Dit wetsvoorstel wijzigt enige milieuwetten zodat de bevoegdheden voor bestuurlijke handhaving van de milieuwetgeving beter en vooral duidelijker geregeld wordt.
Hiermee krijgen bestuursorganen de bevoegdheid toegedeeld tot het nemen van maatregelen tegen overtreders van milieuvoorschriften. Verder beschikken deze bestuursorganen over de bevoegdheid tot het nemen van een beschikking tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een vergunning of een ontheffing.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel op 13 september 2001 zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 oktober 2001 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 517 van 8 november 2001.
ingediend
29 november 1999titel
Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering handhavingsbevoegdheden)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-het wetsvoorstel betreft een aanvulling van:
-
-de Wet milieubeheer (Wm) in verband met de handhaving van de artikelen 10.2 en 10.43 van het hoofdstuk Afvalstoffen,
-
-de Wm in verband met de handhaving van de zorgplichtbepalingen in de artikelen 1.1a en 10.3,
-
-de Wet milieugevaarlijke stoffen in verband met de handhaving van de regels die zowel binnen als buiten inrichtingen van toepassing zijn,
-
-de Wet bodembescherming in verband met de handhaving van de zorgplichtbebepaling, van de saneringsregeling en van artikel 72,
-
-de Wm in verband met de handhaving bij wisseling van bevoegd gezag.
-
7
-
-
-
-
-
-
13 september 2001
stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen TK 2000/2001, nr. 102: blz. 6329 -
13 september 2001
behandeling Handelingen TK 2000/2001, nr. 102: blz. 6326-6329