Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)
Aanvang: 14.24 uur
Status: gerectificeerd
Stemmingen moties Intrekking Wet raadgevend referendum
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Intrekking van de Wet raadgevend referendum,
te weten:
-
-de motie-Van Hattem c.s. over uitstel van de bekrachtiging en publicatie van de intrekkingswet (34854, letter H);
-
-de motie-Van Hattem c.s. over uitstel van de stemming over het intrekkingswetsvoorstel (34854, letter I);
-
-de gewijzigde motie-Nagel c.s. over het niet bekrachtigen van een aangenomen intrekkingswetsvoorstel (34854, letter K, was letter J);
-
-de motie-Köhler c.s. over het referendabel maken van de intrekkingswet (34854, letter M);
-
-de motie-Lintmeijer c.s. over een visie op nieuwe vormen van directe democratie (34854, letter N);
-
-de motie-Van Hattem c.s. over het openhouden van de rechtsgang inzake een referendabiliteitsbesluit (34854, letter P).
(Zie vergadering van heden.)
De voorzitter:
Meneer Nagel, gaat uw gang.
De heer Nagel i (50PLUS):
Voorzitter. In de motie op letter K vragen wij om voor de mogelijke bekrachtiging van de wet de uitspraak van de rechtbank die gepland stond op 1 augustus af te wachten. Inmiddels heeft de rechtbank uitspraak gedaan op 4 juli. Met het snelle reactievermogen waar 50PLUS om bekend staat, hebben wij de conclusie getrokken dat aan ons verzoek is voldaan: eerst de uitspraak van de rechtbank, dan mogelijke bekrachtiging binnen een week. Reden voor ons om de motie in te trekken.
De voorzitter:
Dank u wel.
De voorzitter:
Aangezien de gewijzigde motie-Nagel c.s. (34854, letter K, was letter J) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.
Dan vraag ik alsnog of een van de leden een stemverklaring wil af te leggen over de moties én over het wetsvoorstel. Dat is het geval.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Meneer Lintmeijer.
De heer Lintmeijer i (GroenLinks):
Voorzitter. Wij zullen het wetsvoorstel niet steunen. Wij vinden dat de afschaffing te vroeg komt. Er is geen ruimte genomen voor verbetering. Er is op een redelijke termijn ook geen zicht op alternatieven om de directe democratie te versterken bij intrekking van dit wetsvoorstel. Dat betreuren wij.
De moties van de PVV — ik neem ze even alle drie tegelijk — zullen wij niet steunen: de twee eerder ingediende moties vanwege het feit dat de grond daaronder, gelijk aan de motie-Nagel, wat ons betreft is vervallen en de nieuwe motie omdat wij vinden dat de parlementaire gang en de rechtsgang te veel door elkaar gaan lopen als wij hier een precedent creëren dat we wetsvoorstellen kunnen aanhouden omdat er wellicht mogelijk een hoger beroep aankomt.
De motie van de heer Köhler zullen wij wel steunen. Ik denk dat het terecht is dat we die als eerste in stemming nemen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Lintmeijer. Meneer Engels, doet u het ook maar meteen over het hele pakket.
De heer Engels i (D66):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. De fractie van D66 is tijdens dit wetgevingsproces uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat aan het raadgevend referendum te veel problemen kleven om dat instrument te handhaven. Dat is in de praktijk van de twee gehouden referenda genoegzaam gebleken. Deze complicaties zijn direct terug te voeren op het niet-bindende karakter van deze figuur. Om die reden zullen wij blijven pleiten voor de invoering van een bindend correctief referendum.
Wij hebben in het plenaire debat de binnen mijn fractie levende aarzelingen over de non-referendabiliteit en de timing van het voorstel aan de orde gesteld. Hoewel op deze twee punten de twijfel binnen mijn fractie niet geheel is weggenomen, zijn wij uiteindelijk tot de slotsom gekomen dat de regering daarvoor een voldoende dragende motivering heeft gegeven.
In onze eindafweging heeft tot slot een belangrijke rol gespeeld dat de regering mede in het licht van het komende eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel heeft toegezegd met inzet en ambitie te gaan werken aan een agenda voor de versterking van de democratie. Op deze gronden kunnen en zullen wij het wetsvoorstel aanvaarden.
Dat betekent vervolgens dat wij de moties op de stukken letters H, I, M en inmiddels ook P niet zullen steunen, de laatste motie ook omdat daar een staatsrechtelijke complicatie in zit. De rechter beslist namelijk zelf op grond van Grondwet en wet over zijn eigen bevoegdheid, maar hij is op grond van de machtenscheiding verplicht dat te doen op basis van de wet, net zoals het bestuur ook gebonden is aan de wet, dus dat is heel simpel.
De motie-Lintmeijer op stuk letter N zullen wij wel steunen omdat die motie, anders dan de andere moties, wel aansluit bij de inzet die wij bij het debat hebben gepleegd, ook een ondersteuning is van de toezegging die wij al hadden gekregen, en ook vanwege het feit dat de minister deze motie heeft omarmd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Engels. Wie wenst nog meer het woord? Mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie stemt voor het wetsvoorstel, juist omdat wij de representatieve democratie als een groot goed zien. Wij zien uit naar de uitkomsten van de staatscommissie. Dat is de reden dat wij tegen de motie-Lintmeijer op stuk letter N zullen stemmen. Wij vinden het daarvoor te vroeg. Wij wachten eerst de studie van de staatscommissie af en zien dan welke handreikingen er worden gedaan om onze democratie te versterken.
Dan de andere moties van de PVV onder letters H, I en P. Daar zijn wij tegen. Dit raakt de scheiding van de machten. Die dient gerespecteerd te blijven. Nu is de wetgever aan zet. Dat is hier. Dat is niet de rechter. Daarnaast zou aanname een zeer ongewenste precedentwerking geven.
Mijn stemverklaring over de motie-Köhler heb ik al in tweede termijn van het debat gegeven. Ook daar zullen wij tegen stemmen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Meneer Köhler.
De heer Köhler i (SP):
Voorzitter. Als ik het goed heb zijn er nog drie moties van de heer Van Hattem in de race. De motie op stuk letter H vraagt om de bekrachtiging van de wet uit te stellen totdat de rechter op de vordering heeft beslist. Oorspronkelijk was dat tot ...
De voorzitter:
De inhoud van de moties is de leden bekend, dus u hoeft alleen maar de letter te noemen. Dat is genoeg.
De heer Köhler (SP):
Ja, dat klopt. En ik ga nu verklaren wat wij van die zin vinden. Oorspronkelijk was dat tot 1 augustus. Daar konden wij ons wel in vinden, maar inmiddels blijkt dat te zijn tot en met het hoger beroep is afgerond. Wij denken dat je niet in redelijkheid kan vragen om de bekrachtiging van de wet zo lang uit te stellen, dus daar zullen wij tegenstemmen.
De motie op stuk letter I vraagt om de stemming over het wetsvoorstel uit te stellen tot de rechter over de vordering in hoger beroep heeft beslist. Daar zijn wij helemaal niet voor. Wij vinden niet dat de stemming in het parlement bepaald moet worden door de vraag of de zaak nog onder de rechter is, zeker niet dat de stemming zo lang moet worden uitgesteld, dus daar zullen wij ook tegenstemmen bij de hoofdelijke stemming.
Wat betreft de motie op stuk letter P vind ik het razend ingewikkeld om met deze juristerij geconfronteerd te worden, maar ik versta het antwoord van de minister zo dat, ook als deze motie niet wordt aangenomen, de rechtsgang nog steeds openstaat voor bezwaarden, niet alleen in hoger beroep bij de huidige procedure maar ook bij de bestuursrechter. Dan is er wat ons betreft geen behoefte aan deze motie. Daarom zullen wij daar ook tegenstemmen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Köhler (SP):
De overige moties heb ik zelf ondertekend, dus daar hoef ik geen verklaring over te geven.
Wat het wetsontwerp betreft denk ik dat de fractie van de SP in eerste en tweede termijn voldoende duidelijk heeft gemaakt waarom wij alle negen tegen de intrekking van de Wet raadgevend referendum gaan stemmen.
De voorzitter:
Over de motie-Lintmeijer heeft u niets gezegd.
De heer Köhler (SP):
Nee, die heb ik ook zelf ondertekend.
De voorzitter:
O, oké. Goed. Prima. Meneer Van Hattem.
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank u, voorzitter. Allereerst een stemverklaring over de motie-Lintmeijer. De overweging van de motie om meer directe democratie te bewerkstelligen delen we zeker. De oproep in het dictum voegt echter niet zo heel veel toe. Een nieuwe visie op nieuwe vormen van directe democratie zal uiteindelijk toch bij het referenduminstrument uitkomen, maar nu het raadgevend referendum zonder gelijkwaardig alternatief wordt ingetrokken, zullen we omwille van de inzet op directe democratie toch voor de motie stemmen.
Ten aanzien van het wetsvoorstel heeft ook de PVV al genoegzaam duidelijk gemaakt dat wij faliekant tegen de intrekking van het raadgevend referendum zijn en dus ook tegen dit wetsvoorstel zullen stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Ik geef het woord aan de heer Schalk.
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Allereerst over de moties van de PVV onder H, I en P; ik sluit aan bij de eerder gemaakte opmerking dat we geen vermenging van wetgevende en rechterlijke macht moeten hebben. Op de motie van de heer Köhler onder de letter M ben ik al een keer ingegaan. Die vraagt in feite om een novelle, maar het risico dat de Tweede Kamer vervolgens het raadgevend referendum niet zal afschaffen is te groot. Die kan ik dus niet steunen namens de SGP. De motie van de heer Lintmeijer onder letter N vraagt in feite om nieuwe vormen van directe democratie. Mijn fractie heeft juist betoogd dat we geen vermenging van representatieve en directe democratie moeten hebben onder aanroeping van datgene wat de heer Holdijk hier ooit heeft gezegd, namelijk dat de representatieve democratie voor het volk en niet door het volk moet zijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Ik kijk even rond. Hebben nog meer leden behoefte aan een stemverklaring? Ja, meneer Koffeman.
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. De Partij voor de Dieren is van mening dat directe democratie niet ongedaan zou moeten worden gemaakt en al helemaal niet met terugwerkende kracht. Een wet die nog niet eens geëvalueerd is, ondanks de wettelijke toezegging daartoe, kan niet worden ingetrokken met als argument dat er betere instrumenten zouden zijn, die echter nog ontwikkeld moeten worden en waar geen enkel zicht op is. Het is belangrijk dat via een hoofdelijke stemming duidelijk wordt welke afwegingen er gemaakt worden in dit huis in relatie tot de verkiezingsprogramma's. In dat kader zal mijn hele fractie conform onze verkiezingsbeloftes tegen deze intrekkingswet stemmen en vóór alle moties die beogen de gevolgen van die intrekking te verzachten, met uitzondering van de moties van de PVV, die te zeer de uitspraken in dit huis en de uitspraken van de rechter door elkaar laten lopen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Ik kijk nog een keer rond. Ik stel vast dat er geen behoefte meer is aan stemverklaringen.
We beginnen de stemming over de moties onder 34854 zo meteen met de motie op letter M van het lid Köhler, omdat die in feite neerkomt op een novelle. Er is om hoofdelijke stemming gevraagd.
In stemming komt de motie-Köhler c.s. (34854, letter M).
Vóór stemmen de leden: Kox, Lintmeijer, Meijer, Nagel, Nooren, Overbeek, Postema, Reuten, Sent, Sini, Van der Sluijs, Van Strien, Strik, Teunissen, Verheijen, Vlietstra, Vos, Wezel, Van Zandbrink, Van Apeldoorn, Baay-Timmerman, Van Beek, Dercksen, Peter van Dijk, Don, Faber-van de Klashorst, Fiers, Ganzevoort, Gerkens, Van Hattem, Ten Hoeve, Ton van Kesteren, Koffeman, Köhler en Kok.
Tegen stemmen de leden: Kuiper, Lokin-Sassen, Martens, Oomen-Ruijten, Pijlman, Prast, Van Rij, Rinnooy Kan, Rombouts, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Stienen, Van de Ven, De Vries-Leggedoor, Atsma, Backer, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Diederik van Dijk, Duthler, Engels, Ester, Flierman, De Graaf, De Grave, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Klip-Martin, Knapen en Knip.
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met 35 stemmen voor en 40 stemmen tegen is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Hattem c.s. (34854, letter H).
Vóór stemmen de leden: Dercksen, Peter van Dijk, Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Ton van Kesteren, Kok, Van der Sluijs, Van Strien en Van Beek.
Tegen stemmen de leden: Diederik van Dijk, Don, Duthler, Engels, Ester, Fiers, Flierman, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, De Grave, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Koffeman, Köhler, Kox, Kuiper, Lintmeijer, Lokin-Sassen, Martens, Meijer, Nagel, Nooren, Oomen-Ruijten, Overbeek, Pijlman, Postema, Prast, Reuten, Van Rij, Rinnooy Kan, Rombouts, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Sent, Sini, Stienen, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vlietstra, Vos, De Vries-Leggedoor, Wezel, Van Zandbrink, Van Apeldoorn, Atsma, Baay-Timmerman, Backer, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn en De Bruijn-Wezeman.
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met 9 stemmen voor en 66 stemmen tegen is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Hattem c.s. (34854, letter I).
Vóór stemmen de leden: Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Ton van Kesteren, Kok, Nagel, Van der Sluijs, Van Strien, Baay-Timmerman, Van Beek, Dercksen en Peter van Dijk.
Tegen stemmen de leden: Don, Duthler, Engels, Ester, Fiers, Flierman, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, De Grave, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Koffeman, Köhler, Kox, Kuiper, Lintmeijer, Lokin-Sassen, Martens, Meijer, Nooren, Oomen-Ruijten, Overbeek, Pijlman, Postema, Prast, Reuten, Van Rij, Rinnooy Kan, Rombouts, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Sent, Sini, Stienen, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vlietstra, Vos, De Vries-Leggedoor, Wezel, Van Zandbrink, Van Apeldoorn, Atsma, Backer, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman en Diederik van Dijk.
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met 11 stemmen voor en 64 stemmen tegen is verworpen.
In stemming komt de motie-Lintmeijer c.s. (34854, letter N).
Vóór stemmen de leden: Vos, Wezel, Van Zandbrink, Van Apeldoorn, Baay-Timmerman, Backer, Van Beek, Bredenoord, Dercksen, Peter van Dijk, Don, Engels, Faber-van de Klashorst, Fiers, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, Van Hattem, Ten Hoeve, Ton van Kesteren, Koffeman, Köhler, Kok, Kox, Lintmeijer, Meijer, Nagel, Nooren, Overbeek, Pijlman, Postema, Prast, Reuten, Rinnooy Kan, Schaper, Schnabel, Sent, Sini, Van der Sluijs, Stienen, Van Strien, Strik, Teunissen, Verheijen en Vlietstra.
Tegen stemmen de leden: De Vries-Leggedoor, Atsma, Van Bijsterveld, Bikker, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Diederik van Dijk, Duthler, Ester, Flierman, De Grave, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Kuiper, Lokin-Sassen, Martens, Oomen-Ruijten, Van Rij, Rombouts, Schaap, Schalk, Schouwenaar en Van de Ven.
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met 45 stemmen voor en 30 stemmen tegen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Hattem c.s. (34854, letter P).
Vóór stemmen de leden: Van der Sluijs, Van Strien, Baay-Timmerman, Van Beek, Dercksen, Peter van Dijk, Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Ton van Kesteren, Kok en Nagel.
Tegen stemmen de leden: Rombouts, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Sent, Sini, Stienen, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vlietstra, Vos, De Vries-Leggedoor, Wezel, Van Zandbrink, Van Apeldoorn, Atsma, Backer, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Diederik van Dijk, Don, Duthler, Engels, Ester, Fiers, Flierman, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, De Grave, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Koffeman, Köhler, Kox, Kuiper, Lintmeijer, Lokin-Sassen, Martens, Meijer, Nooren, Oomen-Ruijten, Overbeek, Pijlman, Postema, Prast, Reuten, Van Rij en Rinnooy Kan.
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met 11 stemmen voor en 64 stemmen tegen is verworpen.