E100050
  ruit icoon
Laatste revisie: 01-02-2016

E100050 - Voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van een eengemaakte Europese spoorwegruimte



In dit voorstel voor een richtlijn worden een aantal nieuwe bepalingen toegevoegd teneinde het bestaande regelgevingskader te vereenvoudigen, verduidelijken en actualiseren. Drie momenteel geldende en vaak gewijzigde spoorrichtlijnen worden door deze richtlijn bovendien samengevoegd tot één tekst.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

Europees

Op 23 juli 2012 heeft de Europese Commissie een advies gepubliceerd over de voorgestelde amendementen het Europees Parlement op het standpunt van de Raad inzake het richtlijnvoorstel over de eengemaakte spoorwegruimte.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2010)475PDF-document, d.d. 16 september 2010

rechtsgrondslag

Artikel 91 van het Verdrag betreffdende de werking van de EU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

Richtlijn 2012/34/EUPDF-document werd op 21 november 2012 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en diende voor 16 juni 2015 geïmplementeerd te zijn. 

De implementatie geschiedt door wijziging van onder andere de Spoorwegwet. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel tot wijziging van de spoorwet in verband met de instelling van één Europese spoorwegruimte op 2 juni 2015 aanvaard (zie kamerstukken in de serie 33.965). De behandeling door de Eerste Kamer liep van 2 juni tot en met 29 september; het wetsvoorstel is op 29 september 2015 door de Eerste Kamer aanvaard. Publicatie in het Staatsblad zal medio oktober zijn. De benodigde algemene maatregel van bestuur zal naar verwachting ook in oktober in het Staatsblad gepubliceerd worden. Op de wetswijziging is de Tijdelijke referendumwet van toepassing. De implementatieregelgeving zal derhalve pas medio december van kracht kunnen worden. De exacte inwerkingtreding is afhankelijk van de datum van publicatie van de wetswijziging in het Staatsblad.

Deze wet is op 1 december 2015 in werking getreden. 

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-Richtlijnen, stand per 1 januari 2016.


Behandeling Eerste Kamer

Op 28 september 2010 werd het richtvoorstel voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft de minister van Verkeer en Waterstaat schriftelijk enkele vragen voorgelegd over onder andere het richtlijnvoorstel inzake de sporwegruimte. De minister heeft deze vragen op 13 oktober 2010 per brief beantwoord.


Standpunt Nederlandse regering

De subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel worden in het BNC-fiche positief beoordeeld. Nederland is in beginsel positief over het voorstel. Nederland heeft belang bij een beter functionerende interne spoormarkt en veel onderwerpen zijn te herkennen uit het Nederlandse beleid zoals geformuleerd in het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de spoorwegwet uit 2009. Bij de verdere beoordeling van het voorstel zal kritisch gekeken worden naar de bevoegdheden van de Europese Commissie waar gedelegeerde handelingen of uitvoeringsbesluiten worden voorgesteld. Het terugdringen van regeldruk (ook uit Brussel) is daarbij een belangrijke toetsingsgrond.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 23 juli 2012 heeft de Europese Commissie een advies gepubliceerd over de voorgestelde amendementen het Europees Parlement op het standpunt van de Raad inzake het richtlijnvoorstel over de eengemaakte spoorwegruimte.

In dit voorstel voor een richtlijn worden een aantal nieuwe bepalingen toegevoegd teneinde het bestaande regelgevingskader te vereenvoudigen, verduidelijken en actualiseren. Drie momenteel geldende en vaak gewijzigde spoorrichtlijnen worden door deze richtlijn bovendien samengevoegd tot één tekst. De voorgestelde herschikking van het vigerende eerste spoorwegpakket behelst:

  • de financiering van spoorweginfrastructuur en passende heffingen voor het gebruik daarvan;
  • de voorwaarden voor concurrentie op de spoorwegmarkt;
  • organisatorische hervormingen om een degelijk toezicht op de spoormarkt te waarborgen.

Het pakket voorziet in 26 wijzigingen, waaronder:

  • Uitsluiten dat spoorwegondernemingen infrastructuurheffingen innen;
  • Verduidelijken van de scheiding tussen rekeningen van spoorwegondernemingen, dat wil zeggen de rekeningen voor activiteiten die onder een monopolie vallen en de rekeningen voor activiteiten waarvoor de onderneming concurreert;
  • Introductie van een "use it or lose-it"-bepaling voor het beheer van spoorgebonden voorzieningen, waardoor een voorziening die niet wordt gebruikt door haar eigenaar via verhuur of leasing aan andere belangstellenden moet worden aangeboden;
  • Het eisen van gedetailleerde "netverklaringen", namelijk jaarlijks te publiceren documenten waardoor potentiële nieuwkomers op de markt zicht krijgen op de kenmerken en voorwaarden voor gebruik van de beschikbare infrastructuur;
  • Uitbreiding van de bevoegdheden van de (verplicht onafhankelijke) nationale toezichthoudende instanties;
  • Maatregelen om de financiering van de infrastructuur en de toerekening van de kosten te harmoniseren.

Tegelijk met dit voorstel heeft de Commissie een mededelingPDF-document uitgebracht betreffende de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese spoorwegruimte. Hierin worden de grote lijnen geschetst van een strategie met als doel om een doelmatig EU-spoorbeleid te ontwikkelen, een aantrekkelijke en volledig open markt te creëren, administratieve en technische belemmeringen weg te werken en te zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden met andere vervoerswijzen.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen