Op 25 september 2001 interpelleerde het CDA-lid Van de Beeten de minister van Justitie over diens antwoorden op schriftelijke vragen over het (nog) niet uitvoeren van een door de Eerste Kamer aangenomen motie inzake de rechten van een veroordeelde.
In de motie, die werd ingediend bij een wetsvoorstel inzake strafrechtelijke opvang van verslaafden, werd gevraagd de betreffende wet op het punt van de toegang van een veroordeelde tot de rechter in overeenstemming te brengen met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Er moeten meer mogelijkheden komen voor tussentijdse toetsing door de rechter.
Minister Korthals antwoordde dat de motie zou worden uitgevoerd, maar voegde daarin in eerste instantie aan toe dat dit pas zou gebeuren nadat ervaring is opgedaan met de nieuwe wet.
De interpellant meende dat de wet diende te worden aangepast, los van een evaluatie. Hij werd daarin bijgevallen door Holdijk (SGP, mede namens de ChristenUnie) en De Wolff (GroenLinks). De VVD'er Rosenthal vond de interpellatie overbodig.
In tweede termijn zegde de minister alsnog toe voorbereiding van de wetswijziging ter hand te zullen nemen.
3
-
25 september 2001
Interpellatie-Van de Beeten (CDA); interpellatievragen van het lid Van de Beeten (CDA) Handelingen EK 2001/2002, nr. 1: blz. 22 -
25 september 2001
Interpellatie-Van de Beeten (CDA); Interpellatie-Van de Beeten c.s. Handelingen EK 2001/2002, nr. 1: blz. 2-19 -
11 september 2001
Interpellatie-Van de Beeten (CDA); verzoek tot interpellatie van het lid Van de Beeten c.s. Handelingen EK 2000/2001, nr. 40 blz.1711-1712