E100011a
  klaver icoon
Laatste revisie: 04-04-2013

E100011a - Lidstaatinitiatief met het oog op het aannemen van de richtlijn betreffende rechten op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures



Het onderhavige voorstel dient ter waarborging van het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures, opdat de verdachte begrijpt wat hem ten laste wordt gelegd en wat het verloop van de procedure is.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.


Kerngegevens

volledige titel

Initiatief van het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechten op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures

document Europese Commissie

JAI(2010)1PDF-document, d.d. 22 januari 2010

rechtsgrondslag

Artikel 82, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU)

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2010/64/EUPDF-document werd op 20 oktober 2010 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L280 op 26 oktober 2010. De richtlijn dient voor 27 oktober 2013 geïmplementeerd te zijn. Hiertoe werd op 26 februari 2013 een wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter implementatie van richtlijn 2010/64/EU (vertolking en vertaling) als hamerstuk afgedaan door de Eerste Kamer (zie kamerstukken in de serie 33.355).


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor de JBZ-raad besloot op 16 maart 2010 dat zij onderhavig voorstel in de eerstvolgende vergadering wilde agenderen om de procedure te bespreken. De commissie besloot vervolgens op 23 maart 2010 dat zij de procedure wilde aanhouden tot de ontvangst van een BNC-fiche.

Tijdens de vergadering van 20 april 2010 heeft de commissie voor de JBZ-Raad besloten het voorstel in behandeling te nemen. Inbreng voor een reactie aan de regering en/of de Europese instellingen kan worden geleverd in de vergadering van 27 april 2010.

Op 18 mei 2010 heeft de commissie voor de JBZ-Raad een brief gestuurd aan de minister van Justitie met vragen over de Europese voorstellen over tolken- en vertalers.

Op 28 mei 2010 heeft de minister de brief van de commissie van 18 mei 2010 over de Europese voorstellen inzake tolken en vertalers beantwoord. Tijdens de vergadering op 1 juni 2010 heeft de commissie voor de JBZ-Raad deze brief van de minister van Justitie voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

Op 21 april 2010 heeft er een algemeen overleg plaatsgevonden met de minister van Justitie en Binnenlandse Zaken waarbij o.a. is gesproken over onderhavige richtlijn.


Standpunt Nederlandse regering

Nederland staat in zijn algemeenheid positief tegenover maatregelen ter versterking van de procedurele rechten van verdachten in de EU, maar hecht er de voorkeur aan te werken op basis van het lidstateninitiatief voor een richtlijn. Het voorliggende Commissievoorstel compliceert de procedures, nu de onderhandelingen over het lidstateninitiatief reeds zijn aangevangen.

Inhoudelijk keert Nederland zich tegen de voorgestelde verplichting tot het verstrekken van schriftelijke vertalingen van de essentiële processtukken. Nederland wil graag de mogelijkheid behouden om te volstaan met een mondelinge vertaling of mondelinge samenvatting van de desbetreffende documenten.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het onderhavige voorstel dient ter waarborging van het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures, opdat de verdachte begrijpt wat hem ten laste wordt gelegd en wat het verloop van de procedure is. Dit recht vloeit reeds voort uit artikel 6 van het EVRM en de daarop gebaseerde rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De nu voorgestelde richtlijn bouwt hierop voort. Achtergrond van de richtlijn is de wens het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen tot hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de Europese Unie te maken. Daarvoor dienen bepaalde parameters te bestaan, waaronder bepaalde procedurele waarborgen in strafprocedures. Het recht op tolk- en vertaaldiensten is daarvan de eerste. Dit recht gaat niet alleen gelden in strafprocedures, maar ook in procedures voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Dit initiatief moet concurreren met een Commissievoorstel, dat op enkele punten van het lidstaatinitiatief afwijkt.

Lees meer: uitgebreide samenvattingPDF-document van het voorstel


Behandeling Raad

De JBZ-Raad van 3 en 4 juni 2010 heeft de op 19 mei 2010 bereikte overeenkomst bevestigd.

Op 19 mei 2010 hebben de Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement een provisionele overeenkomst bereikt over de tekst van de ontwerp-richtlijn inzake het recht op tolk- vertaaldiensten in strafprocedures. De richtlijn is gebaseerd op het lidstaatinitiatief.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft 16 juni 2010 het lidstaatinitiatief aangenomen dat ervoor zorgt dat EU-burgers die verdacht worden in strafzaken in een andere lidstaat recht hebben op vertaling en vertolking tijdens ondervragingen door de politie, de rechtbankzitting en de communicatie met hun advocaat. Alle essentiële documenten moeten ook worden vertaald. De lidstaten moeten de richtlijn binnen de drie jaar in nationale wetgeving omzetten.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 21 april 2010 heeft de Italiaanse senaat een gemotiveerd adviesPDF-document gepubliceerd betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid op het lidstaatinitiatief. Hieruit blijkt dat het initiatief aan beide beginselen voldoet.

Op 6 april 2010 heeft de Oostenrijkse Bundesrat een gemotiveerd advies gepubliceerd waaruit blijkt dat het lidstaatiniatief voldoet aan de subsidiariteitsbeginselen. Dit in tegenstelling tot het Commissie voorstel. De Bundesrat stelt dat het Commissie voorstel niet voldoet aan de beginselen van subsidiariteit.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen