35.555, H

Motie-Oomen-Ruijten (CDA) c.s. over het keuzerecht voor een bedrag ineens



In deze motie wordt de regering verzocht:

  • de modaliteiten van het keuzerecht voor een bedrag ineens nader te preciseren en om ongewenste effecten te voorkomen, de regelingen zo nodig aan te passen, zoals bijvoorbeeld door een uitzondering van het bedrag ineens op de huurtoeslag;
  • de invoering van het bedrag ineens tot 2023 uit te stellen om in de tussentijd een alternatieve uitvoering te zoeken die minder complex is, beter communiceerbaar en substantieel lagere uitvoeringskosten kent, en draagvlak heeft bij de uitvoeringsorganisaties;
  • en de beide Kamers voor het slaan van het invoerings-Koninklijk Besluit hierover te informeren.


Kerngegevens

nummer 35.555, H
ingediend 12 januari 2021
behandelstatus aangenomen
toelichting behandelstatus Op 19 januari 2021 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD, Fractie-Otten, OSF, D66 en PVV stemden tegen.
indiener(s) M.G.H.C. Oomen-Ruijten (CDA)
mede ondertekend door F.J.M. Crone (PvdA)
R. van Gurp (GroenLinks)
M.J.M. Kox (SP)
J. van Pareren (Van Pareren)
M.J. van Rooijen (50PLUS)
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
dossier(s) Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen (35.555)
behandelende commissie(s) commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
uitvoeringsstatus niet uitgevoerd
deadline uitvoering 1 januari 2025

Bijzonderheden

Op 30 juni 2022 is het voorstel Wet herziening bedrag ineens (36.154) ingediend bij de Tweede Kamer.

De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) levert op 15 oktober 2024 inbreng voor schriftelijk overleg naar aanleiding van de brief van de minister van SZW over uitstel van de inwerkingtredingsdatum van het keuzerecht bedrag ineens (EK 36.154 / 35.555, B).



Uitvoering