E100039
  ruit icoon
Laatste revisie: 01-11-2017

E100039 - Voorstel voor een gemeenschappelijke procedure voor toegang en verblijf van seizoenarbeiders



Dit voorstel voor een richtlijn betreft seizoenarbeid. Het voorstel beoogt de instelling van een gemeenschappelijke procedure voor toegang en verblijf in de EU en legt de rechten van seizoenarbeiders uit derde landen vast.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

Nationaal

De richtlijn is thans volledig geïmplementeerd. Alle benodigde wettelijke voorschriften zijn gepubliceerd en in werking getreden (zie Stb. 2016, 408, en 2017, 282 en 283; Stcrt. 2017, 35157).

Europees

Richtlijn 2014/36/EUPDF-document werd op 28 maart 2014 gepubliceerd in Pb EU L94. Lidstaten dienden uiterlijk 30 september 2016 aan de richtlijn te voldoen.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2010)379PDF-document, d.d. 13 juli 2010

rechtsgrondslag

WVEU artikel 79 paragraaf 2

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

Richtlijn 2014/36/EUPDF-document werd op 28 maart 2014 gepubliceerd in Pb EU L94. Lidstaten dienden uiterlijk 30 september 2016 aan de richtlijn te voldoen.

De richtlijn is thans volledig geïmplementeerd. Alle benodigde wettelijke voorschriften zijn gepubliceerd en in werking getreden (zie Stb. 2016, 408, en 2017, 282 en 283; Stcrt. 2017, 35157).

Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen derde kwartaal 2017


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben op 10 mei 2011 besloten nogmaals schriftelijk met de minister in overleg te treden. Diezelfde dag is een brief aan de minister verstuurd. De minister heeft op 27 juni 2011 gereageerd. Op 5 juli 2011 is de brief van de minister voor kennisgeving aangenomen.

Op 14 september 2010 hebben de commissies voor de JBZ-Raad, Justitie en SZW besloten de procedure aan te houden tot 5 oktober 2010, opdat afstemming met de werkzaamheden van de Tweede Kamer mogelijk is.

De commissies besloten op 5 oktober 2010 het oordeel van de Tweede Kamer ten aanzien van de subsidiariteit van het voorstel in principe te volgen. Op 12 oktober 2010 wordt een (gezamenlijke) conceptbrief aan de Europese Commissie (EC) besproken.

De Eerste Kamer heeft 12 oktober 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming ingestemd met de conceptbrief aan de Vicevoorzitter van de EC. Op 14 oktober 2010 is deze brief verstuurd aan de Vicevoorzitter van de EC.

Bij brief van 21 januari 2011 heeft de Europese Commissie gereageerd op de adviezen die door verschillende kamers van nationale parlementen zijn gegeven. De Commissie constateert dat de drempels voor de gele en de oranje kaart niet zijn gehaald. Op kritiek van nationale parlementen dat de subsidiariteitsvraag niet naar behoren is onderzocht, antwoordt de Commissie dat dit naar haar mening wel het geval is en dat het voorstel de subsidiariteitstoets doorstaat.

In haar antwoord schetst de Commissie verder de beleidsachtergrond van het voorstel en maakt zij enkele algemene opmerkingen daarover. De Commissie is van mening dat circulaire migratie - waaronder seizoenarbeid valt - kan leiden tot een 'triple win'-situatie: zowel de landen van bestemming als de landen van herkomst en de migranten zelf kunnen ervan profiteren. De Commissie maakt in haar brief tevens een reeks specifieke opmerkingen over onder meer de rechtsgrondslag van het voorstel, de duur van het verblijf, huisvesting, sociale zekerheid en het beginsel van EU-preferentie.

Op 1 februari 2011 hebben de commissies het antwoord van de EC besproken. De commissies besluiten om een brief aan de regering te sturen waarin zij wordt verzocht de subsidiariteits- en proportionaliteitsbezwaren van beide Kamers over te nemen en in de Raad te verdedigen en hierbij medestanders te zoeken onder de lidstaten waarvan parlementen subsidiariteits- of proportionaliteitsbezwaren kenbaar hebben gemaakt. Een conceptbrief wordt op 8 februari 2011 besproken. Een afschrift van de vastgestelde brief zal worden verstuurd aan de kamers van nationale parlementen die ook dergelijke bezwaren hebben aangevoerd.

De commissies voor de JBZ-Raad, Justitie en SZW hebben op 8 februari 2011 een conceptbrief aan de regering vastgesteld. Bij voorkeur verzenden zij de brief namens beide Kamers. Hierover zal contact worden opgenomen met de Tweede Kamer.

De brief waarin de regering wordt gevraagd de subsidiariteits- en proportionaliteitsbezwaren van de Kamers in de JBZ-raad te benadrukken is op 22 februari 2011 verstuurd aan de minister voor Immigratie en Asiel, nadat de Tweede Kamercommissie voor Immigratie en Asiel op 16 februari 2011 had ingestemd met de gezamenlijke brief.

De minister voor Immigratie en Asiel heeft op 15 april 2011 een brief gestuurd aan de Eerste en Tweede Kamer waarin hij aangeeft dat de subsidiariteitsbezwaren tegen het voorstel voor een richtlijn betreffende seizoensarbeid zoveel mogelijk onder de aandacht zijn gebracht tijdens de onderhandelingen over deze richtlijn. Volgens de minister is dit niet zonder resultaat gebleven, omdat het voorstel op vier van de vijf punten in de door Nederland gewenste richting gaat. Ook zoekt Nederland tijdens de onderhandelingen samenwerking met andere lidstaten. De commissie voor de JBZ-Raad spreekt naar verwachting op 10 mei 2011 over de brief van de minister.

De commissies voor de JBZ-Raad, Justitie en SZW hebben op 10 mei 2011 besloten nogmaals schriftelijk met de minister voor Immigratie en Asiel in overleg te treden. Diezelfde dag nog is een brief verstuurd aan de minister met vragen over de inspanningen van de minister ten aanzien van de subsidiariteitsbezwaren van beide Kamers en over zijn samenwerking met regeringen van andere lidstaten.

De minister voor Immigratie en Asiel heeft op 27 juni 2011 gereageerd. De minister geeft aan dat er zich in de Raadswerkgroep Migratie geen blokkerende minderheid aftekent van lidstaten met subsidiariteitsbezwaren. Daarom zijn de onderhandelingen over deze richtlijn op Raadswerkgroepniveau voortgezet. De minister stelt dat Nederland zich tijdens de onderhandelingen heeft ingespannen om te voorkomen dat samenwerking op Europees niveau in het kader van de richtlijn verder gaat dan nodig is. De onderhandelingen zullen tijdens het Poolse Voorzitterschap worden voortgezet.

Op 5 juli 2011 is de brief van de minister van 27 juni 2011 voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

Op 10 februari 2014 stuurde de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een brief aan de Tweede Kamer met daarin het bericht dat in het compromis wat bereikt is met de Raad niet wordt voldaan aan een van de voorwaarden de Kamer had gesteld, namelijk dat er geen dwingende bepaling is over gefaciliteerde re-entry van eerder toegelaten seizoenswerkers. Nederland zal dan ook tegen het voorstel stemmen tijdens de Raad van Landbouw en Visserij op 17 februari 2014. Desniettegenstaande zal naar verwachting het voorstel worden aangenomen, aangezien het Europees Parlement en een gekwalificeerde meerderheid van de Raad achter het voorstel staat.

Tijdens algemeen overleg over de JBZ-Raad van 5 juni 2013 is het voorstel seizoenarbeiders besproken. Tijdens het AO heeft de PVV een motie ingediend.

Uit een verslag schriftelijk overleg tussen de commissie I&A en V&J met de regering van 23 juli 2012 blijkt dat de onderhandelingen over de richtlijn seizoensarbeiders moeizaam verlopen. De onderhandelingen bevinden zich nog op ambtelijk niveau. Het belangrijkste juridische knelpunt in de onderhandelingen betreft de vraag of de richtlijn ook van toepassing moet zijn bij verblijf van korter dan drie maanden.

De commissie voor Justitie van de Tweede Kamer (TK) heeft op 15 september 2010 besloten om een subsidiariteitstoets uit te voeren. De Tweede Kamerleden werden verzocht uiterlijk 24 september 2010 subsidiariteitsbezwaren aan de staf van de commissie Justitie door te geven. De TK zal een rondetafelgesprek organiseren over onderhavig voorstel in week 40.

De Tweede Kamer heeft tijdens de plenaire vergadering op 23 september 2010 besloten conform het advies van de vaste commissies voor Justitie en Europese Zaken de regering te verzoeken een parlementair behandelvoorbehoud te laten vastleggen.

Op 6 oktober 2010 vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over het onderhavige voorstel. De uitkomsten van dit gesprek zullen worden betrokken bij een algemeen overleg over het behandelvoorbehoud dat op 14 oktober 2010 zal plaatsvinden.

De Tweede Kamer heeft 13 oktober 2010 ingestemd met de brief aan de Vicevoorzitter van de Europese Commissie.

De TK commissie voor Immigratie en Asiel heeft op 28 oktober 2010 een algemeen overleg gevoerd met de minister voor Immigratie en Asiel en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het fiche richtlijn seizoenarbeid. Met de ministers zijn afspraken gemaakt over de verdere behandeling van de richtlijn in de TK. De ministers informeren de TK tijdig schriftelijk over alle substantiële elementen die aan het betreffende voorstel worden toegevoegd en/of worden verwijderd gedurende de onderhandelingen. De ministers informeren de Kamer in het bijzonder over ontwikkelingen rondom een aantal elementen in het voorstel, namelijk: het behoud van de tewerkstellingsvergunning in de periode korter dan drie maanden, het zorgen van een annex bij de verblijfsvergunning voor de periode langer dan drie maanden, het element van de multi entry -- niet drie keer maar één keer toestemming verlenen -- en de voorwaarden die worden verbonden aan de vergunning op het terrein van arbeidsvoorwaarden en huisvesting. De regering streeft ernaar de maximale geldigheidstermijn van de seizoenvergunning terug te brengen van de voorgestelde zes maanden naar een termijn van 24 weken.

De TK commissie voor Immigratie en Asiel heeft op 1 november 2010 een brief gestuurd aan de minister voor Immigratie en Asiel, de minister van SZW en de staatssecretaris van BZ. In de brief staan de afspraken die de commissie met de bewindspersonen heeft gemaakt tijdens het AO van 28 oktober jl. Met de afronding van dit overleg is de procedure van het parlementair behandelvoorbehoud formeel beëindigd.

De minister van SZW heeft op 12 november 2010 een brief gestuurd aan de TK waarin hij de Kamer nader informeert over de controle op arbeidsvoorwaarden van arbeidsmigranten voor wie een tewerkstellingsvergunning is vereist, zoals toegezegd tijdens het AO van 28 oktober jl.

De TK commissie voor Immigratie en Asiel (I&A) spreekt naar verwachting tijdens de procedurevergadering van 16 februari 2011 over de antwoordbrief van de Europese Commissie en over het voorstel van de Eerste Kamercommissies JBZ, Justitie en SZW om een gezamenlijke brief te sturen aan de regering over het verdedigen van subsidiariteits- en proportionaliteitsbezwaren van beide Kamers in de Raad.

De commissie voor I&A heeft op 16 februari 2011 ingestemd met het versturen van een gezamenlijke brief met de Eerste Kamercommissies JBZ, Justitie en SZW aan de regering waarin wordt gevraagd de subsidiariteits- en proportionaliteitsbezwaren van de Kamers in de JBZ-raad te benadrukken.

De commissie voor I&A heeft tijdens de procedurevergadering van 27 april 2011 besloten om de brief van de minister voor I&A aan de Eerste en Tweede Kamer van 15 april 2011 (zie behandeling Eerste Kamer ) te agenderen voor het algemeen overleg van 8 juni 2011 ter voorbereiding op de JBZ-Raad van 9-10 juni 2011.

Op 6 februari 2012 heeft de minister voor I&A een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met de stand van zaken in onderhandelingen over het voorstel voor een seizoenwerkersrichtlijn. De minister geeft dat onder het Deens voorzitterschap (januari tot en met juni 2012) de onderhandelingen over dit voorstel worden voortgezet. De minister blijft zich inzetten om de aandachtspunten van de Tweede Kamer te realiseren.


Standpunt Nederlandse regering

Volgens het BNC-fiche heeft het voorstel voor de Nederlandse arbeidsmarkt momenteel geen toegevoegde waarde. Op dit moment komen er nauwelijks seizoensarbeiders van buiten de EU naar Nederland; in 2009 waren dat er 77. In het huidige economische klimaat is toelating van laaggeschoolde arbeiders niet opportuun, zeker met een gestegen werkloosheid, en ligt het primaat bij inschakeling van Nederlandse of EU-werkzoekenden, ook in het seizoenswerk. De vergrijzing van de arbeidsmarkt zou op langere termijn er wel toe kunnen leiden dat werkgevers meer seizoensarbeiders van buiten de EU zullen gaan werven. Vanuit EU-perspectief komen er jaarlijks veel seizoensarbeiders vanuit met name Noord- en West-Afrika naar de zuidelijke lidstaten. Een EU-regeling kan zinvol zijn om uitbuiting van deze arbeiders tegen te gaan, om migratiestromen beter te reguleren en in het algemeen om de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en ontwikkeling te bevorderen. Mogelijk kan de EU derde landen eerder ertoe bewegen illegale immigratie aan te pakken. Alles afwegend zal Nederland in de onderhandelingen inzetten op wezenlijke wijzigen van het voorstel, opdat er voldoende ruimte blijft voor essentiële aspecten van ons nationale toelatings-, uitvoerings-, en handhavingsbeleid.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De voorgestelde richtlijn beoogt bij te dragen aan een doeltreffend beheer van de migratiestromen voor de specifieke categorie van seizoenarbeid door de invoering van eerlijke en transparante regels voor toelating en verblijf van seizoenarbeiders. Tegelijkertijd bevat de richtlijn stimulansen en waarborgen om te voorkomen dat een tijdelijk verblijf permanent wordt. De richtlijn is onderdeel van de Europese maatregelen voor de ontwikkeling van een integraal migratiebeleid en beoogt een bijdrage te leveren aan de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie (dossier E090092). Uitgangspunt van het voorstel is dat de economieën van de Europese Unie een structurele behoefte hebben aan seizoenarbeiders voor sectoren als land- en tuinbouw en toerisme, maar deze steeds moeilijker binnen de EU zelf kunnen vinden. Seizoenarbeiders worden derhalve aangetrokken uit derde landen. Zij kunnen te maken krijgen met uitbuiting en niet-conforme arbeidsvoorwaarden. De voorgestelde richtlijn voorziet daarom ook expliciet in diverse rechten voor seizoen-arbeiders.

Lees meer: Uitgebreide samenvattingPDF-document


Behandeling Raad

De Raad voor Landbouw en Visserij nam de richtlijn op 17 februari 2014 aan. Nederland heeft overigens in de Raad tegen het voorstel gestemd omdat het niet voldeed aan een van de voorwaarden die Tweede Kamer heeft gesteld: namelijk dat er geen dwingende bepaling is over gefaciliteerde re-entry van eerder toegelaten seizoenswerkers. Het voorstel is desalniettemin aangenomen aangezien het Europees Parlement en een gekwalificeerde meerderheid van de Raad achter het voorstel staan.

JBZ-Raad van 5-6 december 2013 (agendapunt I.3)

Tijdens de Raad heeft het Voorzitterschap de Raad geinformeerd over de laatste stand van zaken over het voorstel. Uit de geannoteerde agenda blijkt dat Nederland in Coreper tegen het akkoord met het Europees Parlement heeft gestemd omdat het voorstel een dwingende bepaling inzake de facilitatie van aanvragen van eerder toegelaten seizoenswerkers bevat (de zogenoemde re-entry bepaling). De Tweede Kamer had immers in het Algemeen Overleg van 14 oktober 2010 over onder meer het BNC-fiche inzake het voorstel voor bovengenoemde richtlijn aangegeven dat zij tegen een dergelijke re-entry bepaling was. Nadat de tekst van het voorstel in alle officiële talen van de EU is vertaald, zullen de plenaire vergadering van het EP en de Raad het voorstel nog formeel bekrachtigen. Daarna begint de implementatietermijn van twee jaar.

Op 29 oktober 2013 werd duidelijk dat de Raad en het Europees Parlement overeenstemming hebben bereikt over het richtlijnvoorstel. Het akkoord dient nog officieel te worden aangenomen door de Raad en het Parlement

JBZ-Raad 6 en 7 juni 2013 (agendapunt I.6)

Tijdens de Raad heeft het Voorzitterschap de laatste stand van zaken van de onderhandelingen met het Europees Parlement gepresenteerd. Uit de geannoteerde agenda blijkt dat alle vijf kernpunten die de Tweede Kamer op 28 oktober 2010 heeft geformuleerd tijdens het algemeen overleg met de minister voor Immigratie en Asiel en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de tekst van het richtlijnvoorstel zijn verwerkt. Echter geeft het Europees Parlement wel aan dat het de re-entry van eerder toegelaten seizoensarbeiders in de richtlijn wil faciliteren. Verder blijkt uit het verslag van de Raad dat de richtlijn bijna is uitonderhandeld, maar dan is er bij zowel de Raad als het Europees Parlement wel enige beweging nodig.

JBZ-Raad 7 en 8 maart 2013 (agendapunt diversen)

Tijdens de Raad bleek dat het Voorzitterschap een akkoord in eerste lezing wil bereiken op basis van het door de Raad in 2012 vastgestelde mandaat.

JBZ-Raad 6 en 7 december 2012 (diversen)

Het voorzitterschap meldde dat er sinds 5 december 2012 een mandaat is voor de triloog met het Europees Parlement over het richtlijnvoorstel seizoenarbeiders. De onderhandelingen in de Raad zijn uiterst moeizaam verlopen, met name op het punt of toelating voor korter dan drie maanden in de richtlijn geregeld moet worden. De Commissie en het EP zijn hiervan voorstander. Inmiddels is een overgrote meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, voorstander van het opnemen van bepalingen inzake kort verblijf in het voorstel.

Statewatch heeft een Raadsdocument van 27 november 2012 gepubliceerd over het richtlijnvoorstel seizoenswerkers en een Raadsdocument met het mandaat voor de onderhandelingen met het Europees Parlement van 3 december 2012.

JBZ-Raad 25 en 26 oktober 2012

Het voorzitterschap gaf de stand van zaken ten aanzien van de besprekingen over de seizoenswerkersrichtlijn. Er is sprake van voortgang nu op 3 oktober 2012 in Coreper is besloten dat kort verblijf tot drie maanden onder de werking van het voorstel valt.

JBZ-Raad 7 en 8 juni 2012

Het voorstel was niet geagendeerd voor deze Raad, maar is aanbod gekomen bij het agendapunt 'diversen. Het voorzitterschap meldde dat het belangrijkste geschilpunt is of de richtlijn ook van toepassing is op verblijf korter dan drie maanden. De meningen in de Raad lopen hierbij sterk uiteen. Het Cypriotisch Voorzitterschap zal de onderhandelingen voortzetten.

JBZ-Raad 26 en 27 april 2012

Het voorstel voor een richtlijn seizoensarbeiders was niet geagendeerd voor deze Raad, maar is aan bod gekomen bij het agendapunt 'diversen'. Het voorzitterschap riep de lidstaten op meer flexibiliteit te tonen ten aanzien van de onderhandelingen over de richtlijn seizoensarbeiders.

JBZ-raad 13 en 14 december 2011 (agendapunt 6)

Tijdens de Raad is het voorstel niet aan bod gekomen. Uit de geannoteerde agenda van de minister V&J blijkt dat in het algemeen overleg met de Tweede Kamer op 14 oktober 2010 een vijftal kernpunten is geformuleerd, die in het voorstel zouden moeten worden opgenomen (zie voor deze punten de toelichting bij de JBZ-raad 9 en 10 juni 2011). De eerste vier punten zijn inmiddels in het voorliggende voorstel opgenomen. Wat betreft de Nederlandse wens van een aanvullend document met arbeidsmarktgegevens bij de verblijfsvergunning is nog niet zeker of voldoende lidstaten het Nederlands voorstel zullen ondersteunen. Overigens zal, ook wanneer dit punt niet wordt opgenomen in deze richtlijn, een aanvullend document wel mogelijk zijn op basis van de overkoepelende richtlijn inzake de enkelvoudige procedure en enkelvoudige vergunning, waarin de mogelijkheid van een aanvullend document is vastgelegd. Omwille van de noodzakelijke consistentie in EU-regelgeving wil het kabinet evenwel ook in de seizoenswerkersrichtlijn een dergelijke bepaling laten opnemen.

JBZ-raad 9-10 juni 2011 (agendapunt 5)

De regering heeft per brief op 15 april 2011 (kamerstuk 32452, F) de Kamers nader geïnformeerd over de volgende zaken:

  • het behoud van de tewerkstellingsvergunning bij een verblijf korter dan drie maanden;
  • het behoud van de mogelijkheid een arbeidsmarktbijlage toe te voegen aan de verblijfsvergunning bij arbeid langer dan drie maanden;
  • de eenmaligheid van toelating (geen multi-entry );
  • de mogelijkheid om in de vergunning voorwaarden op te nemen inzake arbeidsvoorwaarden en huisvesting;
  • de beperking van de maximale duur van het verblijf tot 24 weken.

Op een aantal punten is in het laatste voorstel van het Voorzitterschap al tegemoet gekomen aan de Nederlandse bezwaren. Dit betreft de eenmaligheid van toelating (geen multi-entry ), de mogelijkheid om in de vergunning voorwaarden op te nemen inzake arbeidsvoorwaarden en huisvesting en de beperking van de maximale duur van het verblijf.

De Commissie gaf tijdens de Raad aan dat zij de richtlijn inzake seizoenswerk van derdelanders van belang vindt voor circulaire migratie en hoopt daarom dat er snel een akkoord gesloten kan worden tussen de Raad en het EP. De onderhandelingen met het EP zijn nog niet begonnen. Er werd geen ruimte aan de lidstaten geboden om te interveniëren.

JBZ-Raad 11-12 april 2011 (agendapunt 4)

Dit voorstel is uiteindelijk niet aan bod gekomen tijdens de JBZ-Raad van 11 en 12 april 2011.

JBZ-Raad 7-8 oktober 2010 (agendapunt 4)

Tijdens de Raad zal de Europese Commissie haar voorstel presenteren.

De Commissie gaf in haar presentatie aan dat het voorstel een belangrijke stap vormt in de vorming van een gemeenschappelijk migratiebeleid en bijdraagt aan de versteviging van de economie en de concurrentiepositie van de EU. De Commissie benadrukte dat seizoenswerkers tijdelijk verblijven, belasting betalen, de economie stimuleren en geen gezinsleden meenemen. Lidstaten profiteren hier van, maar daarbij zijn een helder juridisch raamwerk en gelijke behandeling noodzakelijke voorwaarden. De meeste lidstaten reageerden kritisch op het voorstel seizoensarbeid. Ten aanzien van de subsidiariteit van het laatste voorstel stelde enkel Tsjechië dat het voorstel niet voldoet aan de beginselen van subsidiariteit. Verschillende ministers herinnerden de Commissie eraan dat lidstaten zelf het recht behouden om te beslissen over het aantal derdelanders dat op hun grondgebied wordt toegelaten. In dat licht wezen zij er ook op dat rekening gehouden dient te worden met de impact van het voorstel op hun nationale arbeidsmarkt.

De minister van Justitie gaf aan dat de Nederlandse regering de subsidiariteit van het voorstel gemengd beoordeelt. Bedenkingen zijn er vooral op het terrein van sociale zaken en werkgelegenheid, met name waar het de termijn van verblijf betreft die tot aanspraak op bepaalde uitkeringen kan leiden, en bij de handhaafbaarheid van het voorstel.

JBZ-Raad 2 en 3 december 2010 (agendapunt 3)

Met betrekking tot legale migratie heeft het Belgische Voorzitterschap vooral ingezet op drie voorstellen voor richtlijnen op het gebied van arbeidsmigratie: het voorstel voor de single permit richtlijn (één aanvraag-procedure en één vergunning bij arbeidsmigratie), het voorstel voor de seizoenswerkersrichtlijn en het voorstel voor de intra corporate transfereesrichtlijn. De laatste twee voorstellen zijn vanaf september 2010 voor het eerst in de raadswerkgroep besproken. Met name het voorstel voor de seizoenswerkersrichtlijn ligt gevoelig bij lidstaten.

Tijdens de vergadering van de Raadswerkgroep voor integratie, migratie en uitwijzing van 8 december 2010 heeft de werkgroep compromissuggesties voor het richtlijnvoorstel over seizoenarbeiders, voorgesteld door het Voorzitterschap, bekeken. Het resultaat van deze discussies en opmerkingen die eerder door delegaties zijn gemaakt zijn opgenomen in (voetnoten in) dit raadsdocument van 10 januari 2011. Dit document is verkregen via Statewatch.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement stemde op 5 februari 2014 plenair in met het voorstel.

Op 29 oktober 2013 werd duidelijk dat de Raad en het Europees Parlement overeenstemming hebben bereikt over het richtlijnvoorstel. Het akkoord dient nog officieel te worden aangenomen door de Raad en het Parlement. De LIBE commissie zal op 14 november 2013 stemmen over het ontwerpverslag.

De rapporteur van de commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) heeft op 8 juni 2011 het ontwerpverslag over het richtlijnvoorstel seizoenarbeiders gepubliceerd.

De LIBE commissie heeft op 25 april 2012 het ontwerpverslag aangenomen. De rapporteur heeft nu een mandaat om onderhandelingen te starten met de Raad met het oog op een overeenkomst in eerste lezing.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling EESC

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) heeft op 4 mei 2011 een advies uitgebracht over het richtlijnvoorstel seizoenarbeiders. Het EESC geeft aan dat het ingenomen is met het voorstel, maar het geeft in het advies wel een aantal aanbevelingen.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 14 september 2010 heeft de Oostenrijkse Nationalrat een met redenen omkleed advies gepubliceerd inzake het richtlijnvoorstel seizoenarbeiders. De Nationalrat acht het voorstel in strijd met het subsidiariteitsbeginsel.

De Tsjechische Senaat heeft op 22 september 2010 een resolutie aangenomen. De Senaat acht het voorstel in strijd met subsidiariteitsbeginsel. Volgens de Senaat kunnen de voorwaarden voor toegang en verblijf van seizoenarbeiders voldoende op het nationale niveau worden gereguleerd. Regulering op EU-niveau is niet noodzakelijk en levert geen toegevoegde waarde op.

De EU commissie van de Oostenrijkse Bundesrat heeft op 5 oktober 2010 een gemotiveerd advies gepubliceerd met de conclusie dat het voorstel in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel. Volgens de Bundesrat is het onwaarschijnlijk dat de voorgestelde richtlijn een beter juridisch kader creëert voor seizoenarbeiders. Het voorstel zal zorgen voor meer administratieve rompslomp.

De commissie voor Europese Zaken van de Poolse Senaat is op 6 oktober 2010 tot de conclusie gekomen dat het voorstel in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel. De commissie heeft daarnaast kritiek op de richtlijn, omdat de voorgestelde richtlijn niet voorziet in een betere bescherming van lidstaten tegen illegale arbeiders en de aanvullende verplichtingen voor werkgevers die worden voorgesteld zouden werkgevers kunnen ontmoedigen om legale seizoenarbeiders aan te nemen.

De Tsjechische Kamer van Afgevaardigden heeft op 7 oktober 2010 een gemotiveerd advies gepubliceerd inzake onderhavige richtlijn. De Kamer van Afgevaardigden acht het voorstel in strijd met het subsidiariteitsbeginsel.

De commissie van Europese Zaken van het parlement van Litouwen heeft 8 oktober 2010 besloten dat ze het richtlijnvoorstel niet in strijd acht met het subsidiariteitsbeginsel, maar het voorstel is mogelijk wel in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

De commissie Europese Unie van de House of Lords (Verenigd Koninkrijk) heeft op 13 oktober 2010 de House of Lords geadviseerd een gemotiveerd advies te sturen naar het Europees Parlement (EP), de Raad en de Europese Commissie (EC) om aan te geven dat zij het richtlijnvoorstel seizoenarbeiders in strijd acht met het subsidiariteitsbeginsel. De House of Lords heeft dit advies overgenomen en 20 oktober 2010 de brief verstuurd.

De European Scrutiny commissie van de House of Commons (Verenigd Koninkrijk) heeft 13 oktober 2010 een brief gestuurd naar het EP, de Raad en de EC met subsidiariteitsbezwaren over onderhavig voorstel. De commissie heeft de House of Commons niet geadviseerd om een gemotiveerd advies aan te nemen, omdat het onwaarschijnlijk is dat het Verenigd Koninkrijk zal kiezen voor een opt-in bij deze richtlijn.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 25 september 2012 heeft de Commissie Meijers een reactie gestuurd aan de Raad van Ministers op de laatste wijziging van de tekst van het richtlijnvoorstel in een compromistekst van het Voorzitterschap.

De Commissie Meijers heeft op 31 oktober 2011 een notitie over het voorstel voor een richtlijn Seizoensarbeid (COM(2010)0379) verstuurd aan de leden van de commissie voor Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement. In de notitie geeft de Commissie Meijers onder meer commentaar op de vrijblijvenheid van het voorstel voor lidstaten en over de mogelijke negatieve effecten van het voorstel.

FNV Bouw heeft op 6 oktober 2010 gereageerd op de concept-richtlijn seizoenarbeiders. De voorzitter van FNV Bouw betoogt dat het misbruik van seizoenarbeiders zal verergeren door de nieuwe EU-richtlijn.

Tijdens de zitting van 31 maart en 1 april 2011 heeft het Comité van de Regio's een advies aangenomen over seizoenarbeid en overplaatsing binnen een onderneming.

In mei 2011 heeft de International Labour Organisation (ILO) een notitie gepubliceerd over het richtlijnvoorstel seizoenarbeid vanuit het oogpunt van internationale arbeidsstandaarden.


Achtergrondartikelen

SC Online heeft 13 oktober 2010 een artikel gepubliceerd naar aanleiding van het rondetafelgesprek dat 6 oktober 2010 heeft plaatsgevonden in de Tweede Kamer over onderhavige richtlijn.


Alle bronnen