Dit voorstel voert de dwangsom in en de gewijzigde wetten hebben voornamelijk betrekking op het toezicht op financiële instellingen.
Het doel is een accentverschuiving te bewerkstelligen van strafrechtelijke naar bestuurlijke handhaving van de financiële wetgeving. Tevens wordt een herziening van de rechtsgang gewenst in verband met de invoering van de dwangsom en de bestuurlijke boete.
Als centrale rechtbank voor de zaken in eerste aanleg wordt de rechtbank te Rotterdam aangewezen voor de financiële wetgeving. De zaken in hoger beroep worden opgedragen aan het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 27 april 1999 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 oktober 1999 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 december 1997titel
Opneming in de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet inzake wisselkantoren, de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, van bepalingen betreffende handhaving door middel van een dwangsom of een bestuurlijke boete en van bepalingen betreffende de rechtsgangschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor verschillende artikelen of onderdelen verschillend kan worden vastgesteld
-
-
27 april 1999
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1998/1999, nr. 74: blz. 4307 -
22 april 1999
behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 73: blz. 4287-4295