Voorzitter van de Eerste Kamer sluit bezoek aan Zuidoost Europa af in Roemenië



Van 21 tot 23 februari bezocht de Voorzitter van de Eerste Kamer, Fred de Graaf, de Roemeense hoofdstad Boekarest. Hiermee sloot hij een zesdaagse reis in Zuidoost Europa af. Tijdens dit laatste bezoek ontmoette De Graaf, naast parlementaire commissies en ministers, de Roemeense Senaatsvoorzitter, Crin Antonescu, de Voorzitter van het Roemeense Huis van Afgevaardigden, Valeriu Zgonea, en de President van Roemenië, Traian Băsescu. Voorts sprak hij met vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven over de kansen en de uitdagingen in dit relatief nieuwe EU-land en bracht hij een bezoek aan het zeer moderne Commando- en Controlecentrum van de Roemeense Grenspolitie.

De presentatie van de organisatie en werkzaamheden van de grenspolitie houdt verband met de Roemeense wens om zo spoedig mogelijk tot het Schengenverdrag toe te treden. Een dergelijke toetreding zou de Roemenen de verantwoordelijkheid geven over meer dan 2000 kilometer EU-buitengrens. Hoewel Roemenië hiervoor technisch gezien aan alle eisen voldoet, houdt Nederland deze stap tot dusver tegen door te wijzen op de gebreken in de (naleving van de) rechtsstaat. De Roemenen willen graag dat begin maart in Brussel wederom gestemd wordt over dit punt. Zowel de Voorzitter als zijn gesprekspartners onderstreepten dat het openlijk en eerlijk adresseren van dit gevoelige onderwerp de juiste manier is om tot een oplossing te komen. Voor De Graaf was duidelijk dat het verschil van mening uiteindelijk niet zozeer ligt in het beoogde einddoel, maar met name in de snelheid waarmee Roemenië in het Schengengebied wordt opgenomen.

De Voorzitter benadrukte, net als zijn Roemeense collega’s, dat het Schengendossier niet onnodig moet drukken op andere aspecten van de bilaterale relatie. Economisch gezien is Nederland de eerste investeerder in het land en De Graaf prees het Roemeense economisch potentieel. Als een van de meest prominente voorbeelden van wederzijds voordelige coöperatie werd een mogelijke samenwerking tussen de haven van Rotterdam en de haven van Constanța genoemd. Onder andere door het beter op elkaar laten aansluiten van het beheer van de Rijn en de Donau zouden deze havens de Noordzee met de Zwarte Zee kunnen verbinden. Dit zou bevorderlijk zijn voor de Europese Unie in haar geheel, maar voornamelijk ook voor de Nederlandse en de Roemeense burger. Bijzondere aandacht was er in de gesprekken ook voor de rol van de nationale parlementen bij de controle op het economische en financiële beleid binnen de Europese Unie.

Met het bezoek werd de bilaterale vriendschap onderstreept. De Voorzitter en zijn counterpart prezen hierbij ook de positief-constructieve houding van de Nederlandse ambassadeur in Boekarest, Matthijs van Bonzel, en de Roemeense ambassadeur Ireny Comaroschi in Den Haag.


Zie ook: 

Verwante nieuwsberichten: 


Deel dit item: