Dit wetsvoorstel geeft de burgemeester de bevoegdheid voor publiek toegankelijke panden te sluiten waar in strijd met de Opiumwet drugs verkocht worden.
Doel is te komen tot versterking van de bestuurlijke handhaving van de Opiumwet en van het gemeentelijke drugbeleid.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 14 april 1998 door de Tweede Kamer aangenomen. De fractie van GroenLinks stemde tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 maart 1999 zonder stemming aangenomen. De fractie GL is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 167 van 20 april 1999.
ingediend
24 april 1997titel
Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende ervenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-
-
16 maart 1999
voortzetting behandeling en stemming (aangenomen, aantekening: GroenLinks) Handelingen EK 1998/1999, nr. 23: blz 953-963 -
-
2 februari 1999
eindverslag commissies Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Justitie en Binnenlandse Zaken nr. 57d -
-
18 december 1998
nader voorlopig verslag commissies Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Justitie en Binnenlandse Zaken nr. 57b -
-
-
-
-
14 april 1998
stemming (aangenomen, tegen: GroenLinks) Handelingen TK 1997/1998, nr. 47: blz. 5424 -
-
8 april 1998
behandeling Handelingen TK 1997/1998, nr. 45: blz. 5277-5306