T02833

Toezegging Nadere gedachtewisseling (34.104 / 31.839, V)



Voordat een formeel wetgevingstraject zal worden ingegaan, zal de Minister van VWS met de Kamer bespreken of er voldoende lessen zijn getrokken uit de decentralisaties in het sociaal domein, bijvoorbeeld naar aanleiding van de contourennota, die rond de zomer gestuurd zal worden, en/of de conceptwetgeving met aanpassingen van de Jeugdwet, die voor de zomer in consultatie zal gaan.


Kerngegevens

Nummer T02833
Status voldaan
Datum toezegging 21 januari 2020
Deadline 1 juli 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie overig
Onderwerpen gezondheidszorg
jeugdzorg
maatschappelijke ondersteuning
Stelselherziening
Kamerstukken Langdurige zorg (34.104)
Jeugdzorg (31.839)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2019/20, 34104 / 31839, V, p. 26-27

De voorzitter: Daar hebben we volgens mij een gezamenlijk standpunt over. We willen allemaal dat we reële informatie krijgen om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen. Ik hoor een pleidooi om dat toch iets meer aandacht te geven aan de voorbereidende kant, dus meer doordenken hoe we dat scherp kunnen krijgen.

Minister De Jonge: Dat we meer aan de voorkant doordenken waaraan we straks gaan afmeten of het succesvol was of niet. Dat gebeurt natuurlijk lang niet altijd. De gegevens in het sociaal domein die we wél hebben, zijn vaak helemaal niet zo eenduidig te interpreteren. Dat geldt zeker voor de jeugdzorg. Dus die feitenbasis moet beter op orde, maar dan zou ik dat schriftelijk moeten toesturen, want we doen er ongelofelijk veel aan; het voert veel te ver om dat nu allemaal te recapituleren. We werken aan een veel betere feitenbasis onder überhaupt het functioneren van de jeugdzorg, ook een centrale feitenbasis. Men is destijds wat terughoudend geweest om al te gecentraliseerd aan gegevensverzameling te doen omdat men heeft gezegd: pas nou op dat je niet langs die weg de beleidsvrijheid van gemeenten gaat inperken.

De voorzitter: Ik kijk naar de tijd. Ik weet niet hoe u in de tijd zit, maar wij hadden tot 18.00 uur afgesproken en het is nu 18.05 uur. Er staat nog één mooie reflectieve vraag open, namelijk in hoeverre wij zo’n wetgevingsproces ook met elkaar beter kunnen doen, als ik het goed samenvat. […] Wij zien ook wat dat betreft met veel interesse uit naar de brieven die eraan komen en de voorstellen van uw kant. Op het moment dat u zegt dat u een gedachtewisseling als deze daarbij nog een keer nuttig acht, bieden wij die bij dezen ook aan.

Minister De Jonge: Veel beter en veel preciezer van tevoren bedenken waaraan ik nou straks eigenlijk ons succes ga afmeten, wat is nou straks mijn bewijs voor succes, of juist het bewijs voor het uitblijven daarvan? Daar ben ik heel erg voor, ik ben daar erg freakerig in. […] Maar ik heb ook gezien hoe ingewikkeld het is als die indicatoren niet al bestaan. Want dan moet je ze gaan bedenken. Je wilt geen bureaucratie toevoegen. Dus dat is heel moeilijk om op een goede manier te doen. We zijn daar wel mee bezig. We verstevigen die feitenbasis op dit moment. Ik denk dat het verstandig is om daar nog eens over door te praten. […] En toch heeft dat allemaal niet kunnen voorkomen dat we op een aantal punten echt onvoldoende hebben voorzien, doorzien en doorgeëxerceerd wat de impact zou zijn van zo’n grote beleidswijziging en zo’n groot traject in één keer. Ik denk dat we daaruit de les moeten trekken: zo groot, pas nou op, probeer het nou in stappen te doen die je beter kunt overzien. Dat zal ik ook zeker doen. Ik ga graag in op het aanbod dat u doet om voordat we echt in een formeel wetgevingstraject komen ook nog nader van gedachten te wisselen om te kijken of we nou voldoende de lessen hebben getrokken van die decentralisatie bij het aangaan van het traject, bijvoorbeeld rondom die contourennota.

Kamerstukken I 2019/20, 34104 / 31839, V, p. 28

Minister De Jonge: Dus graag maak ik gebruik van het aanbod dat u doet om nader door te spreken. In de Tweede Kamer is dat denk ik in maart/april, ergens in die buurt, rondom een stand van denken van de contourennota die we zullen sturen. Dat zou natuurlijk ook best een moment kunnen zijn om dan ook het gesprek met de Eerste Kamer te vervolgen. […] Een tweede mogelijkheid, het hele aangrijpingspunt, zou kunnen zijn het ontwerp van de aanpassingen van de Jeugdwet dat we in consultatie zullen doen tegen de zomervakantie, en de contourennota zelf, die we tegen de zomervakantie zullen sturen. Dat betekent dat we net na de zomer daar het overleg over kunnen hebben. Dus dat zouden zomaar planningssuggesties kunnen zijn, maar overigens voeg ik mij uiteraard naar de planning zoals u die zelf maakt en ik laat me graag uitnodigen. Ik ben paraat als u mij roept.)


Brondocumenten


Historie