T02747

Toezegging Evaluatie Brexit (35.084)



De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (ChristenUnie), toe om de Verzamelwet Brexit, alsook de hele gang van zaken rond de Brexit omvattend te evalueren.


Kerngegevens

Nummer T02747
Status voldaan
Datum toezegging 19 maart 2019
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Europese Zaken (EUZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen Verzamelwet Brexit
Kamerstukken Verzamelwet Brexit (35.084)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 3 - blz. 16-17

De heer Ester (ChristenUnie):

[…]

Die zelfgekozen Britse vrijmaking is een unieke gebeurtenis en we kunnen derhalve niet terugvallen op eerdere ervaringen. Dat is ook zo'n contextelement, zeg ik ook in de richting van de heer Lintmeijer. Dat maakt ook onderdeel uit van die ongewisse wiskunde op dit terrein. We kunnen niet terugvallen op eerdere ervaringen. Er zijn geen precedenten. Via deze brexit-wet en aanvullend beleid proberen we ons te wapenen tegen die onvoorziene problemen, overgangssituaties en calamiteiten. Juist daarom is het van belang — ik kom nu richting de heer Van Apeldoorn — om die wet ook grondig en omvattend te evalueren, ook als het gaat om de parlementaire controle op de verruimde bevoegdheden van de regering.

We kunnen onze wetten op orde hebben, maar dat is nog niet hetzelfde als slagvaardige crisisbeheersing. In de dagen direct na de brexit zal blijken hoe robuust onze voorbereidingen en calamiteitenoefeningen zijn. We moeten, liefst met de andere lidstaten, lering trekken hoe te handelen in een crisissituatie als de brexit. Hoe zijn we omgegaan met de — ik noem ze nog maar een keer —"unknown unknowns"? Kan de minister een dergelijke omvattende evaluatie toezeggen?

Voorzitter, ik sluit af.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Interessante gedachte, maar om die evaluatie even te preciseren: Wanneer en hoe ziet de heer Ester deze evaluatie voor zich? Na de termijn van een halfjaar, of tussentijds? Of een evaluatie die dan gedeeld gaat worden met deze Kamer?

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat zal tussen een halfjaar en een jaar moeten. Je moet dat ook een beetje tijd geven. Ik zou een omvattende evaluatie willen, dus ook niet alleen als het gaat om de economische of juridische aspecten ook om de maatschappelijke aspecten. Hoe goed waren we nou eigenlijk voorbereid op de brexit? Die resultaten moeten we, zeker als de minister dat zou kunnen toezeggen, ook bespreken met dit huis, absoluut.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nog even voor de helderheid, die evaluatie vindt dan plaats op het moment dat de regering, of de minister, niet langer de bevoegdheid heeft die nu artikel X aan de minister geeft voor zes maanden na uittreding van het VK? Dat heb ik toch goed begrepen?

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat vind ik uitwerking. Ik vind het feit dat die evaluatie plaatsvindt belangrijker dan het exacte moment ervan.

[…]

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 11 - blz. 15

De heer Ester (ChristenUnie):

Dank aan de minister. Volgens mij is hij nog één antwoord schuldig op een vraag van mij over de evaluatie van de werking van de wet.

Minister Blok:

Ik zie de heer Ester naar de microfoon lopen en het woord "evaluatie" schiet door mijn hoofd.

Dat vind ik een zeer terechte vraag. Ik denk dat het zuiver is om de wet zelf, maar ook de hele gang van zaken rond zo'n brexit, uitgebreid tegen het licht te houden na het plaatsvinden daarvan. Deze wet zelf is belangrijk, vanwege het bijzondere karakter ervan, maar ook de samenwerking tussen verschillende diensten en overheden in Nederland, zowel publieke als private, en de samenwerking met de Europese Unie. Ik zeg graag toe dat te doen. Het moment waarop kan ik nog niet beoordelen. Ik denk wel dat het redelijk is om een serieuze periode na het moment van brexit te nemen om erop terug te kijken. Ik denk eerder aan een periode van een jaar dan aan een korte periode, nogmaals omdat het heel ingrijpend zal zijn. Maar ik doe graag de toezegging om zowel de wet als de hele gang van zaken daaromheen te evalueren.

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 11 - blz. 17

De heer Ester (ChristenUnie):

Voorzitter. Nog even een reactie op de toezegging van de minister om de Brexitwet te evalueren. Dank voor die toezegging om de werking van de wet ook echt omvattend te evalueren, met een streep onder "omvattend", en dat ook samen met andere lidstaten te doen. Dit biedt een unieke mogelijkheid om een unieke uittreding van een lidstaat uit de Unie te toetsen op haar effecten. We moeten hiervan leren. We moeten toetsen hoe een noodwet uitpakt. We moeten leren of we ons goed hebben voorbereid. We moeten zien of we onze parlementaire controle op orde hebben. We zien ernaar uit om met de minister te debatteren over de uitkomsten van deze brede evaluatie.

Dank u wel.

Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 11 - blz. 21

Minister Blok:

Terug naar de heer Ester. Ik gaf bewust aan de evaluatie breder te willen doen dan de wet zelf, omdat het inderdaad een aantal belangrijke vragen beantwoordt over de manier

waarop we in Nederland omgaan met zo’n ingewikkelde situatie, niet alleen als overheid, maar ook als samenleving, en ook hoe de Europese Unie hiermee omgaat en hoe we

ermee omgaan in dat samenspel, nationaal en internationaal.


Brondocumenten


Historie