De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 16 november met minister Hoekstra en de staatssecretarissen Van Huffelen en Vijlbrief, alle drie van Financiën, tijdens de Algemene financiële beschouwingen aan de hand van de Rijksbegroting 2022 over het financiële beleid van het kabinet. De Kamer stemt dinsdag 23 november over tien tijdens het debat ingediende moties.
Tijdens het debat spraken de financiële woordvoerders van de vijftien fracties over zeer veel onderwerpen, waaronder het begrotingsproces, de investeringen om klimaatverandering tegen te gaan, de problemen op de woningmarkt, de gevolgen van de toenemende inflatie, pensioenen, kinderarmoede, de afhandeling van de kindertoeslagenaffaire, de coronaherstelpakketten en het optreden van Nederland in de Europese Unie.
Moties
Er zijn elf moties ingediend. Eén motie werd aangehouden.
De eerste motie, van senator Vendrik (GroenLinks), verzoekt de regering om de opsporingscapaciteit ten behoeve van de bestrijding van witwassen te versterken en tevens de scope van de National Risk Assessment Witwassen (NRAW) te verbreden en te verdiepen. De minister ontraadde de motie.
De tweede motie, eveneens van senator Vendrik, verzoekt de regering op korte termijn een herstelplan voor de culturele en creatieve sector te ontwikkelen en daarbij te overwegen financiering uit het Europese herstelprogramma in te zetten. De minister ontraadde de motie.
De derde motie, van senator Van der Linden (Fractie-Nanninga), verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om pensioenfondsen vooruitlopend op het nieuwe pensioenstelsel versneld in de gelegenheid te stellen om ervoor te kiezen minder in staatsobligaties te beleggen. De minister ontraadde de motie.
De vierde motie, van senator Crone (PvdA), verzoekt de regering om ook het komende jaar een half miljard uit te trekken voor een tweede ronde van het volkshuisvestingsfonds en verzoekt de regering tevens om de verhuurderheffing versneld af te bouwen. De minister ontraadde de motie.
De vijfde motie, van senator Van Strien (PVV), verzoekt de regering om de massa-immigratie te stoppen en de hieruit voortvloeiende besparing in te zetten voor de woningbouw voor Nederlandse woningzoekenden. De minister ontraadde de motie.
De zesde motie, van senator Van Apeldoorn (SP), verzoekt de regering met aanvullende maatregelen te komen om de energiearmoede onder de laagste inkomens aan te pakken. De minister verzocht de motie aan te houden tot er een nieuw kabinet is. Van Apeldoorn ging niet in op dat verzoek.
De zevende motie, van senator Prast (PvdD), verzoekt de regering om er met een Rijksbijdrage voor te zorgen dat de tarieven van de Nederlandse Spoorwegen voor komend jaar niet hoeven te stijgen. De minister ontraadde de motie.
De achtste motie, van senator Van Rooijen (50PLUS), verzoekt de regering met een voorstel te komen voor een eenmalige verhoging van de AOW-uitkering met € 200 in 2022, een zogenaamde AOW-duurtetoeslag. De minister ontraadde de motie.
De negende motie, eveneens van senator Van Rooijen, verzoekt de regering met een concreet plan te komen voor indexatie in 2022 met terugwerkende kracht als de actuele dekkingsgraad 105% is of hoger. De minister ontraadde de motie.
De tiende motie, van senator Otten (Fractie-Otten), verzoekt de regering uitvoering te geven aan de aangenomen motie over een onderzoek naar vereenvoudiging van het belastingstelsel en de bedoelde studie uiterlijk binnen drie maanden aan de Eerste Kamer te verstrekken. De minister verzocht de indiener de motie aan te houden, anders zou hij de motie ontraden. Senator Otten besloot daarop de motie aan te houden.
De elfde motie, eveneens van senator Otten, verzoekt de demissionaire regering en de volgende regering af te zien van het wetsvoorstel excessief lenen van de B.V. dan wel het wetsvoorstel in te trekken. De minister ontraadde de motie.
Impressie van het debat
Senator Vendrik(GroenLinks) riep het kabinet op om in navolging van afspraken die in Glasgow tijdens de Klimaattop zijn gemaakt te stoppen met het subsidiëren van fossiele brandstoffen. Vendrik vroeg verder aandacht voor het brede welvaartperspectief, waarbij het begrip welvaart breder dan alleen financieel wordt ingevuld. Volgens GroenLinks blijft het kabinet achter de bredere invulling van het welvaartsperspectief. Zo is bijvoorbeeld de overgang naar een duurzame economie in de voorstellen van het kabinet vooral een financieel verhaal. Dit zou volgens Vendrik in een coherent transitiebeleid verankerd moeten zijn. Over de wooncrisis zei hij dat het kabinet de laatste jaren lijdzaam heeft toegekeken, maar weinig daadwerkelijk heeft gedaan om de crisis aan te pakken. Wat GroenLinks betreft moet de verhuurdersheffing aan de woningcorporaties zo snel mogelijk van tafel. Verder wees Vendrik op de gevolgen van de coronamaatregelen voor de culturele sector. Hij riep het kabinet op een herstelprogramma voor die sector op te zetten. GroenLinks vindt het bovendien 'tamelijk verwonderlijk' dat Nederland geen aanspraak heeft gemaakt op bijdragen uit het Europese Herstelfonds. Tot slot wilde Vendrik van staatssecretaris Van Huffelen weten wat de stand van zaken is van de herijking van het herstelplan voor het compenseren van de gedupeerden van de kinderopvangtoeslagenaffaire.
Senator Van Ballekom (VVD) zei dat deze begroting ondanks alle onzekerheden geen ongunstig begin is voor een nieuw te vormen kabinet om verder te bouwen aan het vestigingsklimaat, het Nederlands verdienvermogen en de terugkeer naar een gewoon begrotingsproces. Volgens Van Ballekom heeft het bedrijfsleven een betrouwbare, voorspelbare overheid met een consistent beleid nodig. Daarvan is op dit moment geen sprake, aldus Van Ballekom. Hij wees in dat verband op de toename van de lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Dit is naar zijn mening een verkeerde weg en uitermate zorgelijk. Als je voortdurend het bedrijfsleven met andere wetgeving confronteert dan is dat uitermate slecht voor het vestigingsklimaat, zo meende hij. Volgens de VVD is het voor de arbeidsmarkt belangrijk dat Nederlanders steeds minder in deeltijd werken. Van Ballekom riep het kabinet op terug te keren naar het normale begrotingsproces, omdat we ons nog steeds niet op solide ijs bevinden. Begroten is kiezen, zei hij. De overheid kan niet gezien worden als buffer voor elke tegenslag zoals de oplopende energierekening. Tot slot wees Van Ballekom op een daling in de defensie-uitgaven. Nederland hoort daarmee bij de vijf slechtst bijdragende NAVO-landen en dat betreurt hij.
Senator Van der Linden (Fractie-Nanninga) maakt zich zorgen over de toekomstbestendigheid en de houdbaarheid van het financiële stelsel. Hij wees in dat verband op de hoge inflatie met een langdurig karakter. Alles wordt snel duurder en er lijkt geen einde aan te komen, aldus Van der Linden. De Fractie-Nanninga is van mening dat deze inflatie niet tijdelijk is, zoals de centrale banken van mening zijn. Volgens Van der Linden zijn we aangekomen in een periode van superinflatie. Er lijkt iets fundamenteels aan de hand. Stellen dat het tijdelijk is, is de kop in het zand steken, aldus Van der Linden. Hij noemde de energiecompensatie een druppel op gloeiende plaat als alle prijzen stijgen. Hij wilde weten wat superinflatie betekent voor de unieke Nederlandse pensioenfondsen. De staatsobligaties waarin de pensioenfondsen investeren zijn onrendabel en risicovol in huidige tijden, zo meende hij. Superinflatie is volgens Van der Linden een groot probleem en lijkt een blijvertje. De ECB heeft een instrument in handen om dit tegen te gaan (renteverhoging), maar kan dat niet inzetten omdat een aantal Europese lidstaten dan in grote problemen komt. Van der Linden vroeg de minister wat de taalaan("en")worst case scenariostaaluit zijn die hij en De Nederlandse Bank klaar hebben liggen als ook zij tot conclusie komen dat superinflatie niet tijdelijk is.
Senator Van Kesteren (CDA) zei dat het begrotingsbeleid met goede redenen van zijn ankers is getild. De economie draait weer op volle toeren. Hij waardeert wat het kabinet heeft gedaan. Van Kesteren vroeg wel hoe het nu verder moet met het schuldenbeleid. Dat beleid vraagt om een behoedzame en pragmatische aanpak. De grootste opgave is investeren in het klimaatbeleid. Van Kesteren vroeg het kabinet om ook de lastenverlichting behoedzaam aan te pakken. Hij wees er verder op dat Nederland grote belangen heeft bij een sterk Europa. Nederland is een reus qua geld, maar een dwerg als het om macht gaat, aldus Van Kesteren. Voor bijvoorbeeld het klimaatbeleid hebben we Europa nodig. Ook ten aanzien van woningmarkt en pensioenen vroeg Van Kesteren om een behoedzame en pragmatische belastingaanpak. De CDA-fractie bepleit een herstel van vertrouwen tussen politiek en bedrijfsleven. Ook afgelopen Prinsjesdag is de rekening zonder pardon bij het bedrijfsleven neergelegd. Dat kan een keer, maar niet keer op keer, aldus Van Kesteren. Hij sloot zich aan bij senator Van Ballekom dat er minder schaarste zou zijn op de arbeidsmarkt wanneer mensen meer in voltijd werken. Het CDA ziet de ongelijkheid groter worden. Mogelijkheden om die te verkleinen zijn onder andere meer vast werk, betaalbare woningen en geïndexeerde pensioenen, aldus Van Kesteren.
Volgens PvdA-senator Crone is er een investeringstekort. Er is namelijk veel kapitaal, met name in Nederland, en een groot overschot op de lopende rekening. Dat betekent dat wij zonder meer een nationaal investeringstekort hebben. Maar gelukkig heeft het kabinet zich niet laten weerhouden om ruimhartig miljarden uit te trekken bij aanvang van en gedurende de coronacrisis. Alleen al om het financieringstekort terug te brengen tot 60% moeten we nu 40 miljard eenmalig investeren. Het moeten wel investeringsprogramma's zijn waar we wat aan hebben, aldus Crone. Hij wees erop dat het kabinet veel verschillende potjes heeft en veel geld beschikbaar stellen, maar dat de besteding aan deskundigen wordt overgelaten. Waarom geven we eerst het geld zonder voorwaarden, zo vroeg hij de minister. Crone wees verder op de tweedeling in het klimaatbeleid en de woningmarkt. In het geval van het klimaatbeleid wees hij op de verschillen tussen belasting van bedrijfsleven en van particulieren.
Senator Backer (D66) zei dat het demissionair kabinet zich in deze rol moet richten op zogenoemde geen-spijt-keuzes. Daar zijn volgens hem soms ook inhaalkeuzes bij. Hij wees erop dat er een extra departement is ontstaan in de begroting: het coronadepartement. Die uitgaven zullen doorlopen, zijn niet incidenteel. Zijn de uitgaven dan niet te optimistisch geschat en hoeveel van deze uitgaven van het covid-19-departement zijn niet structureel, vroeg hij de minister. Backer haalde verder een advies van de Raad van State in om de begrotingscyclus anders in te richten. De discussie over de financiën kunnen in dat advies in het voorjaar worden gehouden en dan in het najaar, na Prinsjesdag, de Algemene financiële beschouwingen. Hij was benieuwd wat de minister van het idee vindt. Over het Europees herstelfonds citeerde Backer de minister die gezegd heeft dat het goed gaat, maar het is volgens Backer nog onzeker. Hij riep het kabinet op om de invulling van het herstelfonds zo snel mogelijk op de formatietafel te concretiseren. Volgens Backer is het uitzonderlijk dat Nederland als enige in de Europese Unie nog geen plan heeft ingediend. Tot slot sprak hij zijn zorgen uit dat de uitgaven voor sociale advocatuur eenmalig stijgen en vervolgens weer dalen.
Senator Van Strien (PVV) zei dat het kabinet de ordegrootte van problemen niet op juiste waarde weet te taxeren. Als voorbeeld noemde hij de woningmarkt. Een belangrijk onderdeel van het woningtekort is regelgeving, zoals de verhuurderheffing. Een deel daarvan wordt nu teruggegeven maar het probleem - de heffing zelf - blijft bestaan, aldus Van Strien. Volgens de PVV wordt het woningprobleem verergerd door de migratiecrisis. Over de klimaatuitgaven vroeg hij de minister aan te geven waarop is gebaseerd dat er weer miljarden naar klimaatmaatregelen gaan. Ook wees Van Strien op de steeds hogere kosten van energie. Wie gaat dat betalen, vroeg hij de minister. Over de toeslagenaffaire zei hij dat de overgrote meerderheid van de gedupeerden nog geen zicht heeft op een oplossing. Hetzelfde geldt voor de gedupeerden van de aardbevingscrisis in Groningen. Pensioenen worden al dertien jaar niet geïndexeerd, aldus Van Strien. Waarom niet, wilde hij weten. Als het aan de PVV ligt, stopt Nederland met verspilling van geld aan de EU, klimaat en migratie, besloot Van Strien.
Senator Ester (ChristenUnie) complimenteerde de regering met het daadkrachtig optreden tijdens de coronacrisis en complimenteerde tevens de ondernemers met hun improvisatievermogen. Maar onzekerheid is nog altijd troef, zei Ester. De statistische zekerheid van de Miljoenennota is volgens hem niet de beleving van veel Nederlanders. Wat zijn de Europese begrotingsregels nog waard, vroeg hij de minister. Ook wilde hij weten of de minister de noodzaak ziet van nieuwe budgetdisciplinering. De snelle stijging van zorgkosten blijft zorgwekkend. Wat is het oordeel van de minister over de impact hiervan op de jongste generatie, vroeg Ester. Hij was verheugd dat door de samenwerking tussen coalitie en oppositie de Miljoenennota in positieve zin is aangepast. Kan de belasting op energie structureel en niet alleen incidenteel worden bijgesteld, wilde hij verder weten. De ChristenUnie heeft moeite met het bevriezen van de kinderbijslag, maar is wel blij met uittrekken van geld voor versnelde afschaffing van de verhuurdersheffing. Eén thema miste Ester in de Miljoennota en de troonrede: arme landen. Een ruimhartig gebaar had volgens hem niet misstaan. Tot slot vroeg ook Ester aandacht voor het brede welvaartsperspectief. Hij wilde een toezegging dat dit standaard onderdeel wordt van de departementale begrotingen.
Senator Van Apeldoorn (SP) zei dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt een groot probleem is en onderdeel van de tweedelig die dwars door onze samenleving trekt. Onze maatschappij wordt steeds minder een samenleving. Van Apeldoorn zag ook een groeiende vermogensongelijkheid in de samenleving. Het risico daarvan is volgens hem ondermijning van de democratie. Hij vroeg de minister wat hij vindt van het contrast van werkende armen ten opzichte van miljardairs. Er groeien nog steeds 250.000 kinderen op in armoede in Nederland. Over de klimaatcrisis zei Van Apeldoorn dat de regering het nog steeds nalaat om de vervuilers te laten betalen voor de energietransitie die van levensbelang is. Waarom betalen huishoudens zoveel keer meer aan energiebelasting dan bedrijven, vroeg hij de minister. Hij was positief dat de regering heeft geleerd van de vorige crisis door niet meteen te bezuinigen, maar als overheid juist massief in te grijpen. Over de toeslagenaffaire zei hij dat hij moet constateren dat de staatssecretaris haar belofte nog steeds niet is nagekomen. Het trage verloop van de afhandeling is het nieuwe schandaal, aldus Van Apeldoorn.
FVD-senator Frentrop zei dat het gebrek aan fysieke ruimte weleens de oorzaak zou kunnen zijn van korte lontjes bij mensen. Ruimte is vrijheid en gebrek aan ruimte is inperking van vrijheid, aldus Frentrop. Ruimte is het schaarse goed, daar moeten we mee woekeren, daar moeten we keuzes voor maken. Maar daarover las hij niets in de Miljoenennota. Zou de minister de kosten van migratie willen specificeren, vroeg hij. Tot nu toe doet de regering of zij geen maatregelen kan nemen om immigratie tegen te gaan. Volgens FVD moet Nederland investeren in aanpassen aan het klimaat, niet aan het tegengaan van klimaatverandering. Frentrop zei dat de minister gedragsverandering als middel noemt om klimaatverandering tegen te gaan. Welke gedragsverandering zou de minister willen zien, vroeg Frentrop. FVD gaat namelijk uit van het beginsel dat de burger het gedrag van de regering kan veranderen door verkiezingen en referenda en niet andersom.
Senator Prast (PvdD) ging in op de toekomst van luchtvaartsector, in het bijzonder van KLM. Ze vroeg de minister hoe hij het toekomstperspectief van KLM zag. En of het klopt het dat KLM uitstel van belastingbetaling heeft gekregen en zo ja tot wanneer. KLM is volgens Prast niet bestand tegen CO2-beprijzing. Hoe verhoudt dit zich dan tot het klimaatbeleid, vroeg ze. Ook wilde ze weten van de minister vond van de beloning van de KLM-topman in 2021. In de begroting staat een stijging van ruim 16% uitgaven aan wegen in Nederland. Een groot deel daarvan gaat naar uitbreiding van het wegennet. Prast vroeg de minister of hij van plan was reizen met het openbaar vervoer aan te moedigen en autorijden te ontmoedigen om zo gedragsverandering te bewerkstelligen. Ook wilde ze weten waarom het kabinet niet vol inzet op zoönosepreventie, het voorkomen van ziekten die van dier op mens worden overgedragen. De PvdD-fractie pleit voor hogere belasting op snoep, snacks en frisdrank. Zo bereik je gedragsverandering, aldus Prast.
Senator Van Rooijen (50PLUS) constateerde dat minister Hoekstra zegt dat hij diepe zakken heeft, maar de senator zag daar een gaatje in dat steeds groter wordt. Er zijn meer dan genoeg zorgen voor de oudere Nederlander, zoals zorg, woonwensen, financiële toekomst, evenals koopkracht. Met welke lasten zadelen we de mensen straks op, vroeg Van Rooijen. Hij riep het kabinet op om niet alleen naar schone lucht (klimaatbeleid) te kijken, maar ook naar de portemonnee. Volgens Van Rooijen bestaat er in geen enkel land ter wereld bestaat zo'n mooi systeem als het Nederlandse pensioenstelsel. 50PLUS is opgericht om deze kroonjuwelen te beschermen. Hij vroeg de minister te reageren op de volgens hem sterke achteruitgang van de koopkracht van AOW'ers. 50PLUS eist indexatie van de pensioenen van 2% met terugwerkende kracht.
Senator Schalk (SGP) onderschreef de investeringen in klimaat maar vroeg ook waarom de regering niet thuis geeft als het om defensie gaat. Hij stelde voor om een vergelijkbare wet als de Klimaatwet te maken. Als we die 2% die we aan de NAVO beloofd hebben in een wet zouden zetten, dan zou er ruim 5 miljard moeten worden geïnvesteerd, aldus Schalk. Hij stelde verder vast dat het opnieuw niet is gelukt om de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Hij vroeg de minister waarom er is gekozen om de kinderbijslag te bevriezen. Volgens Schalk worden daarmee juist die gezinnen getroffen die bijvoorbeeld nu al te maken met de toeslagenaffaire, en de gezinnen met de lagere inkomens, niet die met hogere inkomens.
Senator Otten (Fractie-Otten) noemde het aangekondigde vertrek van Shell uit Nederland symptomatisch voor wat er misgaat in Nederland. Als coronacrisis iets heeft aangetoond, is dat het poldermodel achterhaald is, aldus Otten. Hij stelde voor te beginnen met het afschaffen van de Sociaal Economische Raad. Hoe veranderen we Nederland in een land dat de aansluiting met de rest van de wereld mist, vroeg Otten. Nederland is volgens hem in een paar decennia afgegleden naar een land waar incompetentie en middelmaat heerst. Hij zou als hij een bedrijf leidde ook naar groenere weiden vertrekken. Het vestigingsklimaat moet echt veranderen voordat meer bedrijven besluiten te vertrekken, zo betoogde Otten. Hij vroeg de minister tot slot om een wetsvoorstel voor excessief lenen in te trekken.
Senator Raven (OSF) plaatste naar aanleiding van de 7 miljard euro die voor klimaatuitgaven is uitgetrokken steeds meer vragen bij windenergie. Volgens hem is er geen ruimte voor nog meer windmolens. Investeringen in windenergie zijn daarentegen heel rendabel, dat zou Nederland meer moeten gaan doen. Een groot voordeel kan zijn dat Nederland onafhankelijk van fossiele brandstoffen kan worden en tegelijk zorgt het voor ontwikkeling in de landen waar de energie wordt opgewekt. Hij wees op de afspraken die Nederland met Namibië heeft gemaakt over de import van waterstof op de Klimaattop in Glasgow. Graag meer van dit soort samenwerkingen, zo besloot hij.
Beantwoording Hoekstra en Van Huffelen
Minister Hoekstra, die ook namens staatssecretaris Vijlbrief antwoordde, zei dat veel onderwerpen moeten worden aangepakt, bijvoorbeeld de arbeidsmarkt. Maar, zo zei hij, dit kabinet is halverwege de blessuretijd vanwege de demissionaire status. Hij kan nu dus wel stelling kiezen, maar het is aan het nieuwe kabinet om er iets aan te doen, zei Hoekstra. Hij was het eens dat een hogere inflatie effect zal hebben op economie en ook dat die hogere inflatie bovendien langer duurt dan het kabinet eerder dacht. Hoekstra zei niet te weten hoe dit zich gaat ontwikkelen. Hij gaf aan al binnen het kabinet de vraag te hebben gesteld of niet moet worden nagedacht over een scenario voor een langer durende en hogere inflatie.
Staatssecretaris Van Huffelen zette uiteen hoe de hersteloperatie voor de toeslagenaffaire verloopt. Er hebben zich tot nu toe 48.000 mensen gemeld. Van 77% van die mensen is inmiddels met een eerste toets beoordeeld of ze in aanmerking komen voor de compensatie van 30.000 euro. Ruim 22.000 mensen hadden recht, 18.000 hebben inmiddels het bedrag ontvangen. De helft van hen heeft recht op meer, dat onderzoek loopt nog. Verder zijn hun schulden gepauzeerd en worden schulden afgelost. Er is ook een groot deel van de 48.000 verzoeken dat niet in aanmerking komt, in ieder geval niet voor een financiële compensatie. Om dat het proces moet versnellen vindt nu een herijkingsprocedure plaats. Alles wat beter kan worden gedaan, wordt vastgelegd in een plan dat in december naar het parlement wordt gestuurd. Van Huffelen zei dat het kabinet bij de afhandeling steeds wordt geconfronteerd met het dilemma van zorgvuldigheid versus snelheid.
Ten aanzien van de vereenvoudiging van het toeslagenstelsel heeft Van Huffelen een rapport met varianten voor een eenvoudiger toeslagenstelsel gepresenteerd. Ze sprak de hoop uit de dat de formateurs dat rapport meenemen in de onderhandelingen voor een nieuw kabinet.
Deel dit item: