Dit wetsvoorstel hangt samen met twee reeds ingediende wetsvoorstellen die strekken tot modernisering van de rechterlijke organisatie. Het betreft het wetsvoorstel Wet organisatie en bestuur gerechten (27.181) en het wetsvoorstel Wet Raad voor de rechtspraak (27.182).
Beide wetsvoorstellen brengen ingrijpende wijzigingen aan in de Wet op de rechterlijke organisatie, die voor de bestaande wetgeving niet zonder gevolgen zijn. Het onderhavige wetsvoorstel voorziet in aanpassingen in deze twee voorstellen.
Bij de totstandkoming van dit wetsvoorstel is rekening gehouden met de samenloop van wetsvoorstel 27.181 en het wetsvoorstel tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken (26.855). Beide wetsvoorstellen leiden in een aantal gevallen tot aanpassingen van dezelfde wetgeving, o.a. het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze wijzigingen zijn meegenomen in het wetsvoorstel Aanpassingswet herziening burgerlijk procesrecht (27.824).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 november 2001 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 december 2001 zonder stemming aangenomen.
De behandeling vond gezamenlijk met de vier hierboven genoemde wetsvoorstellen plaats.
ingediend
4 augustus 2001titel
Aanpassing van diverse wetten aan de modernisering van de rechterlijke organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
7
-
-
4 december 2001
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2001/2002, nr. 10: blz. 506-525 -
-
-
-
-
15 november 2001
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 24: blz. 1701