36.410 VI

Begrotingsstaten Justitie en Veiligheid 2024



Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2024 van het ministerie van Justitie en Veiligheid.


Stand van zaken

Het wetsvoorstel (EK, B) is op 15 februari 2024 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, GroenLinks-PvdA, Volt, D66, NSC, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, BBB, JA21 en PVV.

Tegen: PvdD, DENK en FVD.

De fractie van de PVV wordt aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen artikel 37 van de departementale begrotingsstaat te hebben gestemd.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 maart 2024 als hamerstuk afgedaan.

PVV en PvdD is daarbij aantekening verleend.

De Eerste Kamercommissies voor Justitie en Veiligheid (J&V) en voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) hebben op 27 februari 2024 besloten een beleidsdebat conform artikel 51 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer te voeren over ‘de staat van de rechtsstaat’, bij voorkeur na het aantreden van een nieuwe regering. Op een later moment zullen de onderwerpen bepaald worden waarop de focus gelegd zal worden.

De commissie voor I&A/JBZ heeft bij brief van 6 maart 2024 vragen gesteld aan de staatssecretaris van J&V over de uitvoering van de toezegging T03505 rapportage over de voortgang van het wegnemen van belemmeringen statushouders om te werken naar aanleiding van de adviezen ACVZ, in het kader van van het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van J&V over (deels) openstaande toezeggingen (EK, A met bijlagen).

Kennismaking bewindspersonen Justitie en Veiligheid

De commissie voor J&V ontving op 3 oktober 2023 de demissionaire ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming, Dilan Yeşilgöz-Zegerius en Franc Weerwind, voor een kennismakingsgesprek.


Kerngegevens

ingediend

19 september 2023

titel

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.


Documenten

149
Bladeren:
[1-50] [51-100] [101-149] documenten
Bladeren:
[1-50] [51-100] [101-149] documenten