Dit voorstel strekt tot aanpassing van wetten, die noodzakelijk is voor de invoering en de uitvoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Het betreft één rijksbrede verzamelwet, waarin de benodigde aanpassingen in de wetten van alle ministeries zijn opgenomen.
De voorgestelde wijzigingen vallen op hoofdlijnen uiteen in drie categorieën:
-
-aanpassing aan de veranderde inhoud van het begrip «ambtenaar»;
-
-aanpassingen aan de overgang van een publiekrechtelijk geregelde rechtspositie naar een privaatrechtelijke rechtspositie;
-
-regeling van, voor zover nodig, de instandhouding van de rechtspositie van de uitgezonderde groepen die hun publiekrechtelijke rechtspositie houden.
Het belangrijkste uitgangspunt van het voorstel is het technisch van aard is. Naast terminologische aanpassingen zijn er wijzigingen aangebracht wanneer dat ten behoeve van een zorgvuldige implementatie en werkbaarheid in de uitvoering nodig is of om ongewenste en onbedoelde effecten te voorkomen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 28 maart 2019 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 april 2019 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
6 november 2018titel
Aanpassing van wetten in verband met de invoering van de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren (Aanpassingswet Wnra)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
2.Artikel 6.18, onderdelen A en B, treden in werking op het op grond van artikel 11.2, eerste lid, bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip.