Dit voorstel wijzigt enige onderwijswetten inzake het vervallen van een administratieve procedure ten behoeve van het in dienst houden of nemen van personeel van 65 jaar en ouder. De ontheffing die moet worden aangevraagd om na pensionering werkzaamheden te verrichten komt te vervallen.
Hiermee wordt een belemmering voor vutters en 65-plussers om in het onderwijs te (blijven) werken weggenomen. Verder wordt hiermee een (dreigend) tekort aan onderwijspersoneel teruggedrongen en tegemoetgekomen aan de voortschrijdende inzichten ten aanzien van leeftijddiscriminatie. Een ontheffing van de verplichting tot herbenoeming wordt in beginsel niet met terugwerkende kracht verleend.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 maart 2001 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 april 2001 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 209 van 8 mei 2001.
ingediend
14 november 2000titel
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezetonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met personeel van 65 jaar en ouderschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
4
-
-
-
-
15 maart 2001
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2000/2001, nr. 57: blz. 4135