E170022
  ruit icoon
Laatste revisie: 05-02-2024

E170022 - Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen



Het richtlijnvoorstel bevat regels om tekortkomingen in de huidige regelgeving weg te werken, om zo een efficiënt en betrouwbaar vervoerssysteem te creëren.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

nationaal

Op 31 oktober 2017 besloten de commissies IMRO en EZ om het verslag van het schriftelijk overleg met de regering inzake het Europese mobiliteitspakket voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 24 februari 2022 hebben de voorzitters van de Raad en het Europees Parlement de Richtlijn ondertekend.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen

document Europese Commissie

COM(2017)275PDF-document, d.d. 31 mei 2017

rechtsgrondslag

Art. 71 en 73 EG-verdrag, art. 91 VWEU, art. 113 VWEU

commissies Eerste Kamer

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2022/362PDF-document van 24 februari 2022 werd op 4 maart 2022 gepubliceerd in Pb EU L69/1. Lidstaten dienen uiterlijk op 25 maart 2024 aan de richtlijn te voldoen.

De Implementatie herziene Eurovignetrichtlijn werd op 19 oktober 2023 als hamerstuk afgedaan door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 november 2023 als hamerstuk afgedaan. Deze implementatiewet is op 22 november 2023 gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2023, 419).

Kamerstukdossier 36.384 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de implementatiewet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.

Bron: stand van zaken implementatie richtlijnen vierde kwartaal 2023


Behandeling Eerste Kamer

Op 31 oktober 2017 besloten de commissies IMRO en EZ om het verslag van het schriftelijk overleg met de regering inzake het Europese mobiliteitspakket voor kennisgeving aan te nemen.

Op 21 september 2017 hebben de commissies IMRO en EZ een brief gestuurd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu met nadere vragen over het Europese mobiliteitspakket.

Tijdens de gecombineerde vergadering van de commissies IMRO en EZ op 12 september 2017 hebben de fracties van de VVD en SP aangegeven inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.

Op 4 juli 2017 besloot de commissie voor Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening en de commissie voor Economische Zaken onderhavig voorstel uit het Mobiliteitspakket van de Europese Commissie in behandeling te nemen. Op 12 september 2017 kunnen de leden van de commissies Financiën en Europese Zaken inbreng voor schriftelijk overleg leveren.


Behandeling Tweede Kamer

Op 26 oktober 2017 stuurde de regering op het verzoek van het lid Jasper van Dijk een reactie over Oost-Europese chauffeurs die maandenlang in hun cabine leven.

Op 22 september 2017 stuurde de regering een brief inzake de eerste Raadswerkgroepen die in het kader van het EU-mobiliteitspakket in Brussel zijn gehouden en een analyse van het krachtenveld.

De Tweede Kamer heeft op 12 juli 2017 de Europese Commissie middels een politiek dialoog haar uitslag gestuurd van de subsidiariteitstoets over 6 voorstellen uit het EU-mobiliteitspakket, waaronder onderhavig voorstel en het voorstel voor een richtlijn betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling (E170020). Met de brief aan de Europese Commissie geeft de Tweede Kamer aan dat er binnen de commissie IenM geen meerderheid bestaat voor een negatief subsidiariteitsoordeel over de voorstellen. Wel zijn er enkele vragen over de proportionaliteit gesteld in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie.

Op 4 juli 2017 stemde de Tweede Kamer (met uitzondering van de fractie van de PVV) voor de beëindiging van het behandelvoorbehoud bij de voorstellen uit het Mobiliteitspakket (34.734, 3). De gemaakte afspraken met de regering over de informatievoorziening zijn hiermee vastgesteld.

Op 27 juni 2017 werd er een algemeen overleg gehouden over het behandelvoorbehoud bij de 5 voorstellen uit het Mobiliteitspakket.

De commissie voor Europese Zaken heeft namens de commissie Infrastructuur en Milieu op 15 juni 2017 (34.734, 2) de regering laten weten een behandelvoorbehoud te plaatsen bij 5 voorstellen uit het Mobiliteitspakket. Het betreft de volgende voorstellen:

  • EU-voorstel voor Verordening road haulage (cabotage) - COM (2017) 281
  • EU-voorstel voor Verordening rust- en rijtijden - COM (2017) 277
  • EU-voorstel voor Richtlijn detachering wegverkeer - COM (2017) 278
  • EU-voorstel voor Richtlijn Europese electronische tolsystemen - COM (2017) 280
  • EU-voorstel voor Richtlijn Eurovignet - COM (2017) 275

Op 7 juni 2017 besloot de commissie voor Infrastructuur en Milieu te inventariseren of er belangstelling is voor een technische briefing over het Mobiliteitspakket.


Standpunt Nederlandse regering

Op 26 juni 2017 ontving de kamer een brief met daarin de standpunten van de regering over het voorstel.

De regering geeft aan zich te kunnen vinden in de bevoegdheid. De Europese Commissie baseert de bevoegdheid van de EU voor het voorstel op grond van artikel 90 VWEU. Ter uitvoering daarvan stellen, artikel 91, eerste lid, VWEU, het Europees Parlement en de Raad gemeenschappelijke regels, voorwaarden, maatregelen en overige dienstige bepalingen vast. De regering is van mening dat het voorstel hieraan voldoet.

De subsidiariteit wordt door de regering deels positief en deels negatief beoordeelt.

De regering vind het onwenselijk dat er op Europees niveau regelgeving wordt vastgesteld waarin de nationale beleidskeuze ten aanzien van het gebruik van vignetten wordt beperkt. Ook het oormerken van inkomsten hoort volgens de regering niet door de EU te worden voorgeschreven. De regering is positief ten aanzien van de uitbreiding van de reikwijdte van de richtlijn. Dit is volgens de regering logisch gelet op de bestaande Europese wet- en regelgeving voor alle soorten voertuigen.

De regering is eveneens deels positief en deels negatief ten aanzien van de proportionaliteit van het voorstel. Volgens de regering beperkt de wijze waarop tolheffingen moeten worden

toegepast in het voorstel de instrumentvrijheid. De kaderstelling van het voorstel beoordeelt de regering daarentegen wel positief. De regering vindt het belangrijk dat er kaders zijn om het vrij verkeer van personen en goederen in goede banen te leiden en discriminatie van buitenlandse weggebruikers te voorkomen. Het voorstel is volgens de regering niet proportioneel ten aanzien van het verplicht differentiëren van toltarieven op CO2 voor alle voertuigcategorieën en de rapportageverplichting. De rapportageverplichting leidt volgens de regering tot hoge uitvoeringslasten, die niet in balans staan met de door de Commissie geschetste voordelen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het richtlijnvoorstel bevat regels om tekortkomingen in de huidige regelgeving weg te werken, om zo een efficiënt en betrouwbaar vervoerssysteem te creëren. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de aanpak van milieuproblemen. Het voorstel bevat maatregelen voor het schrappen van de variatie van toltarieven op basis van de Euro-emissienormen en het schrappen van omslachtige kennisgevingsverplichtingen.

Daarnaast wordt voorgesteld om autobussen, personenauto's en bestelwagens op te nemen onder het toepassingsgebied van de richtlijn, waardoor de infrastructuurheffingen voor het wegvervoer coherenter worden. Daarbij wordt de CO2-uitstoot doorberekend in de heffingen.


Behandeling Raad

Op 9 november 2021PDF-document heeft de Raad zijn standpunt in eerste lezing aangenomen. Zodra het Europees Parlement zijn standpunt in tweede lezing heeft aangenomen, dan kan de richtlijn in het Publicatieblad gepubliceerd worden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat stuurde een kwartaalrapportage mee over de stand van zaken van lopende EU-dossiers op het terrein van Infrastructuur en Waterstaat mee met het verslag van de Transportraad van 30 maart 2021 (21.501-33, C). Hierin staat dat het voorstel formeel in het COREPER op 30 december 2020 is afgerond en dat door het Portugees Voorzitterschap de onderhandelingen met het Europees Parlement op 21 januari 2021 zijn gestart.

Op 2 december 2019 slaagde de Transportraad er niet in een compromis te bereiken ten aanzien van het voorstel. Een blokkerende minderheid, waaronder Nederland, kon zich niet vinden in het compromisvoorstel, omdat het onevenredige administratieve en financiële lasten met zich mee zou brengen. Op basis van deze uitkomst heroriënteert de Europese Commissie zich op het dossier.

In de derde kwartaalrapportagePDF-document van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat van september 2018 over EU-wetgevingsonderhandelingen in de Milieuraad & Transportraad werd bij de stand van zaken aangegeven dat besprekingen onder het Bulgaarse voorzitterschap niet hebben plaatsgevonden en ook onder het Oostenrijkse Voorzitterschap niet worden opgepakt.

Op 5 december 2017 vond tijdens de Transportraad een beleidsdebat plaats over de EETS-richtlijn en de Eurovignet richtlijn.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 17 februari 2022PDF-document nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan over het voorstel.

Op 25 oktober 2018 is tijdens de eerste lezing van het voorstel een wetgevingsresolutiePDF-document aangenomen.

Op 7 juni 2018 publiceerde de TRAN-commissie een verslag met amendementen (2017/0114(COD)PDF-document) over het voorstel.

Op 24 mei 2018 stemde de de commissie voor vervoer en toerisme (TRAN commissie) in met een ontwerpverslag (PE 615.363PDF-document) over het voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 11 oktober 2017 startte de Tsjechische Senaat een politiek dialoogPDF-document met de Europese Commissie inzake het voorstel.

Op 26 september 2017 stuurde de Roemeense Senaat een opiniePDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie.

Op 3 augustus 2017 stuurde de Italiaanse Senaat een opiniePDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie over het Europese mobiliteitspakket.

Op 5 juli 2017 heeft de Oostenrijkse federale raad in een gemotiveerd adviesPDF-document aangegeven het voorstel in strijd te achten met het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsoordeel is 4 september 2017.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen