Dit wetsvoorstel regelt dat aan de verdachte waarvan het aannemelijk is dat hij niet op de hoogte was van de datum van de uitspraak, en daar dus ook niet aanwezig was, de uitspraak wordt medegedeeld.
Dit betekent een verruiming van de geldende regeling inzake verstekvonnissen. Dit past in een reeks aanpassingen van het Wetboek van Strafvordering, die zorgen dat zo snel mogelijk een justitiële reactie volgt op het constateren van een strafbaar feit.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 29 april 1997 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 januari 1998 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 35 van 22 januari 1998.
ingediend
27 augustus 1996titel
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen en arresten met het oog op het instellen van een rechtsmiddel en van de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende het kennisgeven en het ingaan van de proeftijd bij een voorwaardelijke veroordelingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat per onderdeel kan verschillen
9
-
13 januari 1998
stemming (zonder stemming aangenemen) EK 15, blz: 688 -
13 januari 1998
behandeling EK 15, blz: 669-688 -
25 november 1997
eindverslag commissie justitie nr. 13d -
19 november 1997
nadere memorie van antwoord nr. 13c -
4 november 1997
nader voorlopig verslag commissie justitie nr. 13b -
21 oktober 1997
memorie van antwoord nr. 13a -
17 oktober 1997
tk brief minister justitie nr. 14 -
23 september 1997
voorlopig verslag commissie justitie nr. 13 -
29 april 1997
gewijzigd voorstel van wet nr. 256