T03756

Toezegging Filmmakers betrekken bij evaluatie (36.176)



De staatssecretaris Cultuur en Media zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe filmmakers te betrekken bij de evaluatie en in het evaluatieplan, dat in het eerste kwartaal van 2024 naar de Eerste Kamer wordt verstuurd, de wijze van betrokkenheid op te nemen.


Kerngegevens

Nummer T03756
Status openstaand
Datum toezegging 24 oktober 2023
Deadline 1 januari 2027
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Cultuur en Media
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden prof. mr. P. Nicolaï (PvdD)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen audiovisueel product
Kamerstukken Invoeren investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product (36.176)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 4, item 3 - blz. 7.

De heer Nicolaï (PvdD):

(…)

“Hoe worden de filmmakers, dus de regisseurs en de scenarioschrijvers, betrokken bij de evaluatie?”

Handelingen I 2023-2024, nr. 4, item 10 - blz. 4.

Staatssecretaris Uslu:

“Ja. De evaluatie zal na drie jaar door een onafhankelijk onderzoeksbureau worden uitgevoerd. We gaan een plan opstellen over hoe de evaluatie eruit gaat zien. Dit plan kan ik al in het eerste kwartaal van 2024 naar de Tweede Kamer zenden. Ik zend het plan dan uiteraard ook naar uw Kamer, zodat u uw zienswijze kunt geven. Deze evaluatie zal informatie opleveren over de hoogte van de investeringen, in welke verschillende categorieën producties is geïnvesteerd en hoeveel procent is geïnvesteerd in onafhankelijke producties. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie zal de doeltreffendheid en de effectiviteit van de investeringsverplichting worden beoordeeld. Helaas zal ik dat niet meer kunnen doen. Dat vind ik echt ontzettend jammer, maar ik hoop dat mijn kritische, cultuurminnende opvolger de evaluatie dan kan doen. In de richting van de heer Nicolaï kan ik zeggen dat wij de sector, waaronder de makers, bij de evaluatie zullen betrekken.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 4, item 10 - blz. 5.

De heer Nicolaï (PvdD):

“Ik neem aan dat de staatssecretaris klaar was met het blokje over de evaluatie. Daarom kom ik daar even op terug. Ik ben heel blij met haar toezegging dat ze bereid is om bij de evaluatie ook te kijken wat het de filmmakers heeft opgeleverd, maar ik ben benieuwd hoe dat in z'n werk zal gaan.”

Staatssecretaris Uslu:

“Ik begrijp de vraag niet, denk ik.”

De heer Nicolaï (PvdD):

“Nou, ik hoorde de staatssecretaris zeggen: de heer Nicolaï heeft gevraagd om bij de evaluatie ook de makers, dus de regisseurs en de scenaristen enzovoort, te betrekken. Ik ben benieuwd op welke wijze dat dan gaat gebeuren.”

Staatssecretaris Uslu:

“Oké, ik begrijp 'm. U krijgt een evaluatieplan. Ik heb u beloofd om u dat in Q1, dus in het eerste kwartaal van 2024 toe te zenden. In dat plan zal ik aangeven hoe ik de evaluatie zal aanpakken. Dat heb ik op dit moment nog niet paraat. Eerst moet de wet natuurlijk erdoorheen gaan. Dan kan ik een plan maken.”


Brondocumenten


Historie