Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad over bepaalde procedurele
rechten in strafprocedures binnen de gehele Europese Unie (COM(2004)0328 – C6-0071/2004 – 2004/0113(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement
,
– gezien het voorstel van de Commissie (COM(2004)0328)(1)
,
– gelet op artikel 31, lid 1, onder c) van het EU-Verdrag,
– gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0071/2004),
– gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie
juridische zaken (A6-0064/2005),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan
op de hoogte te stellen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Gehele tekst
De woorden "zo spoedig mogelijk" worden vervangen door "zonder onnodige vertraging"
(Dit amendement geldt voor de gehele tekst.)
Amendement 2 Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis) De rechten die zijn neergelegd in het EVRM zijn te beschouwen als minimumnormen die de lidstaten in ieder geval moeten
eerbiedigen, zoals zij ook de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens moeten eerbiedigen.
Amendement 3 Overweging 7
(7) Het beginsel van wederzijdse erkenning is gebaseerd op een hoge mate van vertrouwen tussen de lidstaten. Om dit vertrouwen
te versterken, bevat dit kaderbesluit bepaalde waarborgen ter bescherming van grondrechten. Deze waarborgen zijn in overeenstemming
met de bepalingen van het EVRM en weerspiegelen aldus de tradities van de lidstaten.
(7) Het beginsel van wederzijdse erkenning is gebaseerd op een hoge mate van vertrouwen tussen de lidstaten. Om dit vertrouwen
te versterken, bevat dit kaderbesluit bepaalde waarborgen ter bescherming van grondrechten. Deze waarborgen zijn in overeenstemming
met de bepalingen van het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
en weerspiegelen aldus de tradities van de lidstaten.
Amendement 51 Overweging 8
(8) De voorgestelde bepalingen hebben niet tot doel afbreuk te doen aan de bijzondere maatregelen die in de nationale wetgevingen
van toepassing zijn in het kader van de bestrijding van bepaalde ernstige en complexe vormen van criminaliteit, in het bijzonder
het terrorisme.
(8) De voorgestelde bepalingen hebben niet tot doel afbreuk te doen aan de bijzondere maatregelen die in de nationale wetgevingen
van toepassing zijn in het kader van de bestrijding van bepaalde ernstige en complexe vormen van criminaliteit, in het bijzonder
het terrorisme. Alle maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Amendement 5 Overweging 10
(10) Vijf gebieden zijn aangeduid als geschikte gebieden waarop de gemeenschappelijke normen voor het eerst kunnen worden toegepast.
Het betreft: toegang tot vertegenwoordiging door een advocaat, toegang tot vertolking en vertaling, ervoor zorgen dat personen
die bijzondere aandacht nodig hebben omdat zij de procedure niet kunnen volgen, deze aandacht krijgen, consulaire bijstand
voor buitenlandse gedetineerden en schriftelijke kennisgeving aan verdachten van hun rechten.
(10) Ter bevordering van het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten moeten waarborgen worden ingevoerd om de grondrechten te
beschermen van niet alleen verdachten, maar ook van slachtoffers en getuigen van een misdrijf. In dit kaderbesluit staat het
waarborgen van de rechten van de verdachte evenwel centraal.
Vijf gebieden zijn aangeduid als geschikte gebieden waarop de gemeenschappelijke normen voor het eerst kunnen worden toegepast.
Het betreft: toegang tot vertegenwoordiging door een advocaat, toegang tot vertolking en vertaling, ervoor zorgen dat personen
die bijzondere aandacht nodig hebben omdat zij de procedure niet kunnen volgen, deze aandacht krijgen, consulaire bijstand
voor buitenlandse gedetineerden en schriftelijke kennisgeving aan verdachten van hun rechten.
Amendement 6 Overweging 10 bis (nieuw)
(10 bis) Dit kaderbesluit moet binnen twee jaar na zijn inwerkingtreding worden geëvalueerd aan de hand van de opgedane ervaringen.
Zo nodig moet het worden gewijzigd om de hierin vervatte waarborgen te verbeteren.
Amendement 8 Overweging 16
(16) Het recht op consulaire bijstand vloeit voort uit artikel 36 van het verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van
1963, waarin aan staten het recht op toegang tot hun onderdanen wordt toegekend. De bepalingen van dit kaderbesluit verlenen
dit recht aan de Europese burger in plaats van aan de staat. Zij vergroten de zichtbaarheid van dit recht en daardoor ook
de doeltreffendheid ervan. Op langere termijn zou door de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid waarin er wederzijds
vertrouwen is tussen de lidstaten, de behoefte aan consulaire bijstand evenwel moeten verminderen en uiteindelijk verdwijnen.
(16) Het recht op consulaire bijstand vloeit voort uit artikel 36 van het verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van
1963, waarin aan staten het recht op toegang tot hun onderdanen wordt toegekend. De bepalingen van dit kaderbesluit verlenen
dit recht aan de Europese burger in plaats van aan de staat. Zij vergroten de zichtbaarheid van dit recht en daardoor ook
de doeltreffendheid ervan.
Amendement 9 Overweging 17
(17) De verdachten schriftelijk in kennis stellen van hun grondrechten is een maatregel die het eerlijke karakter van de procedure
vergroot en moet waarborgen dat eenieder die van een strafbaar feit wordt verdacht of hiervoor wordt vervolgd, op de hoogte
is van zijn rechten. Indien verdachten niet op de hoogte zijn van hun rechten, is het voor hen moeilijker om te eisen dat
deze hen worden toegekend. Door verdachten schriftelijk van hun rechten in kennis te stellen door hen een eenvoudige "verklaring
van rechten" (Letter of Rights) te overhandigen, wordt dit probleem verholpen.
(17) De verdachten schriftelijk in kennis stellen van hun grondrechten is een maatregel die het eerlijke karakter van de procedure
vergroot en moet waarborgen dat eenieder die van een strafbaar feit wordt verdacht of hiervoor wordt vervolgd, op de hoogte
is van zijn rechten. Indien verdachten niet op de hoogte zijn van hun rechten, is het voor hen moeilijker om te eisen dat
deze hen worden toegekend. Door verdachten schriftelijk van hun rechten in kennis te stellen door hen een eenvoudige "verklaring
van rechten" (Letter of Rights) te overhandigen, wordt dit probleem verholpen. Verdachten met een visuele handicap of leesproblemen moeten mondeling op hun rechten worden gewezen.
Amendement 10 Overweging 18
(18) Er moet een mechanisme worden ingevoerd om de doeltreffendheid van dit kaderbesluit te beoordelen. De lidstaten dienen bijgevolg
informatie te verzamelen en te registreren met het oog op evaluatie en controle. De verzamelde informatie zal door de Commissie
worden gebruikt voor het opstellen van verslagen die openbaar zullen worden gemaakt. Dit zal het wederzijds vertrouwen versterken
aangezien elke lidstaat zal weten dat de andere lidstaten de rechten inzake een eerlijk proces naleven.
(18) Er moet een mechanisme worden ingevoerd om de doeltreffendheid van dit kaderbesluit te beoordelen. De lidstaten dienen bijgevolg
informatie te verzamelen en te registreren, waaronder informatie van NGO's, intergouvernementele organisaties, en beroepsorganisaties van advocaten, tolken, en vertalers,
met het oog op evaluatie en controle. De verzamelde informatie zal door de Commissie worden gebruikt voor het opstellen van
verslagen die openbaar zullen worden gemaakt. Dit zal het wederzijds vertrouwen versterken aangezien elke lidstaat zal weten
dat de andere lidstaten de rechten inzake een eerlijk proces naleven.
Amendement 11 Artikel 1, lid 1, alinea 2
Deze procedures worden hierna aangeduid als "strafprocedures".
Schrappen
Amendement 12 Artikel 1, lid 2
2. De rechten gelden voor eenieder die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd ("verdachte"), vanaf het ogenblik
waarop de bevoegde autoriteiten van een lidstaat hem ervan in kennis stellen dat hij ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd
tot de definitieve uitspraak van de rechter.
2. De rechten gelden voor eenieder die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd ("verdachte"), of, indien de verdachte een rechtspersoon is, voor de vertegenwoordiger van die rechtspersoon
, vanaf het ogenblik waarop de bevoegde autoriteiten van een lidstaat hem benaderen
tot de definitieve uitspraak van de rechter, waaronder begrepen de vonniswijzing en de beslissing in eventueel hoger beroep
.
Amendement 13 Artikel 1 bis (nieuw)
Artikel 1 bis Definities
In dit kaderbesluit wordt verstaan onder:
a) "rechtsbijstand": - de bijstand verleend door een advocaat of een andere gekwalificeerde persoon in de zin van artikel 4 lid 1 aan een verdachte
voor en tijdens het politieverhoor in verband met het feit waarvan die persoon wordt verdacht; - de bijstand aan en het optreden voor een verdachte door een advocaat of een andere gekwalificeerde persoon in de zin van
artikel 4 lid 1 gedurende de strafprocedure;
b) "strafprocedure": i) een procedure gericht op de vaststelling van de schuld of onschuld van een verdachte of op de vaststelling van de straf
voor die persoon; ii) een hoger beroep van een procedure als bedoeld onder i), of iii)een procedure die wordt ingesteld door administratieve instanties wegens feiten die strafbaar zijn ingevolge het recht
van een lidstaat, en waarin de beslissing kan leiden tot een procedure voor een rechterlijke instantie die met name bevoegd
is in strafzaken.
c)"met familie gelijkgestelde personen": - personen die volgens het recht van een lidstaat met de verdachte in een geregistreerde of anderszins gelegaliseerde gelijkslachtige
relatie samenleven, - personen die met de verdachte permanent in een niet-echtelijke relatie samenleven.
Amendement 14 Artikel 1 ter (nieuw)
Artikel 1 ter Recht van verdediging Alvorens verklaringen af te leggen of zodra zij aan vrijheidsbeperkende maatregelen worden onderworpen, afhankelijk van wat
eerder gebeurt, hebben verdachten het recht van de autoriteiten te vernemen welke feiten hun ten laste worden gelegd en waarop
de verdenking is gebaseerd.
Amendement 15 Artikel 2
1. Verdachten hebben zo snel mogelijk en gedurende de gehele strafprocedure
recht op rechtsbijstand, indien zij daarvan gebruik wensen te maken
.
1. Verdachten hebben recht op rechtsbijstand zonder onnodige vertraging
. (binnen ten hoogste 24 uur na aanhouding).
2. Een verdachte heeft het recht om rechtsbijstand te krijgen vooraleer hij vragen in verband met de tenlastelegging beantwoordt
.
2. Een verdachte heeft het recht om rechtsbijstand te krijgen in alle gevallen vóór elke ondervraging, in elke stand en aanleg van de strafprocedure en gedurende elk soort van verhoor
.
Amendement 16 Artikel 2, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Verdachten hebben het recht: - om alleen met hun advocaat te overleggen (ook wanneer zij zich in verzekerde bewaring bevinden), waarbij het vertrouwelijke
karakter van het gesprek met de advocaat moet worden gewaarborgd; - om, mede via hun advocaat, toegang te krijgen tot al het materiaal in verband met de strafprocedure; - dat hun advocaat op de hoogte wordt gesteld van het verloop van de strafprocedure en gedurende het verhoor aanwezig is; - dat hun advocaat in de rechtszaal aanwezig is en daar vragen stelt, hetzij tijdens het vooronderzoek, hetzij op de terechtzitting
zelf.
Amendement 17 Artikel 2, lid 2 ter (nieuw)
2 ter. Niet-eerbiediging van het recht op rechtsbijstand leidt tot nietigheid van alle nadien in de loop van de strafprocedure
verrichte handelingen en daaruit voortvloeiende handelingen.
Amendement 18 Artikel 2, lid 2 quater (nieuw)
2 quater. De lidstaten zorgen ervoor dat de advocaat met het oog op de voorbereiding van de verdediging over een redelijke
termijn beschikt om alle processtukken in te zien.
Amendement 19 Artikel 3, inleidende formule
Ondanks het recht van een verdachte in elke procedure rechtsbijstand te weigeren of zichzelf te vertegenwoordigen, dienen
bepaalde
verdachten rechtsbijstand te krijgen om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen. De lidstaten dienen er bijgevolg
voor te zorgen dat rechtsbijstand beschikbaar is voor verdachten die:
Ondanks het recht van een verdachte in elke procedure rechtsbijstand te weigeren of zichzelf te vertegenwoordigen, dienen
verdachten rechtsbijstand te krijgen om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen. De lidstaten dienen er bijgevolg
voor te zorgen dat rechtsbijstand beschikbaar is voor elke
verdachte, en met name voor eenieder
die:
Amendement 20 Artikel 3, streepje 2
- er formeel van worden beschuldigd een strafbaar feit te hebben gepleegd dat een ingewikkelde feitelijke of juridische situatie
betreft of waarop een strenge straf staat, met name wanneer een lidstaat een verplichte gevangenisstraf van meer dan één jaar
voor het misdrijf oplegt, of
- er formeel van worden beschuldigd een strafbaar feit te hebben gepleegd dat een ingewikkelde feitelijke of juridische situatie
betreft of waarop een strenge straf staat, met name wanneer een lidstaat een verplichte gevangenisstraf voor het misdrijf
oplegt, of
Amendement 21 Artikel 3, streepje 5
- de inhoud of de betekenis van de procedure blijkbaar niet kunnen begrijpen of volgen vanwege hun leeftijd of hun mentale,
fysieke of emotionele toestand.
- de inhoud of de betekenis van de procedure waarschijnlijk of
blijkbaar niet kunnen begrijpen of volgen vanwege hun leeftijd of hun mentale, fysieke of emotionele toestand.
Amendement 22 Artikel 3, streepje 5 bis (nieuw)
- zijn aangehouden om in een strafprocedure een verklaring af te leggen;
Amendement 23 Artikel 4, lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor dat enkel
de in artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 98/5/EG bedoelde advocaten gerechtigd zijn om rechtsbijstand overeenkomstig
dit kaderbesluit te verlenen.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 98/5/EG bedoelde advocaten of andere volgens de toepasselijke nationale bepalingen daartoe gekwalificeerde personen
gerechtigd zijn om rechtsbijstand overeenkomstig dit kaderbesluit te verlenen.
Amendement 24 Artikel 4, lid 2
2. De lidstaten voorzien in een mechanisme op grond waarvan
een advocaat kan worden
vervangen indien de verleende rechtsbijstand niet doeltreffend blijkt te zijn
.
2. De lidstaten voorzien in een onafhankelijk orgaan dat kennis neemt van klachten over de doeltreffendheid van de advocaat. Indien daartoe aanleiding bestaat,
kan dat orgaan
een advocaat vervangen.
Amendement 25 Artikel 4, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. De in dit kaderbesluit vastgestelde procedurele termijnen beginnen pas te lopen wanneer de advocaat op de hoogte is
gesteld, ongeacht of de verdachte eerder werd geïnformeerd.
Amendement 26 Artikel 5, lid 1
1. Wanneer artikel 3 van toepassing is, worden
de kosten van de rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk door de lidstaten
gedragen indien deze kosten voor de verdachte of de personen te zijnen laste een te zware financiële last zouden vormen.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de verdachte kosteloze rechtsbijstand en de proceskosten zelf (honoraria of onkosten) worden
aangeboden of dat
de kosten van de rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk worden
gedragen door de lidstaat waar de strafprocedure plaatsvindt
indien deze kosten voor de verdachte of de personen te zijnen laste of voor degene die voor zijn levensonderhoud verantwoordelijk is,
een te zware financiële last zouden vormen.
Amendement 27 Artikel 6, lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor
dat kosteloze vertolking ter beschikking wordt gesteld van verdachten
die de proceduretaal niet begrijpen, om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen
.
1. De lidstaten dienen ervoor te
zorgen dat een verdachte
die de proceduretaal niet begrijpt of niet spreekt, in elke stand en instantie van de procedure alsmede, indien die verdachte dat wenst, bij de gesprekken
met zijn advocaat, kosteloos wordt bijgestaan door een tolk
.
Amendement 28 Artikel 6, lid 2
2. De lidstaten zorgen waar nodig voor kosteloze vertolking van de tijdens de gehele duur van de strafprocedure verstrekte rechtsbijstand.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer een verdachte de proceduretaal niet begrijpt of spreekt, een tolk aanwezig is:
- bij alle besprekingen tussen de verdachte en zijn advocaat, indien de advocaat of de verdachte dat nodig achten,
- steeds wanneer de verdachte door wetshandhavingsambtenaren wordt ondervraagd over het feit waarvan hij wordt verdacht,
- steeds wanneer de verdachte in verband met het strafbaar feit in de rechtszaal moet verschijnen
.
Amendement 29 Artikel 6, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De bij de bevoegde rechterlijke instanties toegelaten tolken worden ingeschreven in een nationaal tolkenregister.
Amendement 30 Artikel 7, lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor dat verdachten die de proceduretaal niet verstaan een kosteloze vertaling ontvangen van alle relevante
documenten, om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat verdachten die de proceduretaal of de taal waarin de op de zaak betrekking hebbende documenten zijn gesteld voorzover dat niet de proceduretaal is,
niet verstaan of lezen,
een kosteloze vertaling ontvangen van alle relevante documenten in een van de officiële talen van de Europese Unie of, al naar het geval, in een andere taal die de verdachte verstaat,
om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.
Amendement 31 Artikel 7, lid 2
2.De bevoegde autoriteiten beslissen welke documenten dienen te worden vertaald. De advocaat van de verdachte kan om de vertaling
van andere documenten verzoeken.
Schrappen.
Amendement 32 Artikel 8, lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de aangestelde
vertalers en tolken over de nodige kwalificaties
beschikken om nauwkeurige vertalingen en vertolkingen te leveren
.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat een nationaal register van beëdigde
vertalers en tolken wordt ingevoerd waarin professionele linguïsten uit alle lidstaten kunnen worden ingeschreven die over een voor de gehele
Unie gelijkwaardig kwalificatieniveau
beschikken. Degenen die in dat register zijn ingeschreven zijn verplicht een nationale of communautaire gedragscode na te leven die
een onpartijdige en getrouwe vertaling en vertolking moet verzekeren
.
Amendement 33 Artikel 9
Wanneer een tolk tussenkomt in de procedure, zorgen de lidstaten voor een geluids- of beeldopname om kwaliteitscontrole mogelijk
te maken. In geval van geschil ontvangt elke partij een transcriptie van de opname. Deze transcriptie mag enkel worden gebruikt om de nauwkeurigheid van de vertolking te controleren.
Wanneer een tolk tussenkomt in de procedure, zorgen de lidstaten voor een geluids- of beeldopname om kwaliteitscontrole mogelijk
te maken. In geval van geschil ontvangt elke partij een transcriptie van de opname.
Amendement 34 Artikel 10, lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor dat bijzondere aandacht wordt besteed aan verdachten die de inhoud of de betekenis van de procedure
niet kunnen begrijpen of volgen wegens hun leeftijd of hun mentale, fysieke of
emotionele toestand, teneinde het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat bijzondere aandacht wordt besteed aan verdachten die de inhoud of de betekenis van de procedure
niet kunnen begrijpen of volgen wegens hun leeftijd, hun gezondheidstoestand, een fysieke of psychische handicap, analfabetisme of bijzondere
emotionele toestand, teneinde het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.
Amendement 35 Artikel 10, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Het verzuim van een beoordeling van en mededeling omtrent de kwetsbaarheid van de verdachte zal, indien niet aangezuiverd,
de nietigheid van elke nadien verrichte handeling van het strafproces tot gevolg hebben.
Amendement 36 Artikel 11, lid 2
2. De lidstaten zorgen ervoor dat indien nodig medische bijstand wordt verstrekt.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat indien nodig, en zodra de verdachte of diens advocaat dat noodzakelijk acht,
medische en psychologische
bijstand wordt verstrekt.
Amendement 37 Artikel 11, lid 3
3. In voorkomend geval kan de
bijzondere aandacht ook
het recht op
aanwezigheid van een derde persoon tijdens elk verhoor door de politie of de gerechtelijke autoriteiten omvatten
.
3. Een verdachte die recht heeft op
bijzondere aandacht, of diens advocaat, heeft
het recht de
aanwezigheid te verlangen
van een derde persoon tijdens elk verhoor door de politie of de gerechtelijke autoriteiten.
Amendement 38 Artikel 12, lid 1
1. In hechtenis genomen verdachten hebben het recht dat hun familie, met familie gelijkgestelde personen of hun plaats van arbeid
zo snel mogelijk
in kennis worden gesteld van hun hechtenis.
1. In hechtenis genomen of naar een andere plaats van bewaring overgebrachte
verdachten hebben het recht dat hun familie, met familie gelijkgestelde personen of hun plaats van arbeid zonder onnodige vertraging
in kennis worden gesteld van hun hechtenis of overbrenging
.
Amendement 39 Artikel 12, lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Een verdachte die in voorlopige hechtenis wordt genomen, heeft het recht om zijn werkgever
zonder onnodige vertraging van zijn aanhouding op de hoogte te laten brengen.
Amendement 40 Artikel 13, lid 2
2. De lidstaten zorgen ervoor, dat indien een in hechtenis genomen verdachte geen bijstand van de consulaire autoriteiten van
zijn land van herkomst wenst, de bijstand van een erkende internationale humanitaire organisatie als alternatief wordt geboden.
2. De lidstaten zorgen ervoor, dat indien een in hechtenis genomen verdachte geen bijstand van de consulaire autoriteiten van
zijn land van herkomst wenst, zonder onnodige vertraging
de bijstand van een erkende internationale humanitaire organisatie als alternatief wordt geboden.
Amendement 41 Artikel 14, lid 1
1. De lidstaten zorgen ervoor dat alle verdachten schriftelijk in kennis worden gesteld van de procedurele rechten die voor hen
rechtstreeks relevant zijn. Deze informatie bevat onder meer, maar is niet beperkt tot, de in dit kaderbesluit vastgelegde
rechten.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat alle verdachten schriftelijk in kennis worden gesteld van de procedurele rechten die voor hen
rechtstreeks relevant zijn. Deze informatie bevat onder meer, maar is niet beperkt tot, de in dit kaderbesluit vastgelegde
rechten. De schriftelijke verklaring van rechten wordt aan de verdachte overhandigd wanneer hij voor het eerst wordt ondervraagd, ongeacht
of dit op het politiebureau gebeurt of elders.
Amendement 42 Artikel 14, lid 1, alinea 1 bis (nieuw)
De lidstaten zorgen ervoor dat de verklaring van rechten on line toegankelijk is voor gemakkelijke raadpleging. De lidstaten
zorgen ervoor dat wanneer een verdachte een visuele handicap of leesproblemen heeft, de verklaring van rechten aan hem wordt
voorgelezen.
Amendement 44 Artikel 14, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De lidstaten bepalen in welke andere talen de verklaring van rechten moet worden vertaald, rekening houdende met de
talen die in de Unie het meest worden gesproken als gevolg van immigratie of permanente aanwezigheid in de Unie van burgers
uit derde landen. De leden 2 en 3 zijn van toepassing.
Amendement 45 Artikel 14, lid 4
4. De lidstaten dienen zowel de rechtshandhavingsambtenaar als de verdachte, wanneer deze laatste hiertoe bereid is, de verplichting
op te leggen de verklaring van rechten te ondertekenen, als bewijs dat deze is overhandigd en aanvaard. De verklaring van
rechten moet in tweevoud worden voorgelegd; één (ondertekend) exemplaar dient te worden bewaard door de rechtshandhavingsambtenaar
en één (ondertekend) exemplaar door de verdachte. In het dossier dient te worden vermeld dat de verklaring van rechten werd
aangeboden en of de verdachte ze al dan niet heeft willen ondertekenen
.
4. De vervolgende autoriteit maakt proces-verbaal op van de overhandiging van de verklaring van rechten aan de verdachte, met
vermelding van het tijdstip daarvan en eventueel van de daarbij aanwezige personen
.
Amendement 46 Artikel 14 bis (nieuw)
Artikel 14 bis
Verbod van discriminatie
De lidstaten treffen preventieve maatregelen om erop toe te zien dat elke verdachte ongeacht zijn of haar ras, etnische afstamming
of seksuele geaardheid, in iedere stand van de strafprocedures gelijke toegang tot rechtsbijstand krijgt en gelijk behandeld
wordt.
Amendement 47 Artikel 15, lid 1
1. De lidstaten bevorderen het verzamelen van
de informatie die nodig is voor de evaluatie en controle van dit kaderbesluit.
1. Jaarlijks verzamelen
de lidstaten bij onder meer NGO's, intergouvernementele organisaties, beroepsverenigingen van advocaten, tolken en vertalers
de informatie die nodig is voor de evaluatie en controle van dit kaderbesluit, en zenden deze door naar de Commissie
.
Amendement 48 Artikel 15, lid 2
2. De evaluatie en controle worden verricht onder toezicht van de Europese
Commissie, die de verslagen over de verrichte evaluatie en controle zal coördineren. Deze verslagen kunnen
worden gepubliceerd.
2. De evaluatie en controle worden jaarlijks
verricht onder toezicht van de Commissie, die de verslagen over de verrichte evaluatie en controle zal coördineren. Deze verslagen
worden
gepubliceerd.
Amendement 49 Artikel 16, lid 1, inleidende formule
1. Om de evaluatie en controle van de bepalingen van dit kaderbesluit mogelijk te maken, dienen
de lidstaten ervoor te zorgen dat gegevens, zoals relevante statistieken, worden
verzameld en ter beschikking gesteld, welke onder meer betrekking hebben op de volgende punten
:
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat per 31 maart van elk jaar de volgende informatie omtrent het voorafgaande
kalenderjaar wordt
verzameld en ter beschikking gesteld:
Amendement 50 Artikel 16, lid 2
2.De evaluatie en controle worden met regelmatige tussenpozen verricht op grond van een analyse van de overeenkomstig dit artikel
door de lidstaten verzamelde en ter beschikking gestelde gegevens.