Dat was schrikken op de tweede dag van de algemene beschouwingen in de Eerste Kamer die afgelopen dinsdag en woensdag onder minder dan overweldigende belangstelling plaatsvonden. Na de middagboterham (kopje soep, uitsmijtertje) en kort voor de hervatting van het debat werd ik opgeschrikt door een oploopje voor de ingang van de Senaat. Een dergelijk verschijnsel doet zich gewoonlijk slechts voor in tijden van kabinetsformaties wanneer ernstig kijkende mannen het gebouw betreden of verlaten voor of na een al dan niet constructief gesprek met één of meerdere andere mannen die bezig is of bezig zijn een nieuw kabinet in elkaar te spijkeren. Daarvan kon echter in dit geval geen sprake zijn. Het moest dus een andere reden hebben dat de bloknootjes, pennen, microfoons, foto- en andere camera's samen met de hen begeleidende parlementaire en andere journalisten naar gene zijde van het Binnenhof waren getrokken waarbij het mij al eerder was opgevallen dat de presentator van Den Haag Vandaag zijn lunch had onderbroken danwel uitgesteld teneinde zich naar het gebouw der Eerste Kamer te kunnen begeven. Crisis? Zou de premier bij de heropening van de vergadering enig machtswoord spreken. Een huivering overviel me.
De eerste dag van de algemene beschouwingen was, zoals verwacht, rustig verlopen. De bijdragen van de fractievoorzitters richtten zich, zoals het hoort, meer op de Staat van het Land dan op de vraag wie nu precies de miljardendans rond de Miljoenennota had gewonnen. Zeker, er werden noten gekraakt en niet door de oppositie alleen.
Als ik 's avonds laat thuis kom zie ik op de inhoudsopgave van Teletekst een mededeling die me met stomheid slaat: "SENAAT STELT NIETS VOOR". Het blijkt te gaan om de puntige samenvatting van de rede die de fractievoorzitter van GroenLinks heeft uitgesproken. De volgende dag wordt hij van verschillende kanten hartelijk gefeliciteerd. Het is de tiende keer dat hij namens zijn fractie de algemene beschouwingen voor zijn rekening nam. Ik trakteer mijzelf op een gevulde koek.
De positie van de Eerste Kamer is niet onomstreden ook al gaan de zeeën minder hoog dan in de zeventiger jaren toen leden van de PvdA-fractie plechtig moesten beloven dat zij zouden ijveren voor de opheffing van dit Hoge College van Staat. Tot dat moment is aangebroken blijft de vraag of de Eerste Kamer op eigen en bescheiden wijze enige bijdrage kan leveren aan een ordentelijke ordening van het land. Met andere woorden: is het van nut dat wekelijks 75 vrouwen en mannen hun gewesten verlaten om in de Residentie de wetten af te stempelen die in de Tweede Kamer zijn aangenomen. Vanzelfsprekend zijn er ook "senior" Senatoren die tal van voorbeelden kunnen geven wanneer en hoe de invloed van de Eerste Kamer het land voor chaos heeft behoed. Echter, zij zouden voor eigen parochie kunnen spreken waarbij, in dit geval, het woord "parochie" niet al te letterlijk kan worden genomen.
Ik kan in de nacht van dinsdag op woensdag moeilijk in slaap komen. "SENAAT STELT NIKS VOOR". Het hakt er toch in. Het onrustige gevoel wordt nog eens versterkt als ik denk aan de laatste bijdrage van de kant van de Kamer, die voor rekening kwam van de onafhankelijke afgevaardigde Bierman. Hij hield ons een spiegel voor waarin zichtbaar werd dat ons kortzichtig handelen tot steeds grotere bedreigingen leidt. We wensen elkaar "wel thuis".
De volgende ochtend rijd ik met de trein van Den Bosch via Utrecht naar Den Haag. Rijdend bij Bommel denk ik aan Bierman en herinner ik me het lege land en de volle rivieren toen mens en dier hun toevlucht moesten nemen tot familie, vrienden en onbekenden omdat we hier en elders veel kennis vergaarden en de natuur naar onze hand probeerden te zetten.
Op het station in Den Haag kom ik een gerespecteerd lid van de Tweede Kamer tegen. Wandelend in de richting van het Binnenhof merkt hij op dat de Eerste Kamer goed bediend is met voorgestelde wijzigingen op de nieuwe belastingwetgeving die inmiddels als wetsvoorstellen in de Tweede Kamer worden behandeld. "En dan maar denken dat de Eerste Kamer niks te vertellen heeft. Van mij mag het", zegt hij en kijkt me gemaakt streng aan: "Zolang wij maar het laatste woord hebben."
Gesterkt luister ik enkele uren naar de premier. Het oploopje na de middagboterham blijkt veroorzaakt door het blad Privé dat heeft verklapt dat de ouders van de vriendin van de kroonprins met zijn vader en moeder hebben gedineerd. Bewindslieden, terugkerend van de lunch, worden door journalisten aangeschoten. "Argentinië doet de Minister-President", zegt de heer Zalm. "Als er nieuws is zal ik het u melden", zegt de heer Kok.
Aan het einde van zijn tweede termijn dient de voorzitter van GroenLinks namens een kamermeerderheid een motie in. Het is de eerste en de laatste. Een korte uiteenzetting van de premier blijkt voldoende om de uitspraak voorlopig niet in stemming te brengen. Ik wacht af wat dat voorstelt.
Deze column is op persoonlijke titel geschreven