E130012
  ruit icoon
Laatste revisie: 06-02-2015

E130012 - Voorstel voor een verordening betreffende de veiligheid van consumentenproducten en tot intrekking van Richtlijn 87/357/EEG en Richtlijn 2001/95/EG



De Europese Commissie heeft een wetgevingspakket Productveiligheid en Markttoezicht gepubliceerd. Onderdeel daarvan is een voorstel voor een verordening betreffende de veiligheid van consumentenproducten en tot intrekking van Richtlijn 87/357/EEG van de Raad en Richtlijn 2001/95/EG van de Raad. Het voorstel behelst de veiligheid van niet-voedingsproducten voor consumenten en heeft als doel om de veiligheid van dergelijke producten in de Europese Unie te verbeteren.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport nam op 11 juni 2013 de reactie van de minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 juni 2013 op vragen van de commissie van 10 april 2013 voor kennisgeving aan.

Europees

Het Europees Parlement heeft op 15 april 2014 plenair gestemd over het voorstel.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening betreffende de veiligheid van consumentenproducten en tot intrekking van Richtlijn 87/357/EEG van de Raad en Richtlijn 2001/95/EG van de Raad

document Europese Commissie

COM(2013)78PDF-document, d.d. 13 februari 2013

rechtsgrondslag

artikel 114 en artikel 4, lid 2, VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nam op 11 juni 2013 de reactie van de minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 juni 2013  op vragen van de commissie van 10 april 2013 voor kennisgeving aan.

Op 4 juni 2013 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport per brief gereageerd op de vragen van de fractie van de VVD - mede namens de fractie van de PVDA - en de SP van 10 april 2013. In de reactie geeft de minister onder andere aan voorstander te zijn dat van producten die een risico vormen voor de consument, de marktdeelnemers moeten kunnen worden geïdentificeerd. De regering is echter tegen de oorsprongsaanduiding in artikel 7 en de traceerbaarheid van producten in artikel 15. Verder geeft de minister onder meer aan dat de regering ernaar streeft om bij het tot stand brengen van normen de kwaliteit daarvan zoveel mogelijk te borgen. De regering is bovendien voorstander van samenwerking op EU niveau door markttoezichthouders om markttoezichtactiviteiten te bundelen en daarbij gebruik te maken van elkaars inzichten. Voor de financiering van de onafhankelijke handhavingsinstelling geeft de minister aan te denken aan geharmoniseerde retributies.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaf op 15 mei 2013 per brief aan de vragen van de commissie niet binnen de gebruikelijke termijn te kunnen beantwoorden. De minister geeft aan de antwoorden op de vragen van de commissie uiterlijk in juni 2013 aan de Kamer te doen toekomen.

Op 10 april 2013 is een brief verstuurd aan de regering met vragen over het verordeningsvoorstel van de fractie van de VVD - mede namens de fractie van de PVDA - en de SP. Er worden onder andere vragen gesteld over het hoge abstractieniveau, de bepalingen omtrent herkomstracering, de bepalingen omtrent normstelling en accreditatieverlening en het belang van handhaving. 

Op 26 maart 2012 besloten de fracties van de VVD en SP inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de regering. Andere fracties worden in de gelegenheid gesteld zich aan te sluiten op basis van een conceptbrief.

Op 19 maart 2013 besloot de commissie voor Economische Zaken (EZ) en de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar aanleiding van het BNC-fiche d.d. 15 maart 2013 om op 26 maart  inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de regering. Daarnaast werd besloten dat het voorstel in handen wordt gesteld van de commissie voor VWS. 

De commissie voor Economische Zaken (EZ) heeft op 26 februari 2013 besloten dat zij de procedure van het verordeningsvoorstel veiligheid van consumentenproducten aan wil houden tot na ontvangst van het betreffende BNC-fiche. De minister wordt per brief verzocht om het BNC-fiche op korte termijn aan de Kamer te sturen.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het BNC-fiche d.d. 15 maart 2013 besproken tijdens een algemeen overleg (AO) EU-gezondheidsraad op 18 juni 2013


Standpunt Nederlandse regering

Op 15 maart 2013 stuurde de regering een BNC-fiche aan de Kamer. Hierin staat onder andere dat Nederland ten algemene positief staat tegenover het voorstel maar men plaatst wel een aantal kanttekeningen. Het voorstel bevat maatregelen voor consumenten producten die niet in verticale productrichtlijnen geregeld zijn.

Deze voorstellen verschillen op sommige punten met maatregelen die in specifieke productrichtlijnen zijn opgenomen. Nederland zal hier vragen over stellen. Nederland is geen voorstander van de verplichting om het land van oorsprong te vermelden. Ook wil men nog kritisch kijken naar de gedelegeerde handelingen in een tweetal artikelen. Verder wil Nederland de mogelijkheid onderzoeken om de verordening te verbreden tot een verordening die veiligheids- en gezondheidseisen stelt aan alle producten. Dit omdat er signalen zijn dat sommige producten buiten de productveiligheidsregelgeving vallen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Europese Commissie heeft een wetgevingspakket Productveiligheid en Markttoezicht gepubliceerd. Onderdeel daarvan is een voorstel voor een verordening betreffende de veiligheid van consumentenproducten en tot intrekking van Richtlijn 87/357/EEG van de Raad en Richtlijn 2001/95/EG van de Raad. Het voorstel behelst de veiligheid van niet-voedingsproducten voor consumenten en heeft als doel om de veiligheid van dergelijke producten in de Europese Unie te verbeteren. De Europese Commissie stelt in het voorstel voor een verordening onder meer voor om:

  • de algemene veiligheidsverplichting voor consumentenproducten, die was opgenomen in de richtlijn, te handhaven en de toepassing daarvan te vereenvoudigen door het invoeren van een duidelijke band met sectorspecifieke wetgeving en vereenvoudiging van voorschriften inzake normen;
  • elementaire verplichtingen vast te leggen voor marktdeelnemers die betrokken zijn bij de toeleveringsketen van consumentenproducten, waarbij het onder meer gaat om kwesties als etikettering, productidentificaties en kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten.

Behandeling Raad

Tijdens de Raad Concurrentievermogen van 18 en 19 februari 2013 presenteerde de Europese Commissie het wetgevingspakket productveiligheid en markttoezicht, waaronder het verordeningsvoorstel veiligheid van consumentenproducten.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft op 15 april 2014 plenair gestemd over het voorstel en dit voorzien van enige amendementen aangenomen met 485 stemen voor en 130 stemmen tegen (27 parlementariërs onthielden zich van stemming). 

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 11 april 2013 hebben VNO-NCW en MKB-Nederland een standpunt vastgesteld over het verordeningsvoorstel. Uit het standpunt blijkt ondere andere dat VNO-NCW en MKB-Nederland voorstander zijn van het borgen van zogenaamde tracebility van producten om eventuele onveilige producten te kunnen achterhalen. Volgens VNO-NCW en MKB-Nederland betekent dit echter niet dat op alle producten verplicht het land van herkomst vermeld zou moeten worden. 


Alle bronnen