E040229
Laatste revisie: 25-04-2007

E040229 - Voorstel voor een Beschikking de Lidstaten te machtigen het Verdrag inzake identiteitsbewijzen zeevarenden van de Internationale Arbeidsorganisatie (Verdrag nr. 185) te bekrachtigen



In COM(2004)530PDF-document presenteert de Commissie een voorstel voor een Beschikking betreffende het Verdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie -IAO (oftewel International Labour Organisation -ILO) inzake de identiteitsbewijzen van zeevarenden (Verdrag nr. 185).

IAO/ILO Verdrag nr. 185PDF-document is op 19 juni 2003 aangenomen door de Algemene Conferentie van de IAO/ILO en heeft als doel de verbetering van het identificatiesysteem van zeevarenden. Met het Verdrag beoogt de IAO/ILO een evenwicht te waarborgen tussen aan de ene kant veiligheid in de maritieme sector en aan de andere kant de bevordering van levens- en arbeidsomstandigheden voor zeevarenden.

Gezien het feit dat bepaalde artikelen van dit Verdrag onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen (titel VI van het EG-Verdrag inzake " Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen ") en gezien het feit dat alleen staten partij bij het IAO/ILO Verdrag kunnen zijn, dient de Commissie in onderhavig voorstel een beschikking in waarbij de lidstaten worden gemachtigd IAO/ILO Verdrag nr. 185 te bekrachtigen.

Het voorstel voorziet in het gelijktijdig deponeren van de akten van bekrachtiging van de lidstaten vóór 1 december 2005. Tevens worden de lidstaten geacht vóór 1 juni 2005 in de Raad informatie met de Commissie te delen inzake wanneer de vereiste parlementaire procedures m.b.t. toetreding van het IAO/ILO Verdrag nr. 185 voltooid zullen zijn.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2004)530PDF-document, d.d. 30 juli 2004

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Implementatie

De Nederlandse regering heeft op 19 april 2007 aan de Staten-Generaal gemeld het Verdrag niet te zullen ratificeren ( zie kamerstuk 29427, 38).


Behandeling Eerste Kamer

De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 21 december 2004 besloten het onderhavige voorstel onder de aandacht te brengen van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 8 maart 2005 besloten het BNC-fiche voor kennisgeving aan te nemen.

  • korte aantekening Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 35089/N/AB
    8 maart 2005
  • korte aantekening Commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties - 34837/KvD
    21 december 2004

Standpunt Nederlandse regering

De Nederlandse regering stelt dat de toetsing aan het subsidiariteitsbeginsel in fiche 9 niet van toepassing is mits de Juridische Diensten van de Raad en de Commissie vaststellen dat het hier een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap betreft. De toetsing aan het proportionaliteitsbeginsel is positief, maar ook weer mits de bovengenoemde Juridische Diensten vaststellen dat het hier een exclusieve bevoegdheid betreft. In dit geval zal een machtiging noodzakelijk zijn voor het bekrachtigen van het IAO/ILO-Verdrag.

De Nederlandse regering is tegenstander van artikel 2 van onderhavige Beschikking waarin de lidstaten aan een resultatenverplichting moeten voldoen om vóór 1 december 2005 gezamenlijk de aktes van bekrachtiging bij de IAO/ILO te deponeren. De regering is van mening dat lidstaten de vrijheid moeten behouden om zelf te bepalen of, en zo ja, wanneer zij het verdrag ratificeren. Zelf heeft de Nederlandse regering nog geen definitief besluit genomen omtrent de ratificatie en implementatie van het IAO/ILO Verdrag betreffende identiteitsbewijzen van zeevarenden. Indien de regering alsnog besluit het Verdrag te ratificeren, dient hiervoor nog altijd parlementaire goedkeuring te worden verkregen.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 343[9]
    8 november 2004

Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het betreft een voorstel waarin de Raad besluit dat individuele lidstaten bevoegd zijn tot het bekrachtigen van ILO Verdrag nr. 185 (Identiteitsbewijzen zeevarenden, 2003). Dit besluit is volgens de Commissie nodig omdat ILO Verdrag 185 deels betrekking heeft op visa-aangelegenheden, een terrein dat behoort tot de exclusieve competentie van de Gemeenschap. De lidstaten zouden daarom niet bevoegd zijn om op dit terrein zelfstandig verdragen te ratificeren. Het is echter de vraag of dit correct is of dat het gaat om een bevoegdheid die aan de lidstaten toekomt. De Juridische Diensten van de Raad en de Commissie zullen zich hier over buigen.

Met het onderhavige voorstel beoogt de Commissie te benadrukken dat het hier een communautaire aangelegenheid betreft. ILO Verdrag nr. 185 poogt het systeem van identificatie van zeevarenden te verbeteren, met een balans tussen de veiligheid van de scheepvaartsector en de bevordering van behoorlijke leef- en werkomstandigheden van zeevarenden, in het bijzonder in relatie tot het recht op walverlof. In verband hiermee bevat het Verdrag ook bepalingen inzake visa voor zeevarenden t.b.v. verlof aan wal. Het Commissievoorstel vormt een afwijking van artikel 300 van het EG-Verdrag waarin de normale procedure voor bekrachtiging van een Verdrag bij EG-competentie is geregeld. Deze uitzondering wordt volgens de Commissie gerechtvaardigd door het belang van een spoedige bekrachtiging van ILO Verdrag nr. 185. Het voorstel is echter niet als precedent bedoeld. Artikel 2 van het voorstel bepaalt dat de lidstaten al het mogelijke zullen doen om hun aktes van bekrachtiging van ILO Verdrag nr. 185 gezamenlijk voor 1 december 2005 bij de ILO te deponeren. Het gaat hier om een resultaatsverplichting. De gekozen procedure is volgens de Commissie bedoeld om de rest van de wereld het belang van het Verdrag voor de Europese Unie te tonen.

De Commissie en de lidstaten zijn het nog niet eens over de vraag of het voorstel om de lidstaten gelijktijdig/gezamenlijk de aktes van bekrachtiging bij de ILO te laten deponeren inhoudt dat er ook een verplichting is voor de lidstaten om te ratificeren. De Commissie is van mening dat dit inderdaad het geval is. Sommige lidstaten, waaronder Nederland, zijn het hier niet mee eens mede omdat zij interne afstemming over de wenselijkheid van ratificatie van het Verdrag nog niet hebben afgerond.

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2004)530
    30 juli 2004

Behandeling Raad

Beschikking 2005/367/EGPDF-document is tijdens de Raad van 14 april 2005 aangenomen. Deze werd gepubliceerd in Pb EU L136 d.d. 30 mei 2005.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen