E060094 - Voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijnen 1999/35/EG en 2002/59/EG
Op 23 november 2005 heeft de Europese Commissie het derde pakket wetgevingsmaatregelen inzake de maritieme veiligheid gepresenteerd. De eerste twee pakketten zijn ingediend naar aanleiding van de scheepsrampen met de olietankers "Erika" in 1999 en "Prestige" in 2002 (zie ook dossier E040014). Het voorliggende pakket is met name bedoeld om de gaten in de huidige wetgeving op te vullen en waar mogelijk te vereenvoudigen. Er worden zowel maatregelen voorgesteld op het gebied van preventie van ongevallen en verontreiniging als voor de behandeling van de gevolgen van ongevallen.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
document Europese Commissie
COM(2005)590, d.d. 23 november 2005
rechtsgrondslag
Artikel 80, lid 2, van het EG-Verdrag
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
Richtlijn 2009/18/EG dient voor 17 juni 2011 geïmplementeerd te zijn. Hiertoe is een Besluit van 16 december 2009 houdende wijziging van het Besluit Onderzoeksraad voor de veiligheid in verband met de implementatie van internationale onderzoeksverplichtingen met betrekking tot het uitvoeren van onafhankelijk onderzoek naar
scheepvaartongevallen (Stb. 559) aangepast. Een ministeriële regeling wordt nog verwacht.
Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 1 april 2011
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft tijdens de vergadering d.d. 5 september 2006 besloten het onderhavige richtlijnvoorstel ter informatie aan te bieden aan de commissie voor Verkeer & Waterstaat, samen met de andere dossiers die behoren tot het derde pakket maritieme veiligheid.
Op 26 september 2006 besloot de commissie Verkeer & Waterstaat de vragen uit het ambtelijk memo ter schriftelijke beantwoording voor te leggen aan de regering. Deze brief werd op 3 oktober 2006 door de commissie vastgesteld en verstuurd.
Het antwoord van de regering werd tijdens de commissievergadering van 19 december 2006 besproken en voor kennisgeving aangenomen.
De Nederlandse regering stelt in fiche drie onderhavige ontwerprichtlijn te kunnen steunen. Er wordt een duidelijke meerwaarde voor optreden op communautair niveau geconstateerd. Zo zal de EU-databank met gegevens van ongevallen op zee kunnen bijdragen aan de mogelijkheid een afgewogen beslissing te nemen over mogelijke wijziging van wet- en regelgeving. Daarnaast constateert de regering tevreden dat de richtlijn voldoende ruimte laat voor nationale invulling. Overigens kan de richtlijn naar verwachting worden ingepast binnen het bestaande nationale wettelijk kader.
De regering wijst er wel op dat bij de uitvoering van de richtlijn geen tegenstrijdigheid met regelgeving van de Internationale Maritieme Organisatie mag ontstaan. Hier dient ook bij de aanpassing van de richtlijn gedurende het onderhandelingsproces op te worden gelet.
Onderhavig voorstel van de Europese Commissie beoogt één van de belangrijkste gaten in het maritieme veiligheidsbeleid op te vullen. De ontwerprichtlijn verplicht de EU-lidstaten om na een ernstig ongeval op zee een onderzoek in te stellen en geeft hiervoor een aantal richtsnoeren. Deze zijn gebaseerd op de code voor het verrichten van onderzoek na ongevallen op zee van de Internationale Maritieme Organisatie. De uitkomsten van deze onderzoeken moeten bijdragen aan de verhoging van de maritieme veiligheid op zee.
Het onderzoek dient te worden uitgevoerd door een functioneel onafhankelijke, permanente onderzoeksinstantie. Verder voorziet het voorstel in de invoering van een raamwerk voor samenwerking tussen de nationale onderzoeksinstanties van de lidstaten, derde landen en de Commissie. Dit betreft onder andere het bieden van wederzijdse technische hulp. Ook voorziet het voorstel in de invoering van een Europese databank voor scheepvaartongevallen. Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) zal de samenwerking tussen de lidstaten gaan faciliteren.
Het pakket maatregelen bevat naast mededeling COM(2005)585 zeven wetgevingsvoorstellen over de volgende onderwerpen:
-
-voorstel voor een richtlijn over de verantwoordelijkheid van de vlagstaten (zie dossier E060114);
-
-wijziging van de richtlijn over de classificatiebureaus (zie dossier E060090);
-
-wijziging van de richtlijn over de havenstaatcontrole (zie dossier E060041);
-
-wijziging van de richtlijn over een monitoringsysteem voor de zeescheepvaart (zie dossier E060036);
-
-voorstel voor een richtlijn over het onderzoek na ongevallen (zie dossier E060094);
-
-voorstel voor een verordening over de verantwoordelijkheid en de schadevergoeding aan slachtoffers in geval van een scheepsongeval (zie dossier E060113);
-
-voorstel voor een richtlijn over de wettelijke aansprakelijkheid van scheepseigenaren (zie dossier E060112).
Richtlijn 2009/18/EG werd op 23 april 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L131 d.d. 28 mei 2009.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.