- Belliardstraat 101 - B-1040 BRUSSEL - Tel. +32 (0)2/282 22 11 - Fax +32 (0)2/282 23 25 -
Internet http://www.cor.europa.eu
NL
EUROPESE UNIE Comité van de Regio's |
CONST-IV-006 |
68e zitting |
ADVIES DE BESTRIJDING VAN ILLEGALE IMMIGRATIE EN TOEKOMST VAN HET EUROPEES MIGRATIENETWERK" |
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - pleit voor de vaststelling van een gemeenschappelijk Europees migratiebeleid waarmee de samenwerking en de coördinatie tussen de lidstaten en derde landen kunnen worden verbeterd; - meent dat er dringend een financieel instrument nodig is ten behoeve van de gebieden waar doorgaans grote aantallen immigranten aankomen en van de transitzones waar de migranten in grote getale worden opgevangen, zoals de Canarische eilanden, Ceuta, Lampedusa, Malta, Melilla en, in het algemeen, heel Zuid-Italië. Dit zijn allemaal streken waar de massale aankomst van migranten tot bijzonder ernstige problemen leidt; - adviseert alle benodigde maatregelen te nemen om een einde te maken aan de mensenhandel en om de daarbij betrokken maffia op te rollen, en dringt erop aan dat dit tot EU-prioriteit wordt verklaard en de daarvoor benodigde middelen worden vrijgemaakt. Het is van groot belang dat illegale immigratie wordt tegengegaan en dat de informele economie die hierdoor in de hand wordt gewerkt, wordt bestreden; - wijst op de belangrijke taak die lokale en regionale overheden hebben, omwille van hun ervaring op het gebied van contact met de landen van herkomst, en de maatregelen die ze doorvoeren ten behoeve van de integratie van immigranten, met name op het gebied van gezondheidszorg (dit betreft het grootste deel van de overheidsuitgaven), huisvesting, onderwijs en werkgelegenheid; - - wijst er andermaal op dat de lokale en regionale overheden in hun dagelijks bestuur direct geconfronteerd worden met het immigratievraagstuk. Het Comité doet dan ook de aanbeveling om een mechanisme in te stellen waarmee de impact van adviezen over immigratie kan worden beoordeeld en waarmee kan worden gewaarborgd dat deze overheden – via de voorzitter van de commissie Constitutionele aangelegenheden of via de rapporteurs, al naargelang het geval – worden betrokken bij de diverse initiatieven die de Commissie op dit terrein ontplooit. Met een dergelijk mechanisme zouden de subnationale overheden actief kunnen deelnemen aan de verschillende fasen van het wetgevingsproces: a) de prelegislatieve fase (raadpleging als belanghebbende partij, effectbeoordeling); b) de fase waarin het beleid wordt geëvalueerd (jaarverslagen over migratie en integratie, jaarlijks integratieforum). |
GEZIEN het Groenboek over de toekomst van het Europees Migratienetwerk (COM(2005) 606 final); GEZIEN de Mededeling van de Commissie inzake het beleidsplan legale migratie (COM(2005) 669 final); GEZIEN de Mededeling van de Commissie inzake de beleidsprioriteiten bij de bestrijding van illegale immigratie van onderdanen van derde landen (COM(2006) 402 final); GEZIEN het besluit van de Europese Commissie van 2 december 2005 om het Comité overeenkomstig art. 265, lid 1 van het Verdrag tot oprichting van Europese Gemeenschap, over dit thema te raadplegen; GEZIEN het besluit van het bureau van 25 april 2006 om de commissie Constitutionele aangelegenheden, Europese governance en ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te vragen een advies over dit onderwerp op te stellen; GEZIEN de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 4 en 5 november 2004 over de Europese ruimte voor vrijheid, veiligheid en recht: het Haags programma; GEZIEN art. 63 van het EG-Verdrag;<0} GEZIEN het handboek voor integratie van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Europese Commissie; GEZIEN de resolutie van het Europees Parlement over de strategieën en de middelen voor de integratie van de immigranten in de Europese Unie (2006/2056 (INI)); GEZIEN de resolutie van het Europees Parlement over ontwikkeling en migratie (2005/2244 (INI)); GEZIEN het advies van het Comité van de Regio’s over “Een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: de rol van de regionale en lokale overheden bij de tenuitvoerlegging van het Haags programma”, CDR 223/2004 fin, PB C 231 van 20-09-2005, blz. 83-86; GEZIEN het advies van het Comité van de Regio’s over de “Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Eerste jaarverslag over migratie en integratie” (COM(2004) 508 final), CDR 339/2004, PB C 231 van 20-09-2005, blz. 46-50; GEZIEN het advies van het Comité van de Regio’s over de “Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: het Haags programma: tien prioriteiten voor de komende vijf jaar - Het partnerschap voor Europese vernieuwing op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht” (COM(2005) 184 final), de “Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende ‘Veiligheid en bescherming van de vrijheden’ voor de periode 2007-2013” en de “Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot grondrechten en justitie” COM(2005) 122 final – 2005/0037 (COD) – 2005/0038(CNS) – 2005/0039 (CNS) – 2005/0040 (COD), CdR 122/2005, PB C 192 van 16-08-2006, blz. 25-33; GEZIEN het advies van het Comité van de Regio's over de ”Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Een gemeenschappelijke agenda voor integratie - Kader voor de integratie van onderdanen van derde landen in de Europese Unie” (COM(2005) 389 final), de “Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Migratie en ontwikkeling: een aantal concrete ideeën” (COM(2005) 390 final), en het “Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven” (COM(2005) 391 final), CdR 51/2006, PB C 206 van 29-08-2006, blz. 27-39; GEZIEN het op 29 november 2006 goedgekeurde ontwerpadvies (CdR 233/2006 rev. 2) van de commissie Constitutionele aangelegenheden, Europese governance, en ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (rapporteur: mw. DE ESTEBAN MARTÍN, directeur-generaal Samenwerking met de staat en Europese aangelegenheden van de gemeente Madrid (ES/EVP)); |
1) overwegende dat Europa geconfronteerd wordt met de grootste migratiedruk uit zijn geschiedenis; dat, gezien het feit dat toegang tot het Europese grondgebied het uiteindelijke doel is van de migranten, het niet uitsluitend om een problematiek voor de voornaamste gastregio’s en lidstaten gaat, maar dat hiernaar gekeken moet worden vanuit een globaal perspectief en dat de EU, de lidstaten en de landen van herkomst en doorreis de nieuwe uitdagingen waarvoor de migratiestromen hen dagelijks stellen, met inbegrip van migratie binnen de EU, dus gezamenlijk moeten aangaan; dat in het door de Europese Raad van november 2004 vastgestelde Haags programma reeds de contouren worden geschetst van een gemeenschappelijk immigratiebeleid, dat als één van de EU-prioriteiten wordt aangeduid; |
2) overwegende dat het ontbreekt aan betrouwbare statistische gegevens om een nauwkeurige inschatting te kunnen maken van de verhouding tussen legale en illegale immigratie en van het migratievraagstuk in zijn algemeen, en dat het om die reden van belang blijft om de inspanningen van het Europese Migratienetwerk voort te zetten teneinde te kunnen beschikken over objectieve en vergelijkbare gegevens die het gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid kunnen steunen; |
3) overwegende dat de integratie van de migrantenbevolking gebaseerd moet zijn op haar toetreding tot de arbeidsmarkt (met speciale aandacht voor migrantenvrouwen) maar ook bevorderd moet worden vanuit een breder onderwijs-, cultureel, sociaal en politiek perspectief; |
4) overwegende dat integratie een tweerichtingsproces is waarbij enerzijds immigranten de bereidheid moeten tonen om in de gastmaatschappij te integreren en die bereidheid ook in praktijk moeten brengen als het erop aankomt, en anderzijds EU-burgers zich bereid moeten tonen de immigranten op te nemen, en maatregelen op het vlak van bewustwording en onderwijs nodig zijn om op positieve manier het gedrag van beide groepen te beïnvloeden; |
5) overwegende dat de lokale en regionale overheden, die rechtstreeks te maken krijgen met de opvang van immigranten en de belangrijkste instanties zijn voor de tenuitvoerlegging van de integratiemaatregelen (op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, welzijn en politiek), een sleutelrol moeten spelen bij de vaststelling van het immigratiebeleid zodat de integratie van immigranten daadwerkelijk plaatsvindt op het niveau dat het dichtst bij de burger staat, |
heeft tijdens zijn 68e zitting van 13 en 14 februari 2007 (vergadering van 13 februari) het volgende advies uitgebracht:
*
* *
Het Comité van de Regio’s
a) tussen overheden
b) met de sociale actoren
c) met het bedrijfsleven (maatschappelijk verantwoord ondernemen)
d) met de immigrantenverenigingen;
b) de inbreng van immigranten in het ontwikkelingsbeleid verdient ondersteuning; de netwerken van de immigranten die in de EU gevestigd zijn kunnen zo immers worden benut voor de ontwikkeling in hun moederland. Daarom is het noodzakelijk faciliteiten aan te bieden voor de overdrachten naar het land van herkomst door de administratiekosten te verlagen en de officiële overdrachtsystemen open te stellen;
a) toezicht op een correcte omzetting en daadwerkelijke toepassing van de bestaande richtlijnen;
b) verduidelijking van de regels, met name op grond van welke criteria iemand als ingezetene wordt beschouwd;
c) uiteenzetting van de voorwaarden waaronder immigranten aanspraak kunnen maken op gezinshereniging;
a) een specifiek financieel instrument in het leven te roepen om de concrete problemen van immigranten op onderwijsgebied op te lossen;
b) maatregelen te treffen waardoor de erkenning en het homologeren van diploma’s en, meer in het algemeen, van door immigranten in eigen land verworven beroepskwalificaties wordt vereenvoudigd. Dit verhoogt hun kansen op werk;
c) opleidingsprogramma’s aan te bieden die zijn afgestemd op de arbeidsmarkt, met name ten behoeve van immigranten die afkomstig zijn uit landen waar het ontbreekt aan goede beroepsopleidingen en scholing voor werknemers;
a) de immigranten geschikte taalcursussen aan te bieden, die in ieder geval op beginnersniveau verplicht moeten zijn;
b) de immigranten daarnaast meer cursussen aan te bieden inzake cultuur en burgerschap en, meer in het algemeen, inzake maatschappelijke integratie en kennis van de burgerlijke waarden van het gastland. Deze laatste cursus zou in de moedertaal van de immigrant kunnen worden gegeven, met het oog op een beter begrip in de beginfase, als de migrant de landstaal nog niet machtig is. Op deze manier wordt voorkomen dat de taal een barrière vormt voor het integratieproces en voor het zich vertrouwd maken met de taal en cultuur van het gastland;
c) verschillende modaliteiten te bieden, zoals e-leren, afstandsonderwijs, flexibele uren, parttime-cursussen, enz., teneinde de cursussen zo toegankelijk mogelijk te maken en zoveel mogelijk mensen te bereiken. Ook is het van belang dat er mensen worden opgeleid die als aanspreekpunt voor de immigranten kunnen fungeren wanneer ze kampen met problemen;
d) immigranten te steunen bij hun inspanningen om hun kinderen hun moedertaal bij te brengen, zodat een gebrekkige taalbeheersing later voor immigranten geen obstakel vormt om terug te keren naar hun herkomstland.
Het Comité van de Regio's
Het Comité van de Regio’s