaaf van belastingen boven de 10.000 € aan een belastingplichtige gevestigd in een andere lidstaat spontaan uit te wisselen en niet alleen meer op verzoek van een andere lidstaat. Hiermee wordt een systeem van spontane gegevensuitwisseling opgezet.
  • 3. 
    er komen gemeenschappelijke regels en titels, zoals uniforme executoriale en conservatoire titels en standaardformulieren om de uitvoering te vergemakkelijken en te versnellen. Ook worden hierdoor problemen met de vertaling en erkenning van documenten uit andere lidstaten voorkomen.
  • 4. 
    ambtenaren van een lidstaat krijgen de mogelijkheid zelf actief deel te nemen aan administratieve onderzoeken in een andere lidstaat.
  • 5. 
    de ontvangen gegevens kunnen ongeclausuleerd gebruikt worden voor andere doeleinden (zoals strafzaken).

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2008)28
    2 februari 2009

Behandeling Raad

Richtlijn 2010/24/EU werd op 16 maart 2010 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L 84 van 31 maart 2010.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen