34.588

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017



Dit wetsvoorstel vervangt de huidige Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002. Hiermee krijgen de Nederlandse inlichtingen en veiligheidsdiensten, de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD), de bevoegdheid om ook kabelgebonden telecommunicatie te onderzoeken.

Met dit voorstel worden de taken, de diensten en (de inzet van) de bevoegdheden van de AIVD en MIVD nauwkeurig wettelijk vastgelegd. Voordat de gemoderniseerde bevoegdheden worden ingezet, is toestemming van de minister en een onafhankelijke commissie, de zogeheten Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB), nodig. De onafhankelijke toetsing vooraf gaat niet alleen gelden voor de datastromen (telefonie, internet, e-mail en sociale media) via de kabel, maar ook voor de inzet van bestaande bijzondere bevoegdheden zoals het tappen van telefoongesprekken en het maken van inbreuken op computers. De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) wordt een zelfstandige klachtinstantie die bindende uitspraken kan doen over klachten van burgers.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 14 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, Van Vliet, 50PLUS, Houwers, Monasch, VVD, SGP, ChristenUnie, CDA, Groep Bontes/Van Klaveren en PVV stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 juli 2017 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. SGP, ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, 50PLUS, OSF en PVV stemden voor.

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) heeft op 9 maart 2021 besloten naar aanleiding van de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 januari 2021 (EK, N met bijlagen) over de evaluatie van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) en de brief van de minister van 5 maart 2021 (EK, O) met de kabinetsreactie op de evaluatie, een besloten, informeel gesprek met direct betrokkenen (de evaluatiecommissie, de CTIVD en de TIB) te organiseren. Dit gesprek vond plaats op 13 april 2021.

Op 6 april 2021 besloot de commissie tevens een besloten, informeel gesprek in te plannen met de AIVD en de MIVD om te spreken over hun werkwijze en het toezicht hierop. Dit gesprek vond plaats op 18 mei 2021.

Op een later moment besluit de commissie over een aanbod van de CTIVD voor een kennissessie.

De commissie heeft besloten de gesprekken met de toezichthouders en de AIVD en MIVD, de brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie 15 april 2021 (EK 29.924, A met bijlagen) met de beleidsreactie op CTIVD-onderzoek naar de inzet van bijzondere bevoegdheden ter ondersteuning van een goede taakuitvoering van de AIVD en MIVD en het rapport 'Slagkracht AIVD en MIVD: De wet dwingt, de tijd dringt, de praktijk wringt'PDF-document van de Algemene Rekenkamer te betrekken bij de behandeling van een aangekondigd wijzigingsvoorstel van de Wiv2017, samenhangend met de evaluatie van deze wet.


Kerngegevens

ingediend

28 oktober 2016

titel

Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Veiligheid en Justitie

inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.


Documenten

Bladeren:
[1-50] [51-100] [101-150] [151-157] documenten
Bladeren:
[1-50] [51-100] [101-150] [151-157] documenten