T02151

Toezegging Wijzigen percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal (34.031)



De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Bijsterveld (CDA) en Kops (PVV), toe het percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal pas te wijzigen na discussie met de Kamers over de resultaten van de evaluaties.


Kerngegevens

Nummer T02151
Status openstaand
Datum toezegging 22 september 2015
Deadline 1 januari 2024
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Kamerleden prof. dr. S.C. van Bijsterveld (CDA)
A. Kops (PVV)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen Duitse taal
Engelse taal
Franse taal
onderwijstijd
Kamerstukken Aanbieden van onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal voor het primair onderwijs (34.031)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 8 - blz. 2

Mevrouw Van Bijsterveld: In het verlengde van het voorgaande roer ik graag nog twee punten aan, ten eerste het maximum van 15%. Dat maximum is niet in het wetsvoorstel vastgelegd maar wordt in een Algemene Maatregel van Bestuur geregeld. In afwachting van de resultaten van de pilot die nu loopt, wordt al nagedacht over een verhoging tot maximaal 50%. 15% is al ongeveer een dagdeel. Dat is vrij veel voor het primair onderwijs. Met 50% verandert het karakter van het primair onderwijs echt. Mijn fractie acht dit alleen verantwoord als deze Kamer van tevoren over dat voornemen wordt ingelicht, onder gelijktijdige overlegging van de resultaten van de uitkomsten van het daaraan ten grondslag liggende onderzoek. Mijn fractie is niet alleen geïnteresseerd in de resultaten van de beheersing van het Engels door leerlingen, maar ook in de Nederlandse taalvaardigheid en de in inhoud van de vakken die in een vreemde taal worden aangeboden. Is de staatssecretaris bereid om dat toe te zeggen?

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 8 - blz. 16

De heer Kops (PVV): Het deel van de onderwijstijd dat scholen naast het Nederlands, of het Fries in Friesland, in het Engels, Duits of Frans mogen geven, wordt door de staatssecretaris vastgesteld in procenten in een Algemene Maatregel van Bestuur. In eerste instantie zal dat maximaal 15% zijn. Dat is een percentage dat voortkomt uit een advies van de Onderwijsraad en uit het proefproject 15% vroeg vreemdetalenonderwijs. Waarom is er voor een AMvB gekozen? Betekent dit dat de staatssecretaris dit percentage wanneer hij maar wil naar believen kan aanpassen? Ik heb immers begrepen dat de Kamer over een aanpassing van het percentage slechts geïnformeerd zal worden. Wat zijn de verwachtingen van de staatssecretaris? Verwacht hij dat dit percentage gaat stijgen, en hoeveel dan? Is het ook mogelijk dat dit in de toekomst gaat dalen? Met andere woorden, wanneer en op basis waarvan zal de staatssecretaris beslissen dat percentage aan te passen?

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 11 - blz. 6

Staatssecretaris Dekker: Waarom hebben we ervoor gekozen om die 15% niet in de wet vast te leggen, maar in een AMvB? De heer Kops van de PVV stelde deze vraag. Wij hebben dat gedaan om het toekomstbestendig te maken. Wij kunnen nu bijvoorbeeld afwachten hoe de tweede pilot loopt en dan bezien of dat eventueel om iets andere percentages vraagt. Anders zou iedere wijziging daarvan weer een enorm wetstraject vragen. Zoals bekend kost dat veel tijd. Tegelijkertijd hebben de heer Kops en mevrouw Van Bijsterveld gevraagd: als die pilot straks afgelopen is, lezen we dan in het staatsblad terug dat het verhoogd is? Ik zeg de Kamer graag toe dat we altijd eerst met de resultaten van de evaluatie zullen komen, zodat er ook ruimte voor discussie is in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer, voordat we zo'n stap zullen zetten.


Brondocumenten


Historie