E060090 - Voorstel voor een richtlijn inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties
Op 23 november 2005 heeft de Europese Commissie het derde pakket wetgevingsmaatregelen inzake de maritieme veiligheid gepresenteerd. De eerste twee pakketten zijn ingediend naar aanleiding van de scheepsrampen met de olietankers "Erika" in 1999 en "Prestige" in 2002 (zie ook dossier E040014). Het voorliggende pakket is met name bedoeld om de gaten in de huidige wetgeving op te vullen en waar mogelijk te vereenvoudigen. Er worden zowel maatregelen voorgesteld op het gebied van preventie van ongevallen en verontreiniging als voor de behandeling van de gevolgen van ongevallen.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
document Europese Commissie
COM(2005)587, d.d. 23 november 2005
rechtsgrondslag
artikel 80, lid 2, van het Verdrag
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
Richtlijn 2009/15/EG dient voor 17 juni 2011 geïmplementeerd te zijn. Hiertoe zal een ministeriële regeling aangepast worden.
Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 1 april 2011
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft tijdens de vergadering d.d. 5 september 2006 besloten het onderhavige richtlijnvoorstel ter informatie aan te bieden aan de commissie voor Verkeer & Waterstaat, samen met de andere dossiers die behoren tot het derde pakket maritieme veiligheid.
Op 26 september 2006 besloot de commissie Verkeer & Waterstaat de vragen uit het ambtelijk memo ter schriftelijke beantwoording voor te leggen aan de regering. Deze brief werd op 3 oktober 2006 door de commissie vastgesteld en verstuurd.
Het antwoord van de regering werd tijdens de commissievergadering van 19 december 2006 besproken en voor kennisgeving aangenomen.
De Nederlandse regering toont zich in fiche zeven een voorstander van de voorgestelde richtlijn. Hierdoor kan binnen de EU een level playing field worden gecreëerd voor de classificatiebureaus, waardoor ook de kleinere bureaus de mogelijkheid krijgen inspectiewerk uit te voeren. Bovendien kan de beoogde uniforme standaard enkel op Europees niveau worden gerealiseerd.
De regering heeft op een tweetal punten nog wat vraagtekens gezet bij het voorstel. In de eerste plaats wil zij een meer concrete uitwerking van het beoogde sanctiesysteem en de rechtsbasis die de Europese Commissie daarvoor ziet. Mocht blijken dat het beter is wanneer de lidstaten de boetes opleggen, dan is daar overigens een wijziging van de nationale wetgeving voor benodigd. Daarnaast wil de regering graag een betere onderbouwing van het standpunt van de Commissie dat de richtlijn geen financiële en personele consequenties zal hebben.
Classificatiebureaus, ook wel bekend als klassenbureaus, voeren wereldwijd keuringen uit met betrekking tot de sterkte van schepen en de goede werking van de voortstuwingsinstallatie (klassensysteem). Zij doen dit aan de hand van technische voorschriften. De klassenbureaus kunnen binnen de EU erkenning verkrijgen om, naast de hierboven genoemde keuringen van schepen, ook inspecties uit te voeren en certificaten namens de lidstaten uit te geven. Deze inspecties zijn gebaseerd op internationaal vastgestelde veiligheids- en milieunormen, die in de wetgeving van de lidstaten zijn opgenomen. In het huidige systeem kan de erkenning worden ingetrokken of geschorst wanneer een klassenbureau niet (meer) aan de normen voldoet.
Het onderhavige voorstel van de Europese Commissie beoogt het huidige systeem (opgenomen in Richtlijn 94/57/EG) voor erkenning van klassenbureaus te hervormen en de controle op deze bureaus door de Gemeenschap te versterken. Het doel hiervan is onder meer de verhoging van het kwaliteitspeil van het hele klassensysteem. Om de hervorming zo efficiënt mogelijk gestalte te geven, heeft de Commissie voorgesteld de bestaande richtlijn te herschikken en waar nodig aan te vullen. Er wordt een aantal concrete maatregelen voorgesteld:
-
-de versterking van de systemen voor controle van de erkende instellingen door het Europese Agentschap voor Maritieme Veiligheid (EMSA);
-
-het loslaten van drempelwaarden voor vlootafmetingen aan klassenbureaus, waardoor ook kleinere klassenbureaus een Europese erkenning kunnen krijgen;
-
-hervorming van de erkenningscriteria, waaronder de bepaling dat inspecteurs slechts voor één erkenningsbureau werkzaam mogen zijn;
-
-invoer van de mogelijkheid een financiële sanctie op te leggen aan klassenbureaus die hun verplichtingen niet nakomen. De Commissie verwacht dat een geldboete meer effect heeft dan een tijdelijke schorsing van de erkenning;
-
-meer inspectiemogelijkheden voor de Europese Commissie, onder meer om na te gaan of er onderscheid wordt gemaakt in de normen die worden toegepast op schepen die onder Europese vlag varen en schepen onder de vlag van een derde land;
-
-enige uniformisering van de juridische structuur van de erkende instellingen, op basis van een 'breed organisatorisch concept';
-
-uitsluiting van de veiligheidsaspecten van de werking van deze richtlijn, aangezien deze al deel uitmaken van de werking van Verordening 725/2004 (zie dossier E030170).
Het pakket maatregelen bevat naast mededeling COM(2005)585 zeven wetgevingsvoorstellen over de volgende onderwerpen:
-
-voorstel voor een richtlijn over de verantwoordelijkheid van de vlagstaten (zie dossier E060114);
-
-wijziging van de richtlijn over de classificatiebureaus (zie dossier E060090);
-
-wijziging van de richtlijn over de havenstaatcontrole (zie dossier E060041);
-
-wijziging van de richtlijn over een monitoringsysteem voor de zeescheepvaart (zie dossier E060036);
-
-voorstel voor een richtlijn over het onderzoek na ongevallen (zie dossier E060094);
-
-voorstel voor een verordening over de verantwoordelijkheid en de schadevergoeding aan slachtoffers in geval van een scheepsongeval (zie dossier E060113);
-
-voorstel voor een richtlijn over de wettelijke aansprakelijkheid van scheepseigenaren (zie dossier E060112).
Richtlijn 2009/15/EG werd op 23 april 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L131 d.d. 28 mei 2009.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.