Schriftelijke voorbereiding Eerste Kamer



De behandeling van een wetsvoorstel wordt schriftelijk voorbereid door een Kamercommissie. Dit is een wisseling van stukken tussen een Kamercommissie en de regering.

Net als in de Tweede Kamer komen bij de commissie voorafgaande aan (of tijdens) de schriftelijke voorbereiding vaak reacties van maatschappelijke organisaties en burgers binnen.

De schriftelijke voorbereiding kan, afhankelijk van de aard van het voorstel, korter of langer duren.

Er zijn drie varianten mogelijk:

1 Er wordt een blanco eindverslag uitgebracht, waarna het voorstel direct als hamerstuk wordt afgehandeld.

2 Er wordt een verslag uitgebracht, waarop in een nota naar aanleiding van het verslag wordt geantwoord; hierna kan direct een debat plaatsvinden.

3 Er wordt eerst een voorlopig verslag uitgebracht, waarop in een memorie van antwoord wordt gereageerd.

  • na dit antwoord bepaalt de commissie of zij een tweede schriftelijke ronde nodig acht of dat een eindverslag kan worden vastgesteld.
  • Ook hierna wordt weer bepaald of er een eindverslag kan worden uitgebracht of nog een volgende schriftelijke ronde moet plaatsvinden. Dit laatste komt vrijwel nooit voor en kan alleen plaatsvinden met toestemming van de Kamer.