T02642

Toezegging De Kamer informeren betreft het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (35.000)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rinnooy Kan (D66), toe de Kamer te informeren in het geval van nieuwe ontwikkelingen op het PEPP-dossier.


Kerngegevens

Nummer T02642
Status voldaan
Datum toezegging 20 november 2018
Deadline 1 juli 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen pan-Europees persoonlijk pensioenproduct
Kamerstukken Miljoenennota 2019 (35.000)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, nr.8 item 8 - blz. 6

De heer Rinnooy Kan (D66):

Een stabiele financiële sector is voor Europa van enorme betekenis en een van de vele voorbeelden van een opgave die de nationale grenzen verre overschrijdt. Een bescheiden onderdeel daarvan is een Europese pensioenvoorziening, de PEPP, die zijn Brusselse afronding nadert. Eerder betoonde het kabinet zich daarover kritisch, maar niet onwelwillend. Zou de minister willen toelichten wat de Nederlandse insteek is bij de nu lopende onderhandelingen en wat daarbij de voor Nederland belangrijkste ingrediënten zijn? Met hem kijken wij vol verwachting uit naar de ontknoping van de grotere opgave van het nieuwe Nederlandse pensioenakkoord.

Handelingen I 2018-2019, nr.8 item 8 - blz. 39

De heer Rinnooy Kan (D66):

Met alle lof voor de productiviteit van de minister, is dat ook precies het onderwerp dat hij niet heeft behandeld. Hij mag dat wel schriftelijk, want de heer Postema had gevraagd naar een tweede onderwerp dat schriftelijk zou mogen, namelijk wat we leren van de crisis. Ook daar heeft de minister niets over gezegd. Ik vind dat toch wel de moeite waard, in het bijzonder ook bijvoorbeeld de observatie dat de productiecapaciteit van Europese economieën plotseling 10% lager is dan voor de crisis verwacht. Daar zouden we ook nog iets van moeten kunnen leren. Het derde, en dat mag wat mij betreft ook nog wel schriftelijk, is de vraag wat er met het PEPP gaat gebeuren en wat daarbij de Nederlandse inzet is. Ik wil dat toch even gezegd hebben.

Handelingen I 2018-2019, nr.8 item 8 - blz. 56

Minister Hoekstra:

Dan heb ik ook nog de PEPP. Ik wilde even kijken of er nog nieuws was ten opzichte van een aantal weken of maanden geleden. Het is goed om nog een keer te markeren dat wij als Nederland kritisch zijn over dat zogenaamde Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct. Het is best te begrijpen waarom andere landen in Europa daar het voordeel van zien, maar voor de Nederlandse situatie, met onze eerste, tweede en derde pijler, is het vermoedelijk toch maar zeer beperkt van meerwaarde. De Tweede Kamer heeft het kabinet per motie gevraagd zich uit te spreken tegen dit Europese raamwerk. Ik heb geleerd dat ik niet moet herhalen hoe serieus ik moties neem van beide Kamers der Staten-Generaal, maar dat is natuurlijk toch een gegeven dat ik zeer nauw moet betrekken bij deze beoordeling. Heel kort de inzet op hoofdlijnen. Het voorstel mag de verplichtingen in onze tweede pijler niet in gevaar brengen. Dat zal iedereen hier onderschrijven. Het voorstel mag niet raken aan de fiscaliteit. En het aantal gedelegeerde handelingen willen we ook beperken. Laat ik de heer Rinnooy Kan ook nog toezeggen dat als er nieuws op dat dossier te verwachten is, we de Kamer daarover informeren.


Brondocumenten


Historie