Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 25 september 2007 over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake het bevoegdheidsbewijs van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegnet van de Gemeenschap besturen (PE-CONS 3636/2007 – C6-0213/2007 – 2004/0048(COD))
(Medebeslissingsprocedure: derde lezing)
Het Europees Parlement
,
– gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst (PE-CONS 3636/2007 – C6-0213/2007),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1)
inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0142),
– gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt(2)
inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad(3)
,
– gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM(2007)0080),
– gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 65 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A6-0315/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;
2. verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;
3. verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
4. verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.