Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 december 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter facilitering van de grensoverschrijdende handhaving van de verkeersveiligheid (COM(2008)0151 – C6-0149/2008 – 2008/0062(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement
,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0151),
– gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 71, lid 1, letter c), van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0149/2008),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0371/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5
(5) Het systeem dient van toepassing te zijn op verkeersovertredingen die een ernstige bedreiging vormen voor de verkeersveiligheid en in de wetgeving van alle lidstaten als verkeersovertredingen zijn gedefinieerd. Deze overtredingen zijn te hoge snelheid, rijden onder invloed, het niet dragen van de veiligheidsgordel en door het rode licht rijden. De Commissie blijft de ontwikkelingen in de EU volgen met betrekking tot andere verkeersovertredingen die een ernstige bedreiging voor de verkeersveiligheid vormen en zal
desgevallend een herziening van de richtlijn voorstellen
om haar toepassingsgebied uit te breiden met bijvoorbeeld rijden onder invloed van drugs, mobiel bellen tijdens het rijden en rijden zonder verzekering
.
(5) Het systeem dient van toepassing te zijn op verkeersovertredingen die een ernstige bedreiging vormen voor de verkeersveiligheid en in de wetgeving van alle lidstaten als verkeersovertredingen zijn gedefinieerd. Deze overtredingen zijn te hoge snelheid, rijden onder invloed, het niet dragen van de veiligheidsgordel en door het rode licht rijden. De Commissie blijft de ontwikkelingen in de EU volgen met betrekking tot andere verkeersovertredingen die een ernstige bedreiging voor de verkeersveiligheid vormen. Na de indiening van een verslag over de uitvoering van onderhavige richtlijn twee jaar na de inwerkingtreding ervan, stelt de Commissie zo nodig
een herziening van de richtlijn voor
om haar toepassingsgebied eventueel
uit te breiden tot andere categorieën van verkeersovertredingen
.
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)Om te waarborgen dat de verkeersveiligheid toereikend is en de toepasselijke geldboetes evenredig zijn, wordt de Commissie opgeroepen om met de lidstaten gesprekken te voeren over de invoering van vaste geldboetes voor verkeersovertredingen en de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten aan te moedigen.
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 6
(6) Om de doelmatigheid van het handhavingssysteem te waarborgen, moet dat betrekking hebben op alle fasen tussen de vaststelling van een overtreding en de verzending van een bekeuring, op basis van de modelbekeuring, naar de kentekenhouder van het betrokken voertuig. Zodra een definitieve beslissing is genomen, is
het Kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties van toepassing.
(6) Om de doelmatigheid van het handhavingssysteem te waarborgen, moet dat betrekking hebben op alle fasen tussen de vaststelling van een overtreding en de verzending van een bekeuring, op basis van de modelbekeuring, naar de kentekenhouder van het betrokken voertuig. Zodra een definitieve beslissing is genomen, kan
het Kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties van toepassing zijn
. Indien dat kaderbesluit niet kan worden toegepast, bijvoorbeeld omdat sanctiebesluiten niet onder het strafrecht vallen, moet de effectiviteit van de sancties toch worden gewaarborgd door andere uitvoeringsmaatregelen. Er moet een minimumnorm worden vastgesteld voor bekeuringsformulieren, inclusief het antwoordformulier daarbij en er moet worden gezorgd voor een grotere compatibiliteit van de toezendingsprocedures, opdat de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties betrouwbaarder en doelmatiger wordt.
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 7
(7) Voorts dient de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie snel te gebeuren, via elektronische weg. Hiertoe moet een Europees elektronisch netwerk
worden opgezet.
(7) Voorts dient de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie snel te gebeuren, via elektronische weg. Het is wenselijk dat
hiertoe veilige communautaire elektronische netwerken
worden opgezet die het mogelijk maken dat de informatie veilig wordt uitgewisseld en de vertrouwelijkheid van de uitgewisselde data garanderen
.
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8
(8) Aangezien de identiteitsgegevens van een overtreder van persoonlijke aard zijn, dienen de lidstaten de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens wordt nageleefd.
(8) Aangezien de identiteitsgegevens van een overtreder van persoonlijke aard zijn, dienen de lidstaten de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens wordt nageleefd. Wanneer hij in kennis wordt gesteld van de overtreding, moet de overtreder dienovereenkomstig informatie ontvangen over zijn rechten op toegang tot de data en op eventuele rectificatie of vernietiging ervan, alsook over de maximale termijn gedurende welke de data mogen worden bewaard.
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis)De in het kader van onderhavige richtlijn verzamelde gegevens mogen, afgezien van het feit dat ze slechts tijdelijk mogen worden opgeslagen, onder geen beding worden gebruikt voor andere doeleinden dan de afwikkeling van verkeersovertredingen. De Commissie en de lidstaten moeten bij de verwerking van de persoonsgegevens en het beheer van het communautaire elektronische netwerk dan ook waarborgen dat de verzamelde gegevens niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan die welke specifiek gerelateerd zijn aan de verkeersveiligheid.
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 ter (nieuw)
(8 ter)De lidstaten moeten hun methoden op het gebied van verkeerscontroles harmoniseren zodat hun praktijken onderling op EU-schaal vergeleken kunnen worden. In iedere lidstaat moeten daarom minimumnormen voor controlepraktijken worden ontwikkeld
.
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 quater (nieuw)
(8 quater)De technische apparatuur voor verkeersveiligheidscontroles moet in de toekomst ook worden geharmoniseerd om te zorgen voor een convergentie van de controlemaatregelen tussen de lidstaten. Een dergelijke technische harmonisatie moet door de Commissie worden voorgesteld bij de in artikel 8 bis bedoelde herziening.
Amendement 9 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 quinquies (nieuw)
(8 quinquies)De Commissie en de lidstaten moeten de nodige maatregelen treffen om de EU-burgers met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de onderhavige richtlijn voor te lichten en bewuster te maken. Een goede voorlichting over de gevolgen van niet-naleving van de regels op het gebied van de verkeersveiligheid kan een preventief effect hebben op het aantal verkeersovertredingen.
Amendement 10 Voorstel voor een richtlijn Overweging 8 sexies (nieuw)
(8 sexies)De Commissie moet zich in de toekomst concentreren op het vergemakkelijken van de grensoverschrijdende afwikkeling van verkeersovertredingen en dan met name van verkeersovertredingen die ernstige verkeersongevallen veroorzaken.
Amendement 11 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 - letter a
a) "houder": de kentekenhouder van het betrokken voertuig;
a) "houder": de kentekenhouder van het betrokken voertuig, met inbegrip van motorfietsen;
;
Amendement 12 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter d
d) "bevoegde autoriteit": de autoriteit die verantwoordelijk is voor het beheer van de gegevensbank met de inschrijvingsbewijzen van voertuigen
.
d) "bevoegde autoriteit": een enkel contactpunt in elke lidstaat, dat verantwoordelijk is voor het faciliteren van de uitvoering van deze richtlijn.
Amendement 13 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter d bis (nieuw)
d bis) "centrale autoriteit": de autoriteit die in elke lidstaat verantwoordelijk is voor het waarborgen van de databescherming;
Amendement 14 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – letter d ter (nieuw)
d ter) "definitief administratief besluit": elk definitief besluit dat inhoudt dat er een boete moet worden betaald, afgezien van besluiten die vallen onder de definitie gegeven in artikel 1 van Kaderbesluit 2005/214/JBZ;
Amendement 15 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 bis (nieuw)
Artikel 2 bis
EU-brede verkeersveiligheidsrichtsnoeren
1.Om een verkeersveiligheidsbeleid na te streven dat gericht is op een hoog niveau van bescherming van alle weggebruikers in de EU en rekening houdend met de zeer verschillende situaties in de EU, dienen de lidstaten, zonder afbreuk te doen aan bestaand strenger beleid en bestaande strengere wetgeving, te zorgen voor een minimum aantal verkeersveiligheidsrichtsnoeren binnen het kader van deze richtlijn. Om deze doelstelling te verwezenlijken stelt de Commissie, bijgestaan door het in artikel 8 genoemde comité, EU-brede verkeersveiligheidsrichtsnoeren vast overeenkomstig de in artikel 8, lid 3 bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Deze richtsnoeren zijn in overeenstemming met de in de volgende leden neergelegde grondbeginselen
.
2.Met betrekking tot snelheid wordt het gebruik van automatische controleapparatuur op autosnelwegen, secundaire wegen en stadswegen aangemoedigd, met name op trajecten van het wegennet met een hoger aantal ongevallen door snelheidsovertredingen dan gemiddeld.
De aanbevelingen die in het kader van deze richtsnoeren worden vastgesteld beogen te waarborgen dat het aantal snelheidscontroles met behulp van automatische apparatuur met 50% wordt opgevoerd in de lidstaten waar het aantal verkeersdoden hoger is dan het EU-gemiddelde en de daling van het aantal verkeersdoden sinds 2001 lager is geweest dan het EU-gemiddelde. Een toereikende geografische dekking van het grondgebied van elke lidstaat moet worden gewaarborgd.
3.Met betrekking tot het rijden onder invloed zorgen de lidstaten er vooral voor dat er steekproefsgewijs wordt gecontroleerd op plaatsen waar en tijdstippen waarop de regels veelvuldig worden overtreden en de kans op ongelukken daardoor groter is.
De lidstaten zorgen ervoor dat ten minste 30% van de bestuurders jaarlijks gecontroleerd kan worden.
4.Met betrekking tot het dragen van de veiligheidsgordel worden jaarlijks intensieve controles gedurende minimaal zes weken gehouden in die landen waar minder dan 70% van de bevolking veiligheidsgordels draagt, met name op plaatsen waar en tijdstippen waarop de regels veelvuldig worden overtredende controlewerkzaamheden in de lidstaten afgestemd op het percentage van de bestuurders dat de gordel draagt, op basis van de gegevens die hierover zijn verzameld:
5.Met betrekking tot het rijden door het rode licht wordt automatische controleapparatuur met name op die kruispunten gebruikt waar de regels veelvuldig worden overtreden en waar vaker dan gemiddeld ongelukken gebeuren ten gevolge van het rijden door het rode licht.
6.In de richtsnoeren wordt aan de lidstaten een uitwisseling van goede praktijken aanbevolen, waarbij in het bijzonder aan de lidstaten die het verst gevorderd zijn met automatische controle verzocht wordt technische bijstand te verlenen aan andere lidstaten die hierom verzoeken.
Amendement 16 Voorstel voor een richtlijn Artikel 3 – lid 3
3. De door staat van de overtreding meegedeelde informatie wordt niet bewaard door de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten.
3. De uitwisseling van informatie met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van die gegevens in dat verband, geschiedt met inachtneming van Richtlijn 95/46/EG.
De door staat van de overtreding meegedeelde informatie wordt niet bewaard door de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten. Deze informatie mag uitsluitend meegedeeld worden voor het in deze richtlijn beoogde doel en na afsluiting van de procedures moeten alle data aantoonbaar worden gewist.
Amendement 17 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 1
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 3 omschreven informatie via elektronische weg wordt uitgewisseld. Hiertoe nemen zij alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat uiterlijk 12 maanden na de in artikel 9, lid 1, bedoelde datum een elektronisch netwerk op EU-niveau
en overeenkomstig gemeenschappelijke bepalingen wordt opgezet.
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 3 omschreven informatie via elektronische weg wordt uitgewisseld. Hiertoe nemen zij alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat uiterlijk 12 maanden na de in artikel 9, lid 1, bedoelde datum een communautair
elektronisch netwerk en overeenkomstig gemeenschappelijke bepalingen wordt opgezet.
Amendement 18 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 2 – alinea 1
2. De gemeenschappelijke regels voor de tenuitvoerlegging van lid 1 worden door de Commissie vastgesteld tegen de in artikel 9, lid 1, bedoelde datum overeenkomstig de regelgevingsprocedure van artikel 8, lid 2
.
2. De gemeenschappelijke regels voor de tenuitvoerlegging van lid 1 worden door de Commissie vastgesteld tegen de in artikel 9, lid 1, bedoelde datum overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsingals bedoeld in
artikel 8, lid 3
.
Amendement 19 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 2 – letter b
b) de technische procedures voor de elektronische uitwisseling van de gegevens tussen de lidstaten.
b) de technische procedures voor de elektronische uitwisseling van de gegevens tussen de lidstaten, waarbij de bescherming en vertrouwelijkheid van de uitgewisselde data worden gewaarborgd.
Amendement 20 Voorstel voor een richtlijn Artikel 4 – lid 2 – letter b bis (nieuw)
b bis) de regels inzake betreffende de veiligheid en bescherming van persoonlijke gegevens, ten einde te voorkomen dat gegevens gebruikt worden voor andere doeleinden dan die waarvoor zij zijn vergaard.
Amendement 21 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 2
2. In de bekeuring wordt de overtreding nader omschreven en de door de houder
te betalen geldboete vermeld en worden de mogelijkheden om verzet aan te tekenen tegen de grond van de bekeuring en in beroep te gaan tegen een besluit om een boete op te leggen alsook de daartoe strekkende procedures toegelicht.
2. In de bekeuring worden ten minste vermeld: het voorwerp van de bekeuring, de naam van de autoriteit die bevoegd is voor de tenuitvoerlegging van de geldboete en de naam van de centrale autoriteit die is belast met de tenuitvoerlegging van onderhavige richtlijn. Tevens
wordt de overtreding nader omschreven,
wordt de te betalen geldboete vermeld, de meest eenvoudige wijzen van betaling, alsook de uiterste datum waarop dit dient te geschieden
en worden de mogelijkheden om verzet aan te tekenen tegen de grond van de bekeuring en in beroep te gaan tegen een besluit om een boete op te leggen alsook de daartoe strekkende procedures toegelicht.
Amendement 22 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.Geldboetes die krachtens deze richtlijn worden opgelegd, houden geen discriminatie in op grond van nationaliteit en worden opgelegd krachtens de wet van het land waar de overtreding is begaan.
Amendement 23 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 3
3. In de bekeuring moet de houder worden meegedeeld dat hij een antwoordformulier dient in te vullen indien hij de boete weigert te betalen.
3. In de bekeuring moet de houder worden meegedeeld dat hij binnen een bepaalde termijn
een antwoordformulier dient in te vullen indien hij de geldboete
weigert te betalen. Ook wordt de houder ervan in kennis gesteld dat een eventuele weigering om te betalen zal worden doorgezonden aan de bevoegde autoriteit van de woonstaat om uitvoering te geven aan het besluit.
Amendement 24 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.In de bekeuring wordt de houder meegedeeld dat zijn persoonsgegevens zullen worden verwerkt met inachtneming van Richtlijn 95/46/EG en wordt hem gewezen op zijn recht van toegang en zijn recht op verbetering en verwijdering van gegevens als vermeld in artikel 7 van deze richtlijn
.
Amendement 25 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 - lid 3 ter (nieuw)
3 ter.Ingeval de houder niet de bestuurder was op het tijdstip waarop de overtreding werd begaan, moet de houder de identiteit van de bestuurder meedelen overeenkomstig het recht van de woonstaat
. Dit is niet van toepassing in gevallen waarin er een overeenkomst tussen twee of meer lidstaten bestaat die een oplossing biedt voor de problemen die voortvloeien uit de toepassing van dit artikel
.
Amendement 27 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 5
5. De Commissie kan de modelbekeuring aanpassen teneinde rekening te houden met technische ontwikkelingen. Die aanpassingen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn betreffen, worden vastgesteld volgens de in artikel 8, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
5. De Commissie kan de modelbekeuring aanpassen teneinde rekening te houden met technische ontwikkelingen. Deze maatregelen, die niet-essentiële technische
onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 8, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Amendement 28 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis.In het kader van deze richtlijn wordt er geen geldboete opgelegd voor overtredingen die begaan zijn vóór de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
Amendement 29 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 bis (nieuw)
Artikel 5 bis
Afwikkeling van verkeersovertredingen
1.Indien de geldboete niet is betaald en de geschillen- of beroepsprocedures zijn doorlopen, is het Kaderbesluit 2005/214/JBZ van toepassing op de geldboetes als bedoeld in artikel 1 van dit kaderbesluit.
2.In de gevallen vermeld in lid 1, waar betaling uitblijft, maar die geldboetes betreffen die niet binnen het toepassingsgebied van dat kaderbesluit vallen, zenden de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de overtreding het definitieve besluit toe aan de bevoegde autoriteit van de woonstaat om uitvoering te geven aan de geldboete
.
Amendement 30 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 ter (nieuw)
Artikel 5 ter
Erkenning en inning van geldboetes
1.De bevoegde autoriteit van de woonstaat erkent zonder verdere formaliteiten een administratieve eindbeslissing waarbij een geldboete is opgelegd en die hem overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2 is toegezonden en neemt onverwijld alle nodige maatregelen om er uitvoering aan te geven, tenzij de bevoegde autoriteit besluit zich te beroepen op een van de volgende redenen voor niet-erkenning of niet-uitvoering:
a) het recht van de woonstaat voorziet in een immuniteit, die tenuitvoerlegging van het besluit onmogelijk maakt;
b) de betrokkene is niet op de hoogte gesteld van zijn recht om in beroep te gaan en van de termijn die daarvoor geldt.
2.De uitvoering van het besluit waarbij de geldboete wordt opgelegd door de bevoegde autoriteit van de woonstaat valt onder de wetgeving van de woonstaat, op dezelfde wijze als een geldboete van de woonstaat.
3.De bevoegde autoriteit van de staat van de overtreding stelt de bevoegde autoriteit van de woonstaat onverwijld in kennis van ieder besluit of iedere maatregel ten gevolge waarvan het besluit niet meer voor tenuitvoerlegging vatbaar is. De bevoegde autoriteit van de woonstaat beëindigt de tenuitvoerlegging van het besluit zodra hij door de bevoegde autoriteit van de staat van de overtreding in kennis is gesteld van dat besluit of die maatregel.
Amendement 31 Voorstel voor een richtlijn Artikel 5 quater (nieuw)
Artikel 5 quater
Informatieverstrekking door de woonstaat
De bevoegde autoriteit van de woonstaat stelt de bevoegde autoriteit van de staat van de overtreding onverwijld, op eender welke wijze in kennis, waarbij het volgende schriftelijk wordt vastgelegd:
:
a) de toezending van het besluit aan de bevoegde autoriteit;
b) ieder besluit om geen uitvoering te geven aan een besluit, met redenen omkleed;
c) de tenuitvoerlegging van het besluit zodra de tenuitvoerlegging is voltooid;
Amendement 32 Voorstel voor een richtlijn Artikel 7 bis (nieuw)
Artikel 7 bis
Voorlichting van de bestuurders in de EU
1.De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te zorgen voor voldoende voorlichting van de weggebruikers over de uitvoeringsmaatregelen van onderhavige richtlijn. Deze informatie kan onder meer worden verstrekt door organisaties voor verkeersveiligheid, non-gouvernementele organisaties op het gebied van verkeersveiligheid of automobielclubs.
De lidstaten verzekeren zich ervan dat de regels inzake maximale snelheden op verkeersborden worden aangegeven bij elke grensovergang aan de autosnelwegen.
2.De Commissie plaatst op haar internetsite een samenvatting van de in de lidstaten van kracht zijnde regels die binnen het toepassingsbereik van onderhavige richtlijn vallen.
Amendement 33 Voorstel voor een richtlijn Artikel 8 bis (nieuw)
Artikel 8 bis
Herziening en verslaglegging
1.Voor ...* legt de Commissie het Parlement en de Raad een verslag voor over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn door de lidstaten en de effectiviteit ervan in het licht van de doelstelling om een daling van het aantal verkeersdoden bereiken.
2.Op basis van dit verslag bestudeert de Commissie de mogelijkheden om het toepassingsbereik van de richtlijn uit te breiden tot andere verkeersovertredingen.
3.In hetzelfde verslag doet de Commissie voorstellen om de controleapparatuur te harmoniseren aan de hand van communautaire criteria en de controleprocedures op het gebied van verkeersveiligheid.
4.In dit verslag geeft de Commissie voorts een evaluatie van de wijze waarop de lidstaten op basis van vrijwilligheid uitvoering hebben gegeven aan de EU-brede verkeersveiligheidsrichtsnoeren genoemd in artikel 2 bis en beraadt zij zich over de wenselijkheid om deze aanbevelingen een verplicht karakter te geven. Desgewenst kan de Commissie een voorstel tot wijziging van deze richtlijn indienen
.
* Twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn
.
Amendement 34 Voorstel voor een richtlijn Bijlage – bladzijde 2 – alinea 6
Indien u deze geldboete weigert te betalen, dient u het bijgevoegde antwoordformulier in te vullen (blz. 4) en op te sturen naar het vermelde adres.
Indien u deze geldboete weigert te betalen, dient u het bijgevoegde antwoordformulier in te vullen (blz. 4) en op te sturen naar het vermelde adres. Dit antwoordformulier kan door [de bevoegde autoriteit van de staat van de overtreding] worden toegezonden aan [de bevoegde autoriteit van de woonstaat] om uitvoering te geven aan het besluit tot oplegging van een geldboete
.
Amendement 35 Voorstel voor een richtlijn Bijlage – bladzijde 2 – alinea 6 bis (nieuw)
INFORMATIE
Deze zaak zal worden onderzocht door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van overtreding.
Indien geen vervolging wordt ingesteld, wordt u hierover binnen 60 dagen na ontvangst van het antwoordformulier geïnformeerd.
Indien vervolging wordt ingesteld, is de volgende procedure van toepassing:
[In te vullen door de staat van overtreding: vermelden welke procedure zal worden gevolgd, met inbegrip van mogelijkheden om in beroep te gaan tegen een besluit om vervolging in te stellen. De volgende informatie moet in elk geval worden vermeld: naam en adres van de autoriteit die bevoegd is om vervolging in te stellen; betalingstermijn; naam en adres van de betrokken beroepsinstantie; beroepstermijn].
Amendement 37 Voorstel voor een richtlijn Bijlage – bladzijde 4 – Antwoordformulier
Antwoordformulier
Antwoordformulier
(Invullen in hoofdletters en aankruisen wat van toepassing is)
(Invullen in hoofdletters en aankruisen wat van toepassing is)
A. Identiteit van de bestuurder:
A. Identiteit van de bestuurder:
Was u de bestuurder van het voertuig op het ogenblik waarop de overtreding werd begaan? (ja/nee)
Zo ja, gelieve de volgende gegevens te verstrekken:
- Naam en voornaam:
- Naam en voornaam:
- Geboorteplaats en -datum:
- Geboorteplaats en -datum:
- Nummer van het rijbewijs: … afgegeven
- Nummer van het rijbewijs: … afgegeven
op (datum): .... te (plaats):
op (datum): .... te (plaats):
- Adres:
- Adres:
Indien u niet de bestuurder van het voertuig was op het ogenblik waarop de overtreding is begaan, bent u dan in staat de identiteit van de bestuurder aan te geven? (ja/nee)
Zo ja, gelieve de volgende gegevens te verstrekken:
-Naam en voornaam:
-Geboorteplaats en -datum:
-Nummer van het rijbewijs: … afgegeven
op (datum): .... te (plaats):
-Adres:
B. Vragenlijst:
B. Vragenlijst:
(1) Is het voertuig, merk ... met kentekennummer …, op uw naam ingeschreven?
(1) Is het voertuig, merk ... met kentekennummer …, op uw naam ingeschreven?
ja/nee
ja/nee
Zo nee, de kentekenhouder is:
Zo nee, de kentekenhouder is:
(naam, voornaam, adres)
(naam, voornaam, adres)
(2) Bevestigt u dat u de overtreding heeft begaan?
(2) Bevestigt u dat u de overtreding heeft begaan?
ja/nee
ja/nee
(3) Indien u dit ontkent, specificeer waarom:
(3) Indien u dit ontkent en wanneer u weigert de identiteit van de bestuurder bekend te maken
, specificeer waarom:
Gelieve het ingevulde formulier binnen 60 dagen na de datum van kennisgeving op te sturen naar de volgende instantie:
Gelieve het ingevulde formulier binnen 60 dagen na de datum van kennisgeving op te sturen naar de volgende instantie:
op het volgende adres
op het volgende adres
Amendement 36 Voorstel voor een richtlijn Bijlage – bladzijde 4 – laatste alinea
INFORMATIE
Schrappen
Deze zaak zal worden onderzocht door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de overtreding is begaan.
Indien geen vervolging wordt ingesteld, wordt u hierover binnen 60 dagen na ontvangst van het antwoordformulier geïnformeerd. Indien vervolging wordt ingesteld, is de volgende procedure van toepassing:
[In te vullen door de staat waar de overtreding is begaan – vermelden welke procedure zal worden gevolgd, met inbegrip van mogelijkheden om in beroep te gaan tegen een beslissing om vervolging in te stellen. De volgende informatie moet worden vermeld: naam en adres van de autoriteit die bevoegd is om vervolging in te stellen; betalingstermijn; naam en adres van de beroepsinstantie; beroepstermijn].